Ik raakte al mijn foto's, herinneringen kwijt om vervolgens in de rechtszaal te ontdekken wat deze man nog meer op zijn geweten had
Een mij onbekende smeerlap had mij drie dagen eerder een chatberichtje gestuurd. Ik reageerde niet. In een tweede poging tot contact ontving ik op zondag een bericht met alleen een foto die door Facebook werd afgeschermd. Ik moest daardoor eerst op een blauw vakje klikken om die kunnen te zien. Natuurlijk overwon de nieuwsgierigheid. Een grote blote, bungelende piemel lachte mij schunnig toe. Had ik die kunnen verwachten? Waarschijnlijk. Het was zeker niet mijn eerste ervaring met een ongevraagde dickpic. Toch schrok ik.
Kanonnade Ik antwoordde zoals ik vaker in dit soort gevallen ‘reply’; met een foto van een enorme leuter. Ditmaal van een shemale. Meer is meestal ook niet nodig om hen te laten aftaaien, maar de beste knaap kon mijn milde reactie niet waarderen. Wat volgde was een kanonnade aan beledigingen en scheldpartijen. En toen knapte er iets bij me. Mijn negatieve seksuele ervaringen zijn zelfs niet op twee handen te tellen. Sinds mijn negende heb ik er mee te maken gehad. Alle vrouwen in mijn omgeving kunnen ook een boek schrijven over de ongepaste berichten en dickpics die zij al ontvingen via sociale media. Of over hun ervaringen met ranzige werkgevers, collega’s dan wel pedofiele leraren die hen ongewenst hebben betast of erger.
De sukkel gebruikte een hele reeks schuilnamen op social media, leerde ik later die zondag, maar bij mij had hij een fout gemaakt. Hij verstuurde het intimiderende bericht vanuit zijn eigen publieke Facebookaccount. Ik was daardoor in het bezit van zijn volledige naam, woonplaats én had zijn profielfoto.
Druppel In een paar minuten tijd had ik de dickpic met behulp van wat ‘stickers’ zodanig bewerkt dat zijn ‘moment of shame’ niet te schokkend zou zijn. Met grote koeienletters zette ik zijn naam en woonplaats erbij, met daaronder de hashtags: schandpaal en viezerik. Voordat ik die post online gooide, heb ik hem netjes gewaarschuwd: ‘You messed with the wrong woman.’
Daniël K. was de druppel. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn moeder, mijn zusje, mijn nichtje, mijn vriendinnen en al die andere vrouwen die door hem en soortgelijke types worden lastiggevallen.
Mijn Facebookvrienden onthaalden me als een heldin. De steunbetuigingen stroomden binnen, van zowel mannen als vrouwen. ‘Eindelijk iemand die hier eens wat aan doet.’ Via via kwam ik erachter dat deze Daniël K. bekend stond als een rare snuiter. Minstens vier vrouwen deden bij mij hun beklag over zijn ranzige praktijken op Facebook. Chatberichten werden gedeeld waarop zijn aliassen te zien waren en waarin hij onder meer dezelfde foto had verstuurd.
Niemand wordt graag ongevraagd geconfronteerd met een blote piemel, zelfs niet op een foto. Ook niet als je veilig achter je scherm zit. Het is een vorm van intimiderend binnendringen in je leven. Toch heeft geen van deze vrouwen er iets tegen gedaan. Misschien is dat zo niet gek gezien wat mij al meteen overkwam, dat de viezerik mij na zijn ‘exposure’ verrot schold en bedreigde. ‘Hier zou ik spijt van krijgen.’
Dat laatste bleek geen loos dreigement. Ondanks dat ik en anderen hem hadden gerapporteerd bij Facebook bleek ik degene te zijn die de volgende ochtend haar account op het sociale netwerk kwijtraakte. Dat wil zeggen dat mijn contacten, berichten, foto’s en chats door Facebook werden afgepakt en ik er geen toegang meer tot had. Voorgoed, zo bleek. In een mail kreeg ik de mededeling dat ik een permanente blokkade had gekregen. Totaal verbijsterd antwoordde ik dat mijn reactie op de ‘dickpic’ diezelfde dag nog had verwijderd. Ik vroeg waarom ik, het slachtoffer van een online potloodventer, werd gestraft terwijl meneer K. zijn accounts gewoon behield en gebruikte. ‘Geen discussie mogelijk’ luidde het antwoord en daarna vernam ik niets meer. Er was geen mogelijkheid om mijn foto’s en herinneringen die ik in de afgelopen tien jaar op het netwerk heb gepost nog te bemachtigen. Alles was weg. Permanent.
