Tijdens het ministerschap van Sander Dekker hebben al honderden sociaal advocaten hun toga aan de wilgen gehangen
Een minister voor Rechtsbescherming, voor de regering-Rutte III in 2017 aantrad hadden we die nog niet. Een hele mooie titel voor minister Sander Dekker, maar nu de laatste plannen van Rutte III besproken worden is het goed om eens te kijken wat deze nieuwe minister heeft opgeleverd.
In een rechtsstaat moet je je recht kunnen halen. Dat zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar is het niet. Je recht halen is duur en ingewikkeld. De rechtsbescherming staat onder druk, terwijl dit harder nodig is dan ooit. Er is onrecht genoeg. Denk alleen al aan de inwoners van het aardbevingsgebied in Groningen of de ouders in de toeslagenaffaire. De minister voor Rechtsbescherming had als taak in deze regeerperiode de rechtsbescherming te verbeteren. Het is triest om te moeten constateren dat daar helemaal niets van terecht is gekomen.
Omdat het voor veel mensen te duur en ingewikkeld is om zelf hun recht te halen en advocaten te betalen hebben we gesubsidieerde rechtsbijstand. Een mooi systeem, maar door de vele bezuinigingen piept en kraakt het. Het grootste probleem is dat de rechtsbijstandverleners, sociaal advocaten, geen redelijke vergoeding krijgen. Dat is niet alleen door opeenvolgende commissies vastgesteld, maar ook herhaaldelijk erkend door minister Dekker zelf. Zijn redenering is echter dat eerst het aantal zaken maar moet dalen. Dan is er vanzelf meer geld beschikbaar om de vergoedingen op redelijk niveau te brengen. Dat is meer de denkwijze van een boekhouder dan die van een minister voor Rechtsbescherming.
Uit onderzoek bleek al dat 94% van de advocaten vreest voor verdere tweedeling door de plannen van minister Dekker. Bijna 70% van de advocaten overweegt met het werk te stoppen. Dat is niet alleen een drama voor deze onderbetaalde hoogopgeleide professionals, maar vooral voor hun cliënten. Mensen met problemen met de overheid, hun werkgever of verhuurder. Mensen die juridische bijstand keihard nodig hebben, maar deze nu steeds vaker niet kunnen krijgen. Tijdens het ministerschap van Dekker hebben al honderden sociaal advocaten hun toga aan de wilgen gehangen.
De begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid die recent met Prinsjesdag gepubliceerd werd was de laatste kans voor deze minister voor Rechtsbescherming om hier iets aan te doen. Maar weer blijkt dat er niets gedaan wordt aan de onderbetaling. En dat raakt het fundament van de rechtsstaat, namelijk toegang tot het recht voor iedereen. Dat kan niet zonder gezonde sociale advocatuur. Dat advocaten nu stoppen en expertise verloren gaat is dus een bedreiging van de rechtsstaat.
Helaas voor de rechtzoekenden en advocaten is de Minister voor Rechtsbescherming een liberaal, voor wie de gesubsidieerde rechtsbijstand vooral een financiële last is die zo klein mogelijk gehouden moet worden. Sociaal advocaten krijgen dus pas een redelijke vergoeding zodra er bezuinigd is op het stelsel. Het vertrek van veel sociaal advocaten is voor Dekker dus geen probleem, maar juist de oplossing.
Het is bijzonder frustrerend maar ook kwalijk om te moeten vaststellen dat de eerste minister voor Rechtsbescherming ooit, er in vier jaar tijd niet in is geslaagd de rechtsbijstand te verbeteren en de vergoedingen voor sociaal advocaten op redelijk niveau te brengen. De problemen met de rechtsbijstand zijn verergerd en de titel van deze minister was dus puur symbolisch. Laten we nú de redelijke vergoeding voor sociaal advocaten regelen en mensen zo voorzien van goede rechtshulp. Want zo lang mensen hun recht niet kunnen halen, blijft onrecht bestaan.
Michiel van Nispen, Tweede Kamerlid voor de SPReinier Feiner, voorzitter Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN)