Code Rood geeft een onthullende inkijk achter de schermen van het coronabeleid
De landen die corona het best bestrijden zijn de naties die geleid worden door vrouwen, constateerden onderzoekers in 2020. Ik moest er aan denken toen ik ‘Code Rood, het verhaal achter het coronabeleid’ las, het spraakmakende boek van de Op1-redacteuren Thijs Broer en Peter Kee. Halverwege het smeuïg geschreven boek begon me op te vallen dat er nauwelijks vrouwen in voorkomen. Tegen het einde is er wat aandacht voor Mona Keijzer en Sigrid Kaag maar die speelden amper een rol bij de bestrijding van de pandemie. Bij de eerste leidde dat tot zoveel frustratie dat ze zich in De Telegraaf tegen het kabinetsbeleid keerde. Ze werd prompt ontslagen.
De enige vrouw die er in het boek echt uitspringt is Femke Halsema. Ze komt op voor haar burgers en combineert een vechtersmentaliteit met empathie. Terwijl in de zomer van 2020 het beleid In Den Haag steeds warriger wordt en niemand er nog een touw aan vast kan knopen als het virus weer onrustbarend om zich heen begint te grijpen, komt Halsema met een lokale routeplanner die duidelijk maakt wanneer overgegaan wordt tot welke – zware – maatregelen. Ze vraagt het kabinet daar in de publiciteit geen aandacht aan te besteden want ze wil wel duidelijkheid scheppen maar geen onrust. Prompt wordt ze door Den Haag genaaid tijdens de eerstvolgende persconferentie. “Tot verbijstering van Halsema kondigt Rutte ook plompverloren aan dat Amsterdam ‘later vanavond gerichte maatregelen presenteert om de risico’s op drukke plekken in de stad terug te dringen’. ”
De burgemeester wordt overvallen door een horde journalisten die zich met grote spoed van Den Haag naar de hoofdstad begeven. Het kabinet, dat uitblinkt in gebrek aan maatregelen, heeft namelijk bedacht dat het voortaan de regio’s zelf moeten zijn die corona naar eigen inzicht gaan bestrijden, al naar gelang de lokale staat van de pandemie. Dus zware maatregelen in hotspot Amsterdam terwijl het leven in Assen onbelemmerd door kan gaan. Althans dat is de bedoeling want in de praktijk mislukt het, schrijven Broer en Kee: “De landelijke regie blijft uit. Als het ‘regionale dashboard’ van het kabinet op 18 september eindelijk af is, is het al te laat. Het aantal besmettingen stijgt zo snel, dat Hugo de Jonge en Mark Rutte zich alsnog gedwongen zien tot nieuwe landelijke maatregelen.”
Code Rood is een aaneenschakeling van dit soort verhalen: er duikt een probleem op, er wordt een plan gemaakt, iedereen loopt elkaar daarbij vervolgens voor de voeten en tegen de tijd dat het wordt uitgevoerd, is de situatie al geëscaleerd. Tot zo’n conclusie komen de schrijvers overigens niet. Ze mijden ogenschijnlijk ieder oordeel, noteren alleen maar de volgorde van gebeurtenissen en ingrediënten. Het is wat dat betreft een soort politiek kookboek waarbij de chefs zich niet uitlaten over de smaak van het resultaat. Althans zo lijkt het, maar journalistiek is nu eenmaal ook het maken keuzes en dat vereist toch echt een mening. Door hier en daar een bijvoeglijk naamwoord wordt ook duidelijk welke accenten ze leggen en waar ze subtiel op sturen. De column van Telegraaf-journalist en vaste Op1-gast Wouter de Winther is “veelgelezen”. De vrienden van de van antisemitisme beschuldigde Baudet zijn Joods, vermelden ze nadrukkelijk.
Code Rood is een kroniek van de gebeurtenissen in de Haagse politiek tijdens het coronajaar. Of liever gezegd, het is een 280 bladzijden tellende bloemlezing uit de ongeschreven kroniek, die in werkelijkheid duizenden pagina’s zal omvatten want de tijd waarin het zich afspeelt was politiek gezien zo rumoerig dat er elke dag voldoende gebeurde om een apart boek mee te vullen. Van de intelligente lockdown tot de nazificatie van Forum voor Democratie. En dat gaat tot op de dag van vandaag door. De auteurs hebben het boek geschreven op een boot, vermeldt het naschrift, maar figuurlijk gesproken zaten ze natuurlijk op een raft in een stroomversnelling van gebeurtenissen. Het is een knappe prestatie dat ze niet al doende verdronken zijn in hun onderwerp.