Normaal gesproken doet de politie weinig met dit soort zaken, zeker wanneer het een eenmalige actie lijkt. Maar ik besloot me daar niet bij neer te leggen. Op het politiebureau maakte ik er toch melding van. Wat nadat de agente de naam van de dader hoorde, uitmondde in een officiële aangifte. Het bleek om een bekende van de politie te gaan en dit was niet zijn eerste penis-incident.
Potloodventer Daniël K. is een notoire potloodventer, zo bleek. Niet alleen online, ook in de publieke ruimte toont hij maar al te graag zijn geslachtsdeel. Dat vernam ik deze week, toen ik hem zag in de rechtszaal waar hij terechtstond en ik als slachtoffer mijn zegje mocht doen. Vorig jaar oktober bijvoorbeeld posteerde hij zichzelf op de vroege ochtend voor het raam van een school waar een vrouw aan het werk was en begon zich af te trekken. Het slachtoffer schrok zo dat ze zichzelf uit angst in een toilet opsloot. Niet lang daarna stond hij in een voortuin te masturberen. Volgens dat slachtoffer, dat nietsvermoedend op de bank zat met haar eerste kop koffie, stond hij bijna tegen het raam aan. In 2016 heeft hij door midden op een weg aan zijn leuter te sjorren het verkeer opgehouden.
De Volkskrant vroeg twee jaar geleden aan diverse wetenschappers hun hypothese over de psychologische drijfveren van de dickpic-zenders. Universitair docent sociale psychologie Justin Lehmiller stelt dat mannen dickpics sturen omdat ze hun eigen aantrekkelijkheid voor vrouwen nogal overschatten. “Ze zien vriendelijkheid aan voor flirten en voelen daarmee de ruimte om een ongevraagde penisselfie te versturen.” Lehmiller noemt nog een ander motief: exhibitionisme, een parafiele stoornis. “Sommige mannen raken seksueel opgewonden van de gedachte dat hun dickpic een schokkend effect heeft op vrouwen.”
Daniël verklaarde tegenover de rechter dat hij geen kwade bedoelingen had en de foto alleen maar stuurde omdat hij ‘interesse’ in mij had. Voor mij is dat juist een exponent van het walgelijke gedrag en de respectloze houding van mannen tegenover vrouwen. Je kunt een verleidingspoging starten met oogcontact, een glimlach, een geïnteresseerde of sympathieke opmerking en dan zien hoe daar op gereageerd wordt. Zomaar een penisfoto sturen hoort zeker niet tot het lijstje veroveringstechnieken en is altijd onacceptabel. Hij schond mijn eerbaarheid maar ik ontdekte dat je als slachtoffer van dit soort types plots zelf verdacht gemaakt kan worden.
Smaad en laster ‘Smaad en laster’, werd me toegeworpen door de advocaat van Daniël omdat ik zijn praktijken openbaarde. Het was de enige manier. Met mijn actie heb ik vrouwen kunnen waarschuwen voor deze griezel. Mijn Facebook, foto’s en al mijn ‘vrienden’ ben ik misschien verloren, maar mijn bericht heeft destijds honderden mensen bereikt. Ik kan het niet meer nagaan want mijn Facebook-account ben ik kwijtgeraakt door hem publiekelijk aan te klagen. Facebook heeft zo zijn eigen opvattingen over privacy en recht. Daniël K. maakte daar gretig gebruik van.
Als ik hem niet aan publieke schandpaal had genageld, was hij door mij en de andere slachtoffers nooit gelinkt aan al zijn aliassen waarmee hij zijn smerige praktijken bedreef. Zonder mijn aangifte en zijn bekentenis waren de andere twee aangiftes wegens het vage signalement waarschijnlijk te mager geweest om hem op te sporen en te straffen. Facebook mag mij dan tot persona non grata hebben gebombardeerd, maar ik vind mezelf – en de andere twee slachtoffers – verzetsstrijdsters. Omdat drie vrouwen niet weken voor de intimidaties van deze engerd, wordt hij nu gedwongen in therapie te gaan, begeleid te gaan wonen en werk te zoeken. Doet hij dat niet dan moet hij alsnog dertig dagen naar de gevangenis. Daarnaast heeft hij zestig uur taakstraf gekregen.
Te lang hebben we als reactie op dit soort gedrag lief geglimlacht en onze ogen neergeslagen. Te lang hebben we ons laten vertellen dat het eigenlijk onze eigen schuld is. Te lang hebben we ons de mond laten snoeren. Kortom, te lang hebben we het laten gebeuren. Het is tijd dat alle vrouwen opstaan en elkaar beschermen tegen dit soort figuren, zodat deze viezerikken uiteindelijk toch aan het kortste eind trekken.