Als mijn oma zich vroeger wel eens beklaagde over dingen die ‘vroeger beter waren’, dan moest ik altijd lachen en nam me voor zelf nooit zo naar het verleden te kijken.
Mijn grootouders hadden een bloemenwinkel aan huis. Ik bracht daar als kind vrijwel ieder weekend door want mijn ouders hadden een drukke marktkraam, en geen plek om mij daar te stallen. Ik spendeerde veel tijd met mijn opa in het aangelegen pakhuis waar hij bloemen schikte tot gemengde bossen of bloemstukken, en met oma in de winkel waar ik leerde om de planten water te geven, bossen bloemen in te pakken in papier en de klanten altijd vriendelijk te begroeten. In de ochtend hielp ik vaak om wat handelswaar buiten te zetten. Dat stak nauw want er moest absoluut voldoende loopruimte overblijven voor voetgangers en rolstoelen. Daar stonden mijn grootouders op.
Gedurende de dag, als er even geen klanten waren, zag ik oma vaak de bezem over de stoep jagen om te zorgen dat er geen vuil lag. De werkdag was pas ten einde wanneer na sluitingstijd de hele stoep zorgvuldig was geveegd, al het vuil met bezem en blik in een vuilniszak was vergaard en daarna de hele stoep was geschrobd met emmers water. In de winter kwamen daar sneeuw schuiven en zout strooien bij.
Toen ik oud genoeg was om zelf de bezem te hanteren en dat nou niet direct mijn lievelingstaak was, vroeg ik mijn oma nogal nukkig waarom ik dat moest doen. Ze wees me erop dat iedere winkel in de straat precies hetzelfde deed omdat het zo hoorde. “Als je iets schoonhoudt, dan blijft het schoon want goed voorbeeld, doet volgen”, zei ze. Daarna wees ze me op de deuren van het pakhuis van opa waar verse graffiti op was gespoten. “Je opa gaat die deuren dadelijk weer oververven en netjes maken. En misschien zijn ze morgen weer beklad en dan doet hij het opnieuw. Net zo lang tot ze het niet meer doen.” De deuren van het pakhuis werden inderdaad al snel weer lange tijd met rust gelaten.
Wie anno 2022 door Amsterdam wandelt, komt bergen vuilnis tegen. Alles wordt klakkeloos gedumpt. De straten zijn vergeven van de sigarettenpeuken, snoep- en snackwikkels, lege blikjes en flessen en containers van afhaaleten. In straten met winkels en horeca is de hoeveelheid zwerfvuil veel groter dan in straten met vooral woningen. Vuil heeft een aanzuigende werking op meer vuilnis, en op ongedierte. Zichtbare verloedering maakt mensen bovendien onverschillig en rancuneus naar die omgeving. Het werkt vernielingen, vandalisme en criminaliteit in de hand. Want wat maakt het nog uit als het toch al een zooitje is?
Hoeveel schoner en leefbaarder zou Amsterdam wel niet zijn als we alle ondernemers verplichten de openbare ruimte voor en rond hun pand schoon te houden? Het kan simpelweg opgenomen worden in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) op laste van bekeuringen. Buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) kunnen er dagelijks op handhaven met een lik op stuk-beleid. Dat betekent meer inkomsten voor de stad en een veel schonere stad. Het is ook een betere en meer productieve inzet van de BOA’s die nu vaak in groepen van vier over straat slenteren en overlast gevende passanten nauwelijks durven aan te spreken.
Als de ondernemers hun straatje schoonhouden, dan heeft dit vrijwel zeker ook een positief effect op het gedrag van bewoners en toeristen. Maar daarmee zijn we er natuurlijk nog niet. In Amsterdam zijn er door de jaren heen veel vuilnisbakken in straten en grachten verwijderd en vervangen door centrale plekken waar bewoners hun vuilnis, papier, glas en kleding in kunnen leveren. Die containers zitten voortdurend vol. De gemeente roept regelmatig bewoners op om een container te adopteren en de omgeving rondom schoon te houden. Maar dat is vaak onbegonnen werk. Het is ook van den zotte om de belangrijke gemeentelijke taak om een leefbare en schone omgeving te bieden in handen van vrijwilligers te leggen.
De openbare containers kunnen daarom beter vervangen worden door bemande mobiele inleverpunten die dagelijks op vaste, centraal gelegen plekken staan. En dat iedere dag doen vanaf een uur voor tot een uur na de winkelopeningstijden. Is er eentje bijna vol, dan kan hij een nieuwe uit de poule oproepen en zijn lading gaan lossen. Deze vrachtvervoerders kunnen in ploegendiensten werken en voor deze elektrische auto’s kunnen parkeerplekken worden gereserveerd met behulp van de bekende paaltjes met sleutels. Je hebt daarmee ook direct extra handhavende ogen en oren in het gebied die hun pappenheimers leren kennen en tijdens het inzamelen ook gewoon tijd hebben voor een praatje. Er zijn genoeg mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en nieuwkomers die dit werk kunnen doen tegen een fatsoenlijk salaris (minimaal Voor14.nl).
Als mijn oma zich vroeger wel eens beklaagde over dingen die ‘vroeger beter waren’, dan moest ik altijd lachen en nam me voor zelf nooit zo naar het verleden te kijken. Maar als ik nu rondkijk in het vervuilde en onder de voet gelopen Amsterdam, dat vergeven is van de camera’s terwijl er ondertussen enorm is bezuinigd op handhavers van vlees en bloed, dan kan ik alleen maar concluderen dat het vroeger wel degelijk beter was.