Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

‘We kunnen nu eenmaal niet zonder fossiel’ is de logica van een verslaafde

  •  
11-02-2024
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
4348 keer bekeken
  •  
shell

De 'consenuskloof' is het verschil tussen de wetenschappelijke consensus over een onderwerp, en de publieke perceptie van hoe groot die consensus is. In de jaren '60 van de vorige eeuw was er wetenschappelijk gezien geen twijfel over de relatie tussen roken en kanker, maar wist de tabakslobby een consensuskloof te creëren waardoor in de samenleving het beeld ontstond dat er twijfel bestond over de schadelijkheid van roken.

De media werkten mee om deze consensuskloof te vergroten. In plaats van een item te wijden aan medische wetenschap rondom tabak, en daarvoor gezondheidswetenschappers en - eventueel - patiënten uit te nodigen, werd een wetenschapper tegenover een afgevaardigde van de tabakslobby gezet. Het kijkerspubliek kreeg de indruk dat de waarheid ergens in het midden moest liggen, en zo ontstond er een kloof tussen de mate van zekerheid die in de wetenschap heerste over dit onderwerp en de perceptie in de samenleving hierover. Dit is slechts één tactiek die de tabakslobby toepaste.

Na het Kyotoprotocol in 1997 nam de fossiele industrie (waaronder Shell, Exxon en BP) het 'tabaks-script' over om een consensuskloof te creëren over klimaatwetenschap, met als doel beleid dat hun 'bottom line' zou kunnen schaden tegen te houden of in ieder geval te vertragen. Vaak waren het zelfs dezelfde 'experts' die de tabaksindustrie gebruikte - de 'merchants of doubt' die nu voor de fossiele lobby gingen werken. Net als voor de tabaksindustrie gold, betekende elke maand uitstel van beleid een maand extra winst.

Dit klinkt als een geschiedenislesje, maar ik zou in de tegenwoordige tijd moeten schrijven. Het is voor beide industrieën tot op heden nooit het doel geweest om beleid dat de publieke gezondheid beschermt helemaal tegen te houden, alleen om het zoveel mogelijk te vertragen. Beide industrieën hadden namelijk zelf de beste wetenschappers in dienst, en wisten al veel eerder dan het publiek dat tabak en klimaatverandering een probleem zouden worden dat de samenleving uiteindelijk aan zou pakken. Roken leidt tot kanker, en de klimaatcrisis is de grootste bedreiging voor de volksgezondheid van dit moment. Als er eenmaal consensus in de samenleving ontstaat dat dit inderdaad bedreigingen voor de volksgezondheid zijn die aangepakt moeten worden – door onze verslaving aan fossiele brandstoffen en tabak zo snel mogelijk af te bouwen – weten beide industrieën dat dit onvermijdelijk is. Het doel is dus tot op heden de consensuskloof zo lang mogelijk open te houden, totdat deze zo klein wordt dat het winstgevender is om op een andere strategie over te stappen.

Fossiel en tabak zijn namelijk niet principieel tegen gezondere alternatieven. Shell gebruikt bijvoorbeeld een klein deel van haar budget om groene alternatieven te bevorderen, hoewel dit aandeel wel af aan het nemen is. Waar het uiteindelijk om gaat is de ‘bottom line’. Zo schreef Shell in 2022 nog in een interne communicatie: “Please do not give the impression that Shell is willing to reduce carbon dioxide emissions to levels that do not make business sense.” De PR-strategie van de fossiele industrie evolueerde van ontkennen van klimaatverandering, naar twijfel zaaien over klimaatwetenschap, naar greenwashing.

