Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Wat kunnen we leren van de Amerikaanse identeitscrisis?

  •  
06-08-2021
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
119 keer bekeken
  •  
50571650768_8121662869_k

© cc-foto: Geoff Livingston

In Nederland vind je dezelfde beelden als in de VS. Weliswaar met lokale accenten en met minder extreme gevolgen, maar niettemin herkenbaar.
In zijn nieuwe boek Last Best Hope: America in Crisis and Renewal (2021) stelt de Amerikaanse journalist George Packer zijn diagnose over de Amerikaanse samenleving. Vier jaar Trump en een ongecontroleerde coronacrisis hebben de sociale en politieke tekortkomingen van de Verenigde Staten pijnlijk blootgelegd. De kwesties die aan het licht zijn gekomen ― de polarisatie, de ongelijkheid, de rancune tussen stad en land, de verwaarlozing van essentiële overheidsdiensten, de dysfunctionele politiek, het wantrouwen tegen experts en wetenschappers ― zijn in de Trumpjaren voor iedereen duidelijk geworden, maar ze zijn al decennia in de maak.
Packer beschrijft deze problemen aan de hand van vier problematische visies op Amerika die ieder op hun manier aan de huidige crisis hebben bijgedragen. Hoewel Packer deze visies beschrijft als typische producten van de recente Amerikaanse geschiedenis, lijken ze ook een algemener gelding te hebben en houden ze ook aan de andere kant van de oceaan Nederland een spiegel voor.
Het eerste en meest invloedrijke beeld is dat van Free America. Dat is het libertaire ideaal van Amerika als land van de onbegrensde vrijheid. Dit oer-Amerikaanse ideaal heeft vier decennia geleden opnieuw wind in de zeilen gekregen met het presidentschap van Ronald Reagan en heeft sindsdien het Amerikaanse politieke debat verregaand gevormd. Het is het Amerika van deregulering, privatisering, en een overheid die zo moet worden afgeknepen dat je haar, in de woorden van anti-belasting activist Grover Norquist, naar de badkamer kan sleuren en in de badkuip kan verdrinken.
Een dergelijke schrale en ontmoedigde overheid bleek echter niet goed toegerust om een pandemie het hoofd te bieden. Bovendien bleek het reëel bestaande Free America waar vier decennia vrije-markt dogmatiek in heeft geresulteerd, schril af te steken tegen het opgewekte ideaal dat Reagan ooit overbracht. Veel Amerikanen zijn geen zelfredzame burgers geworden die als levenslustige vrijbuiters hun geluk beproeven in het uitgestrekte Amerika, maar verbitterde verliezers, blootgesteld aan de gure wind van de globalisering en de informatisering van de economie.
Het tweede beeld dat Packer beschrijft, is dat van Smart America. De mythe van Free America is dat met inzet, durf en hard werk iedereen zich van een dubbeltje kan opwerken tot een kwartje. Smart America erkent dat dit niet langer opgaat. De sociaal-economische ongelijkheid is verhard en werpt hoge obstakels op tegen sociale mobiliteit. Smart America belooft echter dat iedereen die slim is, iedereen die zich herschoolt en zich aanpast aan de omstandigheden van de 21 ste eeuw de kansen kan grijpen die de nieuwe tijd biedt. Het is verbonden met het presidentschap van Bill Clinton, de opkomst van Sillicon Valley en de transformatie naar een kenniseconomie.
Smart America is het Amerika van de tweede carrières, van de disruptors, de innovatie, en de start-up. Smart America gelooft niet in de oude economie met zijn gevestigde belangen en versteende ongelijkheid en stelt daarvoor in de plaats het ideaal van de meritocratie, de heerschappij van het talent van de nerd en professional die met slimme oplossingen de economie openbreken en transformeren. Na een onstuimige beginperiode van “move fast and break things” blijken deze disruptors ondertussen ook prima in staat de ophaalbrug achter zich op te trekken, nieuwe uitdagers met de monopoliemacht uit de markt te drukken, en hun kinderen vervolgens een steuntje in de rug te geven in de meritocratische rat-race. Ook meritocratie loopt uiteindelijk uit op tweedeling.
