De wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg zijn veel te lang. Patiënten in de GGZ, met name in de jeugdzorg, moeten vaak veel langer wachten op hulp dan de afgesproken nomen.
Zorgverzekeraars en zorginstellingen spraken samen zeventien jaar geleden af dat er een grens moet zijn aan hoe lang mensen moeten wachten op zorg. De normen die toen zijn gesteld heten in de zorg de Treeknormen. Volgens die afspraken zou er maximaal vier weken tussen een verwijzing en een intakegesprek mogen zitten.Vervolgens zou er maximaal tien weken tussen de intake en de daadwerkelijke behandeling mogen zitten. De praktijk is echter anders, het halen van de gestelde normen worden is eerder uitzondering dan regel.
Vooral in de jeugdzorg worden de gestelde Treeknormen flink overschreden. Jongeren wachten gemiddeld twee weken langer dan de maximale wachttijd. In individuele gevallen kan de wachttijd oplopen tot meerdere maanden.
Sinds januari 2015 zijn gemeenten zelf eindverantwoordelijk voor de jeugdzorg. Onder hun taken vallen het reguleren van wachttijd, door bijvoorbeeld het geven van extra budget. Maar de Vereniging van Nederlandse Gemeenten erkent die verantwoordelijkheid maar legt hem ook weer soepel terug bij zorginstellingen zelf. Het zou gaan om ‘wederzijdse verantwoordelijkheden’.
In antwoord op vragen van het NRC schrijft de NVG: „De Treeknormen worden als richtlijn nog wel gehanteerd maar in principe maakt iedere regio in de ketenafspraken met aanbieders zodat er tijdig zorg kan worden geboden.”
De woordvoerder van de NVG zegt dat gemeenten ‘het gesprek aan gaan met de keten van aanbieders’ als de wachttijden te lang zijn. Gemeenten en zorginstellingen moeten dan ‘goede afspraken’ met elkaar maken. Maar ook de NVG moet erkennen dat dit ‘nog niet overal even soepel loopt’.
‘Niet even soepel’ vertaalt zich volgens Onderzoeksbureau MediQuest naar een gemiddelde wachttijd van zes weken tussen verwijzing en intakegesprekken voor kinderen in de jeugdzorg. Meer dan de helft van de ggz-instellingen in Nederland lukt het niet om kinderen binnen op tijd te helpen. Tien procent van de kinderen moeten zelfs meer dan drie maanden wachten op hulp in de geestelijke gezondheidszorg.
De brancheorganisatie GGZ Nederland zegt ‘voortdurende aandacht’ te hebben voor de wachttijden. Volgens hen worden de problemen veroorzaakt door ‘het onvoldoende functioneren van de keten. Van belang is dat alle partijen hun bijdrage blijven leveren om de cliënten die zorg nodig hebben, zo snel mogelijk de juiste plaats te bieden.’