Een halve eeuw geleden zouden linksen het niet in hun hoofd halen om te spotten met de intelligentie van de massa’s.
Direct na de rampzalige verkiezingen van vorig jaar november stelde Elsevier al dat links en rechts demografisch precies waren omgedraaid: links waren nu de welgestelde, theoretisch denkende intellectuelen, rechts de altijd krap zittende handarbeiders met mbo. Onlangs kwam De Groene Amsterdammer met een vergelijkbaar verhaal, maar veel ingewikkelder, compleet met uitgebreide sociaaleconomische klassenanalyse en een interview met een Welshe filosoof.
Links heeft natuurlijk aardigere idealen dan rechts, maar als het iets fout doet maakt rechts dat eerder, directer en genadelozer duidelijk. Dat is natuurlijk ook in het belang van rechts. Maar als linkse Facebookers met reacties komen als: ‘Helaas waren de verkiezingen een intelligentietest met een negatieve uitslag’ heb ik weinig medelijden met hen en erger ik me daaraan. Een halve eeuw geleden zouden linksen het niet in hun hoofd halen om te spotten met de intelligentie van de massa’s.
Aardige mensen
Je kent ze wel, of misschien niet: die aardige, bevlogen mensen, die overal, vaak onbetaald, doende zijn op plekken waar mooie dingen gebeuren. Behalve in de artistieke sector – veel van hen maken gedichten, of schilderijen – zijn ze actief in Extinction Rebellion en/of clubs van hoogopgeleide gemarginaliseerden. Vaak zijn ze vegetarisch, soms veganistisch, maar die spottende verhalen over havermelk zijn zwaar overdreven en bovendien irrelevant – vergelijkbaar met het gezeur over geitenwollen sokken dat je vroeger over vergelijkbare types hoorde.
Ze zijn meestal vriendelijk en zelden agressief, in tegenstelling tot veel geestverwanten van hen op sociale media (of zouden ze zich daar anders gedragen?). Maar je krijgt niet de indruk dat ze vaak een heel ander slag mensen ontmoeten. En wel de indruk dat zij de programma’s, en meer nog de campagnes, van PvdA/GroenLinks en de Partij voor de Dieren verzinnen.
De Zangeres Zonder Naam
Ik ga hier geen pleidooi houden voor de strategie van de SP uit hun marxisties-leninistiese tijd (zo spelden ze het zelf!). Studenten, waar de partij aanvankelijk grotendeels uit bestond, moesten in de fabriek gaan werken om zo de arbeidersklasse te bereiken. En dat niet alleen: om hun elitaire levenshouding op te geven brachten ze hun Dylan-lp’s naar tweedehands winkels en ruilden ze in voor platen van de Zangeres Zonder Naam. Koos van Zomeren kon daar smakelijk over vertellen.
Toch, de kern daarvan was niet helemáál onzin.
Linkse partijen, vooral PvdA en CPN, waren vroeger grotendeels arbeiderspartijen en dat ging vanzelf. De welvaart stelde nog niet zoveel voor en voor wie daar ontevreden mee was, was duidelijk wie er aangepakt moesten worden: de rijken, de grote ondernemers, de kapitalisten. Kwesties als milieu en migratie speelden nog geen rol. Laat staan dat het binnen links gonsde van gesprekken over privileges, onderdrukking, diversiteit, in verband met zwarte mensen, vrouwen, LHBT enzovoorts.
Met name binnen de PvdA was het onontkoombaar en vanzelfsprekend dat intellectuelen en arbeiders samenwerkten, al zullen beide smaldelen daar ongetwijfeld wel eens moeite mee hebben gehad.
Nu hebben veel mannen en vrouwen met een laag inkomen op zijn minst het gevoel dat migranten en milieumaatregelen nadelig zijn voor hun consumptieniveau, en in het algemeen voor een levensstijl zoals ze die gewend waren. Dat laatste geldt nog meer voor die diversiteitsgesprekken. Niet dat ze een andere levensstijl willen verbieden, helemaal niet, maar ze willen ook niet elke dag op hun Facebooknieuwsoverzicht hun eigen manier van leven ter discussie gesteld zien. En ‘links’ is wat hun betreft de oorzaak van dat alles. Bij mensen zonder historisch besef gaat dat zelfs zover dat ze de hele gevestigde orde, inclusief het jarenlange neoliberalisme van Rutte, ‘links’ noemen.