Dit zorgde voor een absurde situatie waarbij Clintel niet werd toegelaten als partner in de klimaatzaak die Milieudefensie tegen Shell won, omdat Clintel de huidige klimaatwetenschap betwist terwijl Shell dat niet doet. Zo beweert Clintel “dat de opwarming van de aarde minder snel gaat dan de modellen van IPCC voorspellen, dat de klimaatwetenschap is gebaseerd op inadequate modellen, dat CO2 niet schadelijk is, maar juist zorgt voor plantengroei, dat er geen bewijs is dat de huidige natuurrampen zijn veroorzaakt door de opwarming van de aarde en dat er geen reden is om in te zetten op gevaarlijke en onrealistische ‘zero-CO2’ strategieën.” Tegelijkertijd heeft geen van de fossiele bedrijven beleid dat gericht is op uitfaseren van fossiele brandstoffen en hebben ze alle plannen om nieuwe bronnen aan te boren, wat per definitie in strijd is met het Parijsakkoord. Dus ook al past Shell de tactiek van ontkenning en twijfel zaaien niet meer toe en is Clintel de aantrekkelijke ex geworden met wie je niet meer bij je ouders thuis kan komen, het is nu gewoon iets anders waar Shell over liegt: niet meer over het probleem, maar over hun rol in de oplossing. Gelukkig voor Clintel is er altijd nog de PVV en worden ze op allerlei andere plekken met open armen ontvangen.

De PR-strategie verandert dus, het bedrijfsbeleid niet. Want waarom zouden ze? Als je enige oogmerk is om winst te maken, en je ziet dat je daarvoor een acceptabel publiek imago moet hebben, dan heb je twee opties. Je zou kunnen investeren in het uitfaseren van fossiele brandstoffen en het overschakelen op groene energie. Maar als je marketingmensen berekend hebben dat je met datzelfde bedrag veel meer effect kan hebben op een positief imago door het te investeren in greenwashing, waarom zou je dat dan niet doen? Dat de fossiele industrie ons voorgelogen heeft, dat ze klimaatontkennende denktanks hebben gesponsord, en dat ze zelf het probleem al veel eerder doorhadden dan de rest van ons is allang bekend. Maar elke keer als daar weer iets over in het nieuw komt, leidt dat niet tot een negatiever imago van de bedrijven. De media besteedt er vrijwel geen aandacht aan en als dat wel gebeurt leidt dat niet tot ophef.

Het is alsof we ons in een narcistische afhankelijkheidsrelatie met de fossiele industrie bevinden. Onze partner vindt zichzelf helemaal geweldig, en kan ongestraft liegen en manipuleren. Hij wordt beloond met fossiele subsidies. Hij weet ons zelfs te ‘gaslighten’, door de term CO2-voetafdruk uit te vinden: de fossiele industrie is niet het probleem, wij als individu zijn dat. Wij zijn het probleem, de fossiele industrie is de oplossing – en we moeten hun onderzoeksactiviteiten en groene initiatieven met meer geld ondersteunen. Of misschien is een vergelijking met drugsverslaving accurater. Eén voorbeeld: de medische wetenschap erkent de klimaatcrisis als de grootste bedreiging voor de volksgezondheid van dit moment. De Green Deal 3.0 en allerlei andere kaders erkennen dat de gezondheidszorg significant bijdraagt aan de oorzaak van die bedreiging, onder andere door haar CO2-uitstoot. Hoe kun je dan als pensioenfonds van huisartsen verantwoorden dat je in de fossiele industrie investeert? Blijkbaar kan dat. Dit leidt tot de bizarre situatie dat huisartsen en andere gezondheidsprofessionals via hun pensioenfonds bijdragen aan een ziekmakende industrie. Hoewel iedereen tegenwoordig met het woord ‘duurzaamheid’ paradeert, kun je niet met droge ogen beweren dat je duurzaam bent als je samenwerkt met fossiel. In elk van deze sectoren onderscheiden zich momenteel de leiders van de meestribbelaars.

Dat is natuurlijk wat niemand wil. Maar ja, ‘we kunnen nu eenmaal niet zonder’. De logica van een verslaafde. Pensioenfondsen zeggen niet te kunnen breken met de fossiele industrie. De werkelijkheid is dat pensioenfondsen dat wel kunnen, zoals afgelopen week weer bleek, maar dat niet doen. Hetzelfde argument gebruikt de culturele sector. De fossiele industrie sponsort culturele instanties om hun imago op te vijzelen, en oefent zelfs invloed uit op tentoonstellingen. Hierdoor betaalt de belastingbetaler indirect mee aan greenwashing. ‘Maar we kunnen niet zonder.’ Hoe kan het dan dat Naturalis en EYE Filmmuseum wel zonder kunnen? Ook kennisinstituten werken graag met fossiele partners samen, terwijl de fossiele industrie een bedreiging is voor de toekomst van diezelfde kennisinstituten. De Erasmus Universiteit liet zien hoe het wel kan. Andere kennisinstellingen wringen zich nog in allerlei bochten om hun samenwerking met de grootste bedreiging voor de toekomst van hun studenten te rechtvaardigen. Het groene imago van Shell en andere bedrijven helpt hierbij: het geeft ze argumenten zoals ‘beter van binnenuit dan van buiten’, ‘ze zijn ook deel van de oplossing’ en andere soorten argumenten die iemand in een afhankelijkheidsrelatie gebruikt om die relatie in stand te houden.