Het derde beeld dat Packer schetst is dat van Real America. De burgers die traditioneel werden gezien als de ruggengraat van de Amerikaanse samenleving ― de middenlasse van geschoolde arbeiders, kleine zelfstandigen, boeren en administratief middenkader ― staan in het geglobaliseerde en geautomatiseerde Amerika onder druk en verlangen terug naar Real America , het nostalgische “echte Amerika” van hun jeugd. Ze voelen zich zowel bedreigd van bovenaf, door elites die van hen zijn losgezongen en die hun rol en positie constant inkrimpen en onzekerder maken, en van beneden door migranten en minderheden die hun rechten opeisen en hun directe rivalen zijn geworden op de arbeidsmarkt. Ze zijn trots op het traditionele, blanke en christelijke Amerika van weleer en voelen zich verraden door de kosmopolitische elites die de multinationals en big-tech bedrijven runnen in de Amerikaanse metropolen aan de Oost- en Westkust. Dit echte Amerika bestaat goeddeels uit mensen die de Amerikaanse samenleving draaiende hielden gedurende de lockdowns. Veel kozen voor Trump en zijn na zijn verkiezingsnederlaag nog steeds verongelijkt en boos.
Tot slot beschrijft Packer het beeld van Just America van een grote groep jonge, vaak hoogopgeleide mensen die teleurgesteld zijn in de beloftes van Free America en Smart America en die zich van de weeromstuit verenigd hebben rond het ideaal van “rechtvaardig Amerika”. Denk hierbij aan recente morele bewegingen als Occupy Wall Street, Black Lives Matter, LHBTIQ+ gelijkheid, herstelbetalingen voor slavernij, en het boycotten, of cancelen, van mensen die als kwetsend worden ervaren.
De twintigers en dertigers die warmlopen voor Just America hebben de pech van een late geboorte. Ze zijn overgeschoold, hun studieschuld is hoger dan ooit, maar de deuren van maatschappelijk succes staan voor hen nog maar op een smalle kier. Ze hebben onzeker werk in de gig economy, kunnen alleen van een eigen huis dromen, en hun toekomst belooft een ecologisch rampgebied te worden. Just America functioneert voor hen als een puristisch en steeds verschuivend ideaal van rechtvaardigheid waarmee gevestigde belangen de maat genomen kunnen worden. Steeds verfijndere taalvoorschriften en steeds hogere morele standaarden maken iedereen onzeker en stellen iedereen met een maatschappelijke positie bloot aan het schervengericht van de woke brigade.
Packer stelt dat geen van de vier ideaalbeelden voor Amerika een oplossing biedt. Free en Smart America zijn sociaal, politiek en moreel failliet. Real en Just America zoeken vooral oplossingen in een nostalgisch verleden, of in een impotent symbolisch navelstaren. Volgens Packer moet de oplossing van de problemen van de VS vooral gezocht worden in het verkleinen van de alsmaar groeiende ongelijkheid. Dat wordt natuurlijk vaker gezegd. Politicologen wisten altijd al vrij zeker dat een grote middenklasse die een behoorlijke mate van sociaal-economische zekerheid geniet een essentieel fundament is voor democratie.
Het getuigde dan ook van een aan zelfdestructie grenzende roekeloosheid dat overal in de Westerse wereld, met de VS voorop, die middenklasse de afgelopen decennia is geslachtofferd op het altaar van de globalisering en de automatisering. Dat president Joe Biden met een “Green New Deal” de Amerikaanse middenklasse wil herbouwen en het verdere verval van de Amerikaanse democratie wil tegengaan is een aanwijzing dat hij in ieder geval vermoedt waar het in de VS aan scheelt. Of hij het tij nog kan keren is een open vraag.
In Nederland vind je dezelfde beelden als in de VS. Weliswaar met lokale accenten en met minder extreme gevolgen, maar niettemin herkenbaar. Ook in Nederland heeft het neo-liberale beeld van Free America sinds de jaren tachtig schoolgemaakt. Het is nog altijd de default positie bij velen in het CDA, D66 en de VVD. Ook hier zijn de mantra’s van de meritocratie en de zegeningen van de kenniseconomie gepropageerd. Alle grote middenpartijen en voormalige grote middenpartijen hebben dat evangelie in een of andere vorm verkondigd. Ook hier is er een hang naar het “echte” Nederland van weleer dat verdedigd moet worden tegen de elites van het partijkartel, de grachtengordel, of Brussel, maar ook tegen onassimileerbare vreemdelingen en de “achterlijke cultuur” van de islam. En sinds kort is er ook in Nederland het moreel purisme van Just America , een revolutie die hier eveneens haar eigen kinderen begint te verslinden, zoals Quinsy Gario onlangs heeft ondervonden.
Wat wij hier vooralsnog niet hebben is een begin van een uitweg. Nederland lijkt voorlopig te kiezen voor meer van hetzelfde, voor het ancien régime. Rutte 4, als het er ooit van komt, zal veilig binnen de kaders van Packers vier ideaalbeelden blijven.
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.