Nieuwe plekken opzoeken
Wat valt daaraan te doen? Online, of huis-aan-huis tijdens verkiezingscampagnes uitleggen dat je echt het beste met iedereen voor hebt, en dat rechts achterbaks is, zondebokken aanwijst en benedenmodaal uiteindelijk als een baksteen zal laten vallen, is simpelweg niet voldoende. Links zal de gewone vrouw en man weer moeten leren kennen.
Heel praktisch: linkse mensen zouden er goed aan doen, zoals in de jaren zeventig heel gebruikelijk was maar niet per se op dezelfde manier, plekken op te zoeken waar de minder welvarende Nederlander zich bevindt. Vrijwilligerswerk is daarvoor een ideale ingang: buurthuizen in wijken met lagere huren hebben vaak medewerkers achter de bar nodig, of voor kinderclubs. (Voor degenen die zich afvragen of ik mijn eigen wijze raad wel opvolg: dat laatste heb ik dus heel veel gedaan – gewerkt met kansarme kinderen op allerlei plekken in Assen, Groningen en Belfast.) Je kunt ook iets bij de Voedselbank gaan doen en af en toe een praatje met de klanten maken. Inloophuizen voor ex-GGZ-cliënten hebben wel eens medewerkers nodig. Enfin, Humanitas heeft hele lijsten van dit soort werkzaamheden, en er staan ook vrijwilligerssites op internet.
Maar als je niet voor niks wilt werken en liever gewoon een hobby neemt, kun je ook op een kaartclub, voetbalclub of andere sportclub gaan – als het maar niet een plek is waar weer dezelfde figuren komen die je toch altijd al tegenkomt.
Het zou mooi zijn als je op je nieuwe plek cishet witte mannen ziet die voor hun brood achter het stuur zitten, gaten in het wegdek graven en dat soort werk, maar noodzakelijk is het niet. Vrouwen, homo’s en allochtonen zijn ook prima doelgroepen: je merkt dat ze meestal wel oké zijn, maar geen heiligen en evenmin altijd bezig met de Strijd tegen hun Onderdrukker.
Niet op ramkoers
Zie dergelijke contacten niet in de eerste plaats als rekruteringsmogelijkheden voor je ideeën. Ga al helemaal niet op ramkoers, zeker niet als je de plek nog nauwelijks kent. Je hoeft niet te ontkennen dat je links bent, maar het evenmin uit te dragen. Als iemand iets zegt over transseksuelen of milieumaatregelen dat je niet aanstaat of dat je zelfs schokkend vindt, kun je ook zwijgen, of vragen: ‘Goh, wat voor ervaringen heb je daarmee?’ Daarbij hoef je niet direct dingen recht te zetten of je schuldig te voelen als je dat niet doet. Dit contact is er evengoed voor jou om van te leren als omgekeerd.
Je zult merken dat sommige individuen met bizarre meningen bewonderenswaardige dingen doen in mantelzorg, burenhulp, dierenbescherming, en daar soms veel voor over hebben. Rechts, voor zover de mensen die je ontmoet al rechts zijn, =/= slecht.
Een extreem voorbeeld: de zwarte bluesmuzikant Daryl Davis heeft in dertig jaar tijd onafgebroken contact gelegd met vooraanstaande leden van de Ku Klux Klan. Als gevolg daarvan hebben tweehonderd Klanleden hun enge spookpakken vaarwel gezegd. Zoiets nadoen kun je van niemand vragen. Maar het bewijst wel dat er niets immoreels is aan vriendelijke omgang met mensen die fout denken, integendeel. (Dit zeg ik natuurlijk al helemaal niet om de mensen in kwestie met de Klan te vergelijken. Het punt van vergelijking is het vermogen om te luisteren en contact te blijven houden, niet de mening of moraal van de groep waarbij je dat doet.)
Het verrijkt je leven
Goed, dit soort bezigheden kost tijd en iedereen heeft het druk. Anderzijds is zeker het genoemde vrijwilligerswerk volgens mij nuttiger dan een discussieavond over Polarisatie op het partijpand, met een spreker die op het onderwerp is gepromoveerd.
En het is leuk. Dat vind ik tenminste. Niet-intellectuelen zijn óók prettig in de omgang, naar de smaak van sommige mensen zelfs prettiger dan intellectuelen. Een kwestie van even een knopje omdraaien, maar dan zul je hopelijk merken dat niet alleen uit je politieke, maar vooral ook uit je culturele bubbel komen verfrissend kan werken. Het verrijkt je leven.