Hoe staat het met onze weerstand, zullen er nieuwe varianten van het virus verschijnen en hoe zullen mensen het virus verder verspreiden?
Dagelijks maak ik een wandeling door het bos bij ons in de buurt. Vrijwel elke boom komt me vertrouwd voor, als een kennis die ik vriendelijk groet. Verdwalen zal ik hier niet zo snel, maar het is anders met de echte wereld waarin ik ben terecht gekomen. Zolang ik in het bos blijf, verder de deur niet uitga en het nieuws niet binnenlaat valt het mee, maar doe ik dat even niet, dan dringt een wereld die ik niet ken onze woning binnen. Door het raam dat openstaat om voortdurend te luchten dringt de kou binnen die aanvoelt als een greep van een ijsmonster rond mijn hart. Bezorgd ben ik. Waar gaat dit naartoe?
Natuurlijk was het bekend dat we met te veel mensen de aarde exploiteren. De fossiele brandstoffen worden verstookt voor het genoegen van reisjes naar plaatsen waar we blijkbaar liever wonen. We laten met behulp van oude brandstoffen die in de aarde miljarden jaren bewaard werden lange rijen auto’s in de file staan. De oerbossen verdwijnen sneller dan regeringsleiders hun handtekening onder nieuwe afspraken ze te beschermen kunnen zetten. De dwazen lachen om de verhoging van de temperatuur op aarde omdat ze denken dat ze dan altijd vakantieweer zullen hebben, maar ze begrijpen niet dat de condities van het overleven in deze drukke wereld daardoor drastisch verslechterten. Ze leveren misschien een handvol extra mooie zonsondergangen in Zandvoort op, maar brengen helse vuren en overstromingen in andere delen van de wereld. De ijskappen verdwijnen en de oceanen komen steeds dichter bij de dorpjes waar de dominee om vrede bidt.
We raken in de war, maar de mensen die we verkozen hebben om ons te leiden doen alsof er niets aan de hand is. Alles is normaal. Raak nou niet in paniek.
Wie had kunnen voorspellen dat een virusje voor nog veel meer tumult zou kunnen zorgen. Maar is het niet eveneens een onderdeel van de tien plagen die verwaarlozing van onze aarde heeft opgeroepen?
Een virusje van vijf letters en een cijfer: COVID-19. Een virus dat al lang bestond, maar dat slechts een aantal exotische dieren besmette, totdat de overbevolking in onze steden en het contact met de leefomgeving van die zeldzame dieren ervoor zorgde dat nummer 19 muteerde. Er kwam een variant die vrije gemakkelijk mensen infecteerde. Waarom? Omdat de leefwijze van die mensen het zo gemakkelijk maakte. Mensen kunnen niet zonder elkaar, ze zoeken elkaar op, zoeken elkaars zweterige nabijheid, schuilen in de winters in kleine ruimtes waar ze feest vieren. Zonder feestjes kunnen ze niet meer.
En hop, het virus gaat zo over op een ander. Epidemiologen en politici hebben het uitgelegd, maar iedereen hoopte op een medisch wonder. Dat er een vaccin zou komen, dat er medicijnen ontwikkeld zouden worden om de infectie te bestrijden, maar adviezen voor gedragsverandering werden slechts heel voorzichtig gegeven. Anderhalve meter, in je elleboog niesen, met zijn vieren sinterklaas vieren. Het is goed dat er een vaccin is gekomen dat er voor zorgt dat wie geïnfecteerd wordt minder ziek wordt, maar je kunt de aanpak van het probleem daar niet volledig afhankelijk van maken.
Het vreemde is dat er wetten en regels zijn die steun bieden bij aanpak van infectieziekten. Overheden hebben daar afspraken over gemaakt en ook in Nederland geldt de Wet Publieke Gezondheid waarbij de overheid de verantwoordelijkheid heeft de stappen die noodzakelijk zijn om infectieziekten te bestrijden te nemen. Maar in Nederland betekent het dan dat er een grote praatgroep is ontstaan waarbij men elke avond op de tv babbelt over de aanpak en verschillende visies tegen het licht houdt alsof alles gelijkwaardig is. Alsof de wetenschappelijk verantwoorde aanpak van infectieziekten ineens ter discussie staat, mensen die zich erin bekwaamd hebben niet geloofd worden en men als kinderen die om snoep zeuren bezig is de vrijheden te verdedigen die nu juist de overdracht van het virus zo gemakkelijk maken. Volle stadions, feesten, evenementen, de vrijheid om de supermarkt door te lopen zonder een mondkapje op te doen. Kijk mij eens.
Bang. Veel mensen zijn doodsbang. Vaak wordt mij gevraagd wat ik ervan vind. Ja, ik was misschien ooit de vertrouwde onafhankelijke schrijver over medicijnen, maar dit is mijn terrein niet. Ik weet slechts wat ik over virusziekten leerde op de doktersmulo en uit interesse lees ik over het virus, die kleine pestkop. Voor meer inzicht gebruik ik daarom hier het artikel van Sarah Zhang van The Atlantic. Ze gaat in op wat er de komende winter zal gaan gebeuren. In de winter slaat het virus met name toe en de ontwikkelingen van de afgelopen weken laten zien dat we ons zorgen moeten maken. De WHO verwacht dat er komende winter in Europa 500.000 sterfgevallen gerelateerd aan COVID-19 zullen zijn en we zijn al code zwart..
Sarah Zhang schrijft dat wat deze winter gebeurt afhankelijk is van drie onbekenden. Hoe staat het met onze weerstand, zullen er nieuwe varianten van het virus verschijnen en hoe zullen mensen het virus verder verspreiden. Maar ook moeten we onderscheiden wat door deze pandemie ineens zichtbaar wordt.
Om met dat laatste te beginnen, de druk op de capaciteit van ziekenhuizen en met name de IC-afdelingen is angstaanjagend. Dat komt echter niet zo zeer door COVID-19. Dat virus maakt het alleen maar zichtbaar. De zorg is de afgelopen jaren veranderd van een sociaal systeem tot een zakelijke onderneming. De stapsgewijze privatisering van de zorg die ingezet werd door toenmalig minister voor volksgezondheid, welzijn en sport Hans Hoogervorst van de VVD (2003-2007) heeft ervoor gezorgd dat onderdelen die niet zo gemakkelijk op de markt te zetten zijn een neerwaartse ontwikkeling hebben doorgemaakt. Dat is duidelijk zichtbaar bij ouderenzorg en jongerenzorg, maar ook bij een pandemie waarbij preventie een sleutelrol speelt. Wie daar niet goed op zijn winkel let zit snel met een stevige stroom van mensen die er het slachtoffer van werden. Dus al die nadruk op overbelaste ziekenhuizen door COVID-19 neemt de aandacht enigszins weg van het falen van de overheid op het gebied van preventie en het op peil houden van een goede gezondheidszorg.
Hoe zit het met de eerste onzekerheid van Zhang, de immuniteit van de bevolking? Immuniteit is niet in een cijfertje te vangen. Het menselijk immuunsysteem bestaat uit een veelheid van reacties van cellen (T-cellen bijvoorbeeld) en boodschapperstoffen (cytokinen, immuunglobulinen) in het lichaam, die in een het grote orkest dat de immuniteit is, elk een rol in de muziek spelen, onder invloed van factoren van buiten en ook in de aanleg van de mens. Dus andere ziekten (griep bijvoorbeeld) kunnen de weerstand verminderen, maar ook de leeftijd en onderliggende ziekten zoals diabetes en hartaandoeningen. Immuniteit laat ook een golvend patroon zien. Afhankelijk van het beroep dat op het systeem gedaan wordt is het sterker of zwakker.
Wat hoop biedt is dat zonder twijfel wetenschappelijk aangetoond is dat vaccinatie de immuniteit versterkt. Ik voeg hier geen discussie aan toe, want de meest democratische manier om beweringen in een complexe samenleving te toetsen is de wetenschap. Het draait daarbij nooit om individuen, geloof of een intuïtie maar om netwerken, discussie, consensus, peer review, en de eis dat de data altijd transparant beschikbaar is voor andere onderzoekers. Wie te lui is zich daarin te bekwamen stelt zich buiten de samenleving op. De vraag is hoe je met zulke mensen in een samenleving om moet gaan.
De tweede onzekerheid van Zhang is het virus. Blijft dat virus het zelfde als het tot nu toe was. Aanvankelijk werd aangenomen dat het virus heel langzaam muteerde, maar al snel kwamen er twee varianten, de alfa en de beta variant. Vervolgens kwam de deltavariant. Drie mutaties binnen een jaar en telkens wat meer besmettelijk. Sommige deskundigen denken dat het virus in de winter van 2023 wel zo’n beetje verslagen is, maar is dat geen wishful thinking? De evolutie werkt nu eenmaal zo dat als er ook maar een paar virusvarianten ontstaan die weer wat beter overleven, ze snel in aantal toenemen en de zwakkere gaan overwoekeren. Daar moeten we toch niet aan denken.
De derde onzekerheid van Zhang is de menselijke factor. Is dat niet altijd de meest onbetrouwbare factor? Die virussen doen op zichzelf weinig hoor, die vliegen mee met de mensen die ‘even’ willen ‘leven’ in Italië of Spanje en ongelukkig worden als het al weer een half jaar is dat ze er niet uit konden. Die virussen kunnen niet dansen op een dansfeest. Die virussen zitten niet in overvolle stadions. Ze komen mee met hun drager, mensen die er – ze begrijpen niet hoe – eentje ergens opgelopen hebben. In het licht van de Wet Publieke Gezondheid van 2008 is de overheid ook verplicht verantwoordelijkheid te nemen voor de menselijke factor bij de pandemie. Dralen en vaagheden omdat je verkiezingen wil winnen hoort niet bij een behoorlijke regering. Dat er de afgelopen jaren diepgaand wantrouwen is ontstaan tussen allerlei groeperingen in de samenleving en de overheid heeft ook niets met de pandemie te maken, maar maakt het wel moeilijk. Die samenleving moeten we samen weer vertrouwd maken, zodat zoveel mogelijk mensen zich er weer thuis voelen.