Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom zou je als boa of agent met je geloof te koop willen lopen?

  •  
14-02-2024
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
45941 keer bekeken
  •  
boa

Je kunt het toch ook door je gedrag en houding tot leven brengen?

Amsterdam heeft zich geschaard onder de gemeentes die hun boa’s toestaan religieuze symbolen aan het uniform toe te voegen. Dat is een vorm non-verbale communicatie. Ze laten iedereen zien welke geloofsleer je aanhangt. Dit doet mij denken aan het godsdienstonderwijs op de Sint Jozefschool in Schiedam tegen het eind van de jaren vijftig der twintigste eeuw. Ik weet daar alles van want ik heb het zelf genoten. Alleen weet ik niet meer van wie ik wat nu volgt heb opgestoken: broeder Longinus, kapelaan van Niekerk of Deken van der Boog zelf, die ons persoonlijk kwam voorbereiden op de doopbeloften.

Wij moesten blij en trots zijn op ons enige ware geloof, dat in de hele wereld beleden werd. Wij maakten als katