VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans barstte in tranen uit toen ze gisteren in de Tweede Kamer door PVV-leider Geert Wilders ‘de assistent-tassendrager van de heer Rutte’ werd genoemd. Beetje overdreven van deze voormalige politiek assistent van de premier. Wilders heeft wel ergere dingen over andere politici gezegd, zoals ‘knettergek’ of ‘zielig, miezerig, hypocriet mannetje’. Toen begonnen de aldus aangesprokenen toch ook niet meteen te huilen? Wie met Wilders in debat gaat, weet dat hij het risico loopt op weinig fijnzinnig gefoeter.
Je kunt natuurlijk de regels aanscherpen, zodat de PVV-leider niet langer met verbaal vuil kan gooien. Dat zou in zijn situatie betekenen dat hij vrijwel niet meer aan het woord komt, want veel meer dan smaad en gekanker komt er niet over zijn lippen.
Persoonlijk zou ik er geen voorstander van zijn Wilders op deze manier het spreken zo goed als onmogelijk te maken. Vrijheid, blijheid, lijkt me in de Kamer (en elders) een prima devies. Er wordt beweerd dat de Franse schrijver Voltaire ooit verklaarde: ‘Ik ben het niet eens met wat je zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen.’ Je leven geven voor de mening van Wilders lijkt me wat overdreven, maar de strekking van deze woorden steun ik. Laat hem maar tekeergaan, je hoeft je er niks van aan te trekken.
Je hebt trouwens ook de mogelijkheid terug te schelden, al is dat minder chic. Je zou Wilders bijvoorbeeld kunnen uitmaken voor een ‘door een bizar peroxidekapsel gedekte halvegare die de ene na de andere idiote opmerking door de vergaderzaal slingert’. Ik verzin maar wat, hoor. Hermans moet helemaal zelf weten hoe ze Wilders beschimpt, stel dat ze dat zou willen.
Intussen moet me van het hart dat ik Wilders wel eens onzinniger dingen tegen iemand heb horen zeggen dan ‘tassendrager van Rutte’. Want wat zou Hermans anders zijn dan het hulpje van de minister-president en VVD-leider? De hele liberale partij bestaat uit personen die duidelijk de minderen zijn van Grootmoefti Mark. Het feit dat er nog steeds niemand uit zijn schaduw kan treden, zoals De Telegraaf het vandaag zo scherp formuleert, bewijst deze stelling.
Hermans is in elk geval niet de nieuwe Rutte. Daarvoor is ze – los van allerlei andere eigenschappen die ze ontbeert – veel te teergevoelig. Stel dat bij haar partijleider na zijn eerste aanval van geheugenverlies de waterlanders waren gaan vloeien? De kwaliteit van Rutte bestaat er juist voor een belangrijk deel uit dat hij zonder met de ogen te knipperen glashard onwaarheden kan verkondigen. Wat dat betreft heeft Hermans nog een lange weg te gaan. Andere VVD’ers ook overigens.
In de Kamer zei Hermans: ‘Er zijn mensen die denken dat ik hier sta omdat ik de politiek assistent was van Mark Rutte. Maar ik sta hier omdat ik mezelf ben. Ik ben Sophie Hermans.’ Dat lijkt me juist het probleem.