Zelfs Arjen Lubach tuinde erin met zijn item ‘kunnen we gewoon stoppen met fossiele brandstoffen?’ In plaats van te onderzoeken hoe het criminaliseren van klimaatactivisten indirect aangejaagd wordt door de fossiele industrie, verspreidde hij onbewust de stroman dat klimaatactivisten en wetenschappers eisen dat we per direct stoppen met fossiele brandstoffen. Niemand vindt dat we per direct alle tankstations dicht moeten doen. Hij legde Hiemstra in de mond ‘gewoon stoppen met fossiel, en dan merken we het wel.’ Terwijl dat ‘we merken het wel’ ook niet iets is dat iemand – en Hiemstra in de laatste plaats – beweert. Een heroïneverslaafde wordt ook niet aangeraden om gewoon te stoppen, dan merken we het wel. Deze persoon wordt begeleid, gaat een afkickkliniek in, en krijgt vervangende middelen om te helpen met de afkickverschijnselen. Als gimmick ging het licht een aantal keer uit tijdens het item, terwijl, als de redactie zich had verdiept in transitiewetenschap, ‘keeping the lights on’ letterlijk één van de doelen is van de energietransitie. Ik wacht al een tijd tot Lubach aandacht besteedt aan klimaatdesinformatie, de invloed daarvan op politieke partijen, en de manier waarop desinformatiedenktanks worden gefinancierd.

We bevinden ons momenteel in een informatieoorlog tussen enerzijds de fossiele industrie, andere sectoren die baat hebben bij het vertragen van klimaatbeleid, rechts-populisme, en anderzijds klimaatwetenschap, en mensen die wetenschap serieus nemen en vinden dat we moeten handelen in het belang van onze kinderen en kleinkinderen. De eerste partij in dit conflict is tot nu toe enorm succesvol. Ze zijn de oorlog aan het winnen. De tweede partij realiseert zich nog niet eens dat er daadwerkelijk een informatieoorlog gaande is, waarbij de aandacht zoveel mogelijk wordt afgeleid van wat er in de realiteit gaande is. We bevinden ons in Plato’s grot.

Er zijn twee soorten greenwashing. De eerste soort is gewoon doorgaan op dezelfde voet, met minimale investeringen in groene energie, terwijl je een imago creëert dat je ‘voor je het weet’ helemaal bent overgeschakeld. De tweede soort greenwashing komt later, op het precieze moment waarop de economen in je bedrijf hebben berekend dat het winstgevender is om echt op ‘groene’ industrie over te schakelen, op jouw voorwaarden. Ook hier verwacht ik dat de fossiele industrie het voorbeeld van de tabaksindustrie zal volgen. Zo vonden onderzoekers Hendlin en collega’s dat de tabaksindustrie strategisch is in het moment waarop ze e-sigaretten als ‘oplossing’ presenteren. De oplossingen die de fossiele industrie zal presenteren als de consensuskloof gedicht is, zullen waarschijnlijk ongeveer dezelfde gezondheidswinst opleveren als e-sigaretten ten opzichte van traditionele sigaretten.

De consensuskloof is het Afghanistan waar deze oorlog uitgevochten wordt. De aarde is bolvormig, roken is slecht voor de gezondheid, en de klimaatcrisis is een existentiële bedreiging die alleen het hoofd worden geboden door zo snel mogelijk af te kicken van fossiele brandstoffen. Maar zolang pensioenfondsen, culturele instanties, kennisinstellingen en media het wetenschappelijke verhaal niet voor het voetlicht brengen en daar de logische consequenties aan verbinden, blijven we verslaafd. Samenwerken met de fossiele industrie is al heel lang niet meer professioneel. Klimaatactivisme is veel professioneler.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.