Het zijn namelijk net mensen. In de rechtszaal geldt hetzelfde adagium als op de ICT-afdeling van een groot bedrijf: read the fucking manual. Anders krijg je een suboptimaal resultaat.
Vrijdagochtend vond in de Eerste Kamer een merkwaardige interruptie plaats. Het gebeurde tijdens het debat over de wet op het ongeoorloofd vertoeven in de open lucht. Paul Frentrop, fractievoorzitter van het FVD, prees de voorzieningenrechter die de avondklok buiten werking had gesteld. Daarbij noemde hij haar bij naam, Sonja Hoekstra-van Vliet. Onmiddellijk sprong zijn collega van de ChristenUnie, Mirjam Bikker, naar voren om Frentrop de oren te wassen. Het ging niet aan namen van rechters te noemen. Slechts de uitspraak telde en onder dezelfde omstandigheden was elke rechter tot dezelfde conclusie gekomen. Door Hoekstra-van Vliet bij name te noemen, tastte Frentrop de scheiding der machten aan. Bikker kreeg steun van andere senatoren. Frentrop maakte zich niet druk. Eigenlijk haalde hij zijn schouders op over deze kritiek en zette zijn betoog voort.
Het was merkwaardig om te zien hoe senatoren zich beijverden een fictie in stand te houden. Niet voor niets zijn rechtszaken openbaar. Het publiek moet in staat zijn de gang van zaken te volgen. Zo kan het vaststellen dat alles volgens de regels verloopt en er werkelijk recht gedaan wordt. In dit verband zijn livestreams een zegen.
De geschiedenis van het recht toont zonneklaar aan dat niet elke rechter, geconfronteerd met hetzelfde dilemma, dezelfde uitspraak zou doen. Tot het gilde behoren excentrieke verschijningen en dooie dienders, strenge en milde straffers, stellers van sarcastische en van invoelende vragen, verpletterende en minder verpletterende persoonlijkheden. De toga is bedoeld om uniformiteit te scheppen maar slaagt daar niet in. Eerder worden de eigenaardigheden van de dragers er door geaccentueerd.
Advocaten en officieren van justitie houden met dit alles heel goed rekening want het helpt niet als je bij rechters op de verkeerde knoppen drukt en ze daardoor irriteert. Ze hebben allemaal hun eigen gebruiksaanwijzing. Het zijn namelijk net mensen. In de rechtszaal geldt hetzelfde adagium als op de ICT-afdeling van een groot bedrijf: read the fucking manual. Anders krijg je een suboptimaal resultaat.
Het is dan ook allerminst een aantasting van de trias politica als je rechtszaken kritisch bespreekt zoals het ook met een concert of een toneelvoorstelling gebeurt. Daarbij is kennis over de identiteit van de hoofdrolspelers essentieel. Elk vogeltje zingt immers zoals het gebekt is. Dat dient in de verslaggeving en het commentaar achteraf tot uitdrukking te komen.
Voor het hoger beroep in avondklokzaak is het optreden van mr. M.A.F. Tan-De Sonnaville wezenlijk. Op de zitting van woensdagavond bekte zij meteen al de vertegenwoordigers van Viruswaarheid af. Ze dreigde zelf een van hen de zaal uit te zetten als hij zijn mond niet hield. Dat kwam haar meteen op een wraking te staan. Het geding verliep voor het overige in sneltreinvaart. Mw. Tan-De Sonnaville zag ondanks de vertraging door dat wraken toch kans nog geen uur vóór de aanvang van de avondklok te bepalen dat die gehandhaafd zou blijven tot er uitspraak zou zijn gedaan in het echte hoger beroep.
Dat diende vrijdag terwijl een paar straten verder de Eerste Kamer een ijlings in elkaar getimmerd wetsvoorstel behandelde om de avondklok onder alle omstandigheden te kunnen behouden.
Op woensdag had de regering behoefte aan een onmiddellijke uitspraak. Nu was het in haar belang die juist uit te stellen. Zo lang mw. Tan-De Sonnaville zich beraadde, bleef de avondklok immers sowieso gehandhaafd.
De mislukte wraking had haar aangegrepen want ze gedroeg zich vrijdag over het algemeen poeslief. De zitting duurde tot in de middag. Daarna verklaarde mw. Tan-De Sonnaville dat het Hof bij nader inzien de tijd zou nemen zich uitvoerig te beraden. Pas volgende week vrijdag valt een schriftelijke uitspraak te verwachten. Er kwam dus ‘s avonds geen nieuwe zitting die zich tot een groot mediamoment had kunnen ontwikkelen met een extra Journaaltje en zo. Wie weet zou de uitspraak tot korte berichtjes in de krant leiden omdat ze inmiddels alle actualiteit had verloren. Ook als het Hof de uitspraak van de voorzieningenrechter onverhoopt mocht hebben gehandhaafd. Het was precies wat Rutte en Grapperhaus nodig hadden. Zij krijgen nu een week om hun nieuwe wet over het vertoeven in de buitenlucht daadwerkelijk in te voeren.
De ene keer bloedspoed, de tweede maal een gezapig tempo en lang nadenken (zogenaamd?) omdat de partijen met een verpletterende hoeveelheid nieuw materiaal waren gekomen. Zou dat Hof onder leiding van mw. Tan-De Sonnaville zich echt niet hebben laten leiden door wat het in zijn grote wijsheid als het landsbelang beschouwde? Namelijk dat het onder de huidige omstandigheden niet verantwoord is de regering welke stok dan ook tussen de benen te werpen. Worden zij soms mede geleid door het grote schrikbeeld van de villawijken, chaos? Als van zulke emoties geen sprake is, hoe valt dan te verklaren dat de timing van het Hof zo exact past bij die van de regering, terwijl voor andere partijen het lange wachttijden troef is als ze hun recht zoeken?
Dit zijn relevante vragen en het is juist goed als die in de (sociale) media, raden, staten en kamers aan de orde worden gesteld. De burger mag er best op toezien dat gelijke behandeling en gelijk speelveld ook in de rechtszaal voorop staan. Die komen niet uitsluitend tot stand door de onafhankelijkheid van de rechter maar ook door zijn handelen ter zitting.
Je leest de laatste tijd over strafzaken met de officier van justitie in de rechtszaal en de beklaagde op Zoom vanuit het huis van bewaring. Coronamaatregelen nietwaar? Ik zou daar grote moeite mee hebben als ik voor de kadi moest verschijnen. Tenzij de officier ook van een videoverbinding gebruik maakte, want daardoor wordt het speelveld weer gelijk.
Het zou de kwaliteit van de rechtspraak juist ten goede komen als het publiek de persoonlijkheid, het optreden, de toon en de stijl van rechters en officieren beter leerde kennen, dat zij bekende Nederlanders werden net zoals het mediagenieke deel van het advocatengilde.
Vrouwe Justitia is niet blind en wij op de publieke tribune zijn niet achterlijk.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit het publieke debat mag verdwijnen. En de Groninger aardgasaffaire evenmin.