Wees niet bang, want ik kom goed nieuws brengen voor heel het volk. Ja, voor heel het volk. Dat kunnen we wel gebruiken, in deze onzekere tijden, wat u, wat jou.
Woensdagochtend las ik, terwijl wij met zijn allen aan het kerstontbijt zaten, mijn vrouw Maxima had zelf sinaasappels geperst en Alexia had de croissants afgebakken, de tekst van mijn kersttoespraak nog eens over. En opeens dacht ik: Lulkoek. En ik schrok van dat woord. Het is een koning onwaardig om "lulkoek" te denken. En toch dacht ik het. Sterker nog, ik sprak het hardop uit, het schalde door de witte eetzaal. "Lulkoek!" Iedereen lachte en Maxima zei: "Wat is lulkoek?" "Mijn kersttoespraak." "Ja," zei ze, "maar dat is hij toch elk jaar? Gewoon je zalvende stem opzetten, dat kan je zo goed, en invoelend praten, je bent een verbinder. Mijn eigen lieve verbinder."
"Ik kan het gewoon niet rijmen..."
"Het hoeft ook niet te rijmen pap," zei Ariane, "het is toch geen sinterklaasgedicht?"
"Ik was nog niet uitgesproken. Ik kan het niet rijmen met mijn opvattingen. Ik moet straks zeggen dat iedereen hier gelijk is, terwijl dat knettergekke mens van een Faber borden met "hier wordt gewerkt aan uw terugkeer" wil plaatsen en de geboortezorg voor asielzoekers afknijpt. Lekkere kerstgedachte."
"Woo pap, dan heb jij dus echt een probleem," zei mijn kroonprinses Amalia. "Zal ik het dan maar uitspreken, kan ik alvast oefenen."
"Zwijg!" riep ik. "Ik voel me onbegrepen, ongewenst en onbeschermd. Ik heb geen houvast."
"Oh jongen, koninkje," zei Maxima, "wat is er met je. Neem nog een stukje kerststol."
Ze gaf me een dikke plak stol. Ik hapte er kwaad in. Krak, ik beet op iets hards, er brak een stuk van een kroon af, ook dat nog.
"Godsgloeiende," schreeuwde ik.
"Joeoeoeoe, in de mensen een welbehagen pap," Alexia schaterde het uit.
Ik stond op, beende de witte eetzaal uit en ging naar mijn werkkamer. Ik nam plaats achter mijn bureau en ik keek naar de stapel wetten die ik nog moest tekenen. De moed zakte me in de schoenen. Daar komen straks ook nog die drie asielwetten van dat knettergekke mens bij, dacht ik. Ik sloeg met mijn beide vlakke handen op het bureau en ik nam mijn besluit. Mijn besluit waarvan ik thans volk, kond doe.
En dat besluit, dat is het goede nieuws, waar ik daareven mee begon, het goede nieuws voor heel het volk.
Ik zal mij vanaf 25 december 2024, niet meer houden aan de mij opgelegde en neerdrukkende ministeriële verantwoordelijkheid. Vanaf nu toon ik mij weerbaar. Ik ben een mens en ik laat mij niet uit het veld slaan. Ik spreek die hypocriete kerstshit niet meer uit, van: "Discriminatie is hier niet toegestaan." Het stelletje dilettantistische onbenullen dat hier de dienst uitmaakt doet niets anders dan discrimineren. Ze hebben het afgelopen jaar alles gedaan om de onrust in dit land aan te wakkeren en om groepen tegenover elkaar te zetten. Ze hebben vaten olie op het vuur gegooid. Ze willen de burgemeester van Amsterdam het land uitzetten omdat ze een pro-Palestijnse demonstratie toeliet.
En intussen moet je achter een staat blijven staan die de moord op minstens 45.000 onschuldige burgers afdoet als "onopzettelijke doden", anders word je door de moslimhaters uitgemaakt voor antisemiet.
En dat het godbetert de christenen zijn die het kabinet de hand reikten, door te gaan onderhandelen over de onderwijsbegroting, dat is werkelijk onbestaanbaar. Ze bezwoeren bij hoog en bij laag dat ze op geen enkele wijze zouden samenwerken met de PVV.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Deze kersttoespraak zou de hele dag kunnen duren, wat zeg ik, ik zou Tweede Kerstdag ook met gemak kunnen volplempen met al die afzichtelijke kromstatelijke praat die hier uit de Hofstad over Nederland wordt uitgestort, onder toeziend oog van nota bene de zogenaamde hoeder van de rechtstaat, NSC.
Ja, ik ben een mens. Ik ben trots en ik besef dat ik van grote waarde ben. Ik blijf. Ik blijf koning, voor zolang als het duurt. Schoof is op dit moment een kerstmarathon aan het lopen dus hij is niet bereikbaar en minister Uitermark doet niets zonder Omtzigt te raadplegen, en die heeft na het weglopen bij WNL zijn telefoon uitgezet.
Ja, ik blijf, ik ben uw koning en ik kan alleen een verbinder zijn als ik onder het juk van de polarisatoren uitkom. Wij horen samen, dit is ook mijn land. En ik hoop dat wij in 2025 samen tegen deze harteloze kleingeestige bende zullen optrekken. Want hoop is zij aan zij, ja, hoop is wij.
Ik wens u een fijne kerst en een aangenaam etensmaal, met stukjes spekjes daarin.