Het is best denkbaar dat een FvD-minnende leerling mij ‘aangeeft’ omdat ik in zijn ogen een ‘partijdige docent’ zou zijn
Forum voor Democratie (FvD), de partij van Thierry Baudet, opende deze maand een ‘ meldpunt indoctrinatie op scholen & universiteiten ‘. Na de enorme winst bij de Provinciale Statenverkiezingen neemt de invloed van de partij toe. Daardoor wordt de vraag wat je als docent met zo’n meldpunt aanmoet belangrijker. Enerzijds ben ik geneigd om te denken: geef ze wat extra’s te doen. Aan de andere kant is er ook iets te zeggen voor negeren en uitlachen.
Neofascistische studentendebatclub? Want laten we wel zijn: moeten we een veredelde studentendebatclub echt serieus nemen? Ja, er hebben veel mensen op gestemd, maar inhoudelijk is er de nodige kritiek. Ook aan de rechter – enmeerliberale kant van het politieke spectrum. En historicus Joep Leerssen meent in de overwinningsretoriek van Baudet ‘ neofascisme ‘ en ‘allemaal gedachtes die rechtstreeks uit sociaal-darwinisme van 1900 afkomstig zijn’ te ontwaren.
Over de plaats die deze ideeën in de Nederlandse democratie (mogen) hebben is een heel andere discussie te voeren, maar feit blijft dat ondanks de retorische bravoure van het Forum voor Democratie, het daar ook vooral bij lijkt te blijven: retoriek. Het bezetten van de stoeltjes wordt een hele opgave voor het Forum. Het lijkt er zelfs op dat Baudet zich laat verleiden tot de meer nepotistische kartel-aanpak. De aanpak die hij zegt zo te verafschuwen. Dat levert los van de vraag of je zo’n partij nou wel of niet serieus moet nemen nieuwe zorgen op.
Gaan mijn leerlingen mij aangeven? Zijn er ook goede dingen te zeggen? Laten we nog eens kijken naar het meldpunt. In eerste instantie lijkt ‘voorstellen doen om het onderwijs structureel te verbeteren’ een opsteker voor het onderwijs. Dat (nog) beter onderwijs ook één van mijn dromen is, kan geen geheim zijn. Maar als ik vervolgens lees dat hij ‘vooringenomen toetsen, politiek gekleurde examenvragen, eenzijdige lesboeken, oikofobe projecten en partijdige docenten’ wil opsporen, is er van mijn enthousiasme weinig meer over. Vooral doordat deze opsomming zo onbepaald en impliciet gekleurd is.
Eerder schreef ik al waarom filosofie zo’n belangrijk vak (voor de toekomst) is. Eén van de vaardigheden die we bij filosofie oefenen, is het standpunt van de ander innemen. Dat betekent dat we soms inderdaad ‘politiek gekleurde examenvragen’ gebruiken, om de denk-lenigheid van leerlingen te testen. Het is best denkbaar dat een FvD-minnende leerling mij ‘aangeeft’ omdat ik in zijn ogen een ‘partijdige docent’ zou zijn.
‘Voordelen van oikofobie’ Ook is het nog maar de vraag of het FvD ook problemen heeft met ‘eenzijdige lesboeken’ die hoofdstukken lang (impliciet) de grootsheid van het Koninkrijk der Nederlanden bejubelen en één paragraafje wijden aan de gruwelen van bijvoorbeeld de slavernij en het kolonialisme. Het zou me niet verbazen als meer aandacht voor deze onderwerpen voor het FvD nu juist een voorbeeld is van ‘ oikofobe projecten ‘. Hetzelfde geldt voor klachten over maatschappijleerboeken die bedenkelijke passages toevoegen over etnische minderheden.
Om deze en andere redenen is in mij al het idee opgekomen om volgend jaar een project met filosofie-leerlingen te doen waarin zij de ‘voordelen van oikofobie’ moeten weergeven. Het nieuwe examenboek voor VWO, Het goede leven en de vrije markt , biedt daar vast een ingang voor.
Totalitair? Er zijn meer mogelijkheden. Een docent maatschappijleer zou leerlingen een vergelijking kunnen laten maken tussen dit meldpunt en het verraden van dissidenten in totalitaire regimes. Hoeveel overeenkomsten en verschillen zijn er nu eigenlijk? Wil Thierry echt zo ver gaan om linkse docenten te vervangen door zijn ‘ eigen mensen ‘?
Ook zou ik mijn collega’s van geschiedenis wat suggesties kunnen doen. Om een beter beeld te krijgen van waarom Nederland eruitziet zoals het eruitziet is een groot project over de gruwelen van het slavernijverleden immers geen gek idee. Of laten we eens kijken naar de onwil van Nederlanders om werk te doen waarvoor zij zich te goed voelen – of waarvoor ze simpelweg te lui zijn. De FvD-achterban voorop.
Een meldpunt indoctrinatie vraagt om een kritische blik Die luiheid zien we ook terug in het Meldpunt. In plaats van een Meldpunt Indoctrinatie oprichten, zou je immers op bezoek kunnen gaan bij scholen. Maar ik wacht net als andere docenten al ruim vijftien maanden op Thierrys bezoek. Ook in de Kamer laat het FvD het vaak afweten.
Dus misschien moeten docenten het Meldpunt juist opvatten als een uitnodiging. Om de macht te trotseren. Want hoe graag het FvD zich ook wil manifesteren als ‘ buiten de macht ‘, de partij is er onmiskenbaar en onlosmakelijk onderdeel van. In een tijd waarin een kritische blik toch al meer noodzaak dan luxe is, hebben we als docenten misschien wel de morele plicht om hier ook echt een kritisch antwoord op te geven.