Wat we nodig hebben is een participatie-overheid
• 30-09-2013
• leestijd 2 minuten
De participatiesamenleving is er allang
Participatiesamenleving. Wat een stom woord. Zonder participatie is er helemaal geen samenleving. Zo simpel is het. Als mensen niet meedoen, is het “ieder voor zich, en God voor ons allen”. Dan leven mensen alleen voor zichzelf.
Het woord zegt ook veel over de mensen die het gebruiken. Ik moest bij participatiesamenleving gelijk denken aan Margareth Thatcher, die ooit zei “there is no such thing as society” . In haar visie waren er alleen individuen en families. En die moesten maar voor zichzelf zorgen. Daar was de overheid niet voor.
Welbeschouwd is de participatiesamenleving ook een soort “no society”. Positiever geformuleerd natuurlijk, met veel samen en meedoen, maar de onderliggende boodschap is dat de overheid er in ieder geval niet aan mee doet. Die bezuinigt op alles wat mensen ondersteunt, of het nu gaat om rechtstreekse ondersteuning als Persoonsgebonden Budget in de zorg of een werkloosheids- of bijstandsuitkering, of minder rechtstreekse, op ondersteuning als onderwijs of een wijkaanpak. Zorg maar voor je zelf. Het is het rechts liberale ideaal van de nachtwakerstaat, die alleen zorgt voor asfalt en agenten.
De participatiesamenleving is er al lang. Gewoon, als samenleving, en het bruist er meer dan ooit. Dat is vooral zo omdat het concept ‘overheid’ aan zijn grenzen is gekomen. Wat burgers samen willen doen, willen ze nu ook echt samen doen. Ze willen niet dat de overheid dat overneemt. Ze willen zelf verantwoordelijk zijn voor hun omgeving, of in ieder geval mede. Daar hebben ze de overheid bij nodig, maar die moet op afstand blijven en steunen wat zich aandient. Die moet niet zelf bedenken, voorschrijven en overnemen.
De participatiesamenleving was er allang. Wat we nodig hebben is een participatie-overheid.
Dit artikel staat ook op de website van
GroenLinks