De schrijvers kiezen voor de methode van New Journalism. Het is non-fictie geschreven met de technieken van fictie dus je krijgt als lezer het gevoel dat je aan tafel en er met je neus bovenop zit. Het is geschreven vanuit het perspectief van de hoofdrolspelers en dat zijn de mensen met macht. Ze hebben honderden gesprekken gevoerd om tot zo realistisch mogelijke reconstructies te komen en tappen ook rijkelijk uit hun eigen ervaringen want de talkshow waar ze voor werken is nu eenmaal een aanbouwserre van het Binnenhof. Je ervaart hoe Pieter Omtzigt in een burn out belandt, hoe hij in gezelschap van journalisten wanhopig een boek tegen de muur smijt. Je maakt mee hoe Rutte zelfs uitbundig enthousiast kan zijn over kaasstengels in de gastenruimte van Op1. “Oooh, wat goed! Hmmm, heerlijk.’” Dat maakt dat het boek vaak wegleest als een lekkere Scandinavische thriller. Maar het bepaalt ook aan welke onderwerpen de auteurs aandacht besteden. Van Dissel wilde niet meewerken dus we zullen nooit antwoord krijgen op mysteries als waarom hij altijd dezelfde overhemden met contrastboord draagt. Of misschien zelfs wat het idee is achter zijn adviezen.
Je leest daarentegen wel over een ontmoeting tussen Wilders en Baudet waarbij er een hele fles Hongaarse likeur doorheen wordt gejaagd. Het is intrigerend om te leren dat Wilders door Baudet wordt uitgelachen als hij vreest met corona besmet te zijn door Hiddema maar tegelijkertijd is de anekdote niet erg relevant. Of neem de historische speech die Rutte houdt vanuit het Torentje. Wel aandacht voor het zonlicht dat door het raam naar binnenvalt maar geen woord over de intentie van de toespraak. Wat wilde Rutte er mee bereiken en hoe pakte dat uit? Was de passage over groepsimmuniteit inderdaad een bananenschil of gaf die juist inzicht in de gekozen maar onverkoopbare strategie?
Het is onontkoombaar bij een boek als Code Rood dat je gaat nadenken over wat er niet in staat. Aan de val van het kabinet en het Toeslagenschandaal wordt amper aandacht besteed. Oppositiepartijen komen niet of nauwelijks aan bod, behalve die van Wilders en Baudet. Terwijl het bijvoorbeeld de Partij voor de Dieren was die als een van de eerste de rol van de veehouderij bij een zoönose als corona aankaartte, een inzicht dat later ook de Franse president Macron werd opgepikt. Of Sylvana Simons die Rutte aanklaagt dat hij bewust aanstuurde op dodelijke slachtoffers van de ziekte. Dat klinkt als het spraakmakende verwijt van Fortuyn destijds aan het adres van minister Borst over de wachtlijsten in de zorg: zij heeft meer doden op haar geweten dan Osama Bin Laden.
Het boek is niet alleen het lezen waard, het is ook waardevol omdat het de aanzet tot meer verhalen en graafwerk geeft. De scoop over de moddergooi campagne tegen Rutte waar het team van Hoekstra mee speelde bijvoorbeeld. Een van de lui die daar bij betrokken was, is ene Martin van Putten, in het boek omschreven als media-adviseur. Tom-Jan Meeus, parlementair redacteur van NRC, onthulde een tijd later dat het gaat om een oud-Telegraafjournalist die tot 2019 medewerker van de PVV was. Dat laat zien hoezeer het gif van het populisme het CDA is binnengedrongen en de partij van binnenuit kapotmaakt. Hup, weer stof voor een boek.
De auteurs constateren dat in Nederland niemand de baas is. Die conclusie komt expliciet een paar keer terug in het boek en vormt ook de rode draad door alle verhalen. Er zijn zoveel overlegstructuren, de verantwoordelijkheden zijn zo gespreid, iedereen lult elkaar zo de oren van de kop dat niemand het echt voor het zeggen heeft. Rutte maakt graag gebruik van dat Godfried Bomansachtige beeld en het is ook hoe Nederland zichzelf bij voorkeur ziet maar het is de vraag of het klopt. Ik denk van niet. Er zijn mensen die wel degelijk de macht in handen hebben en ik vraag me na het lezen van Code Rood af hoe we de coronacrisis door zouden zijn gekomen als Femke Halsema aan het roer had gestaan. Maar dat is meer iets voor een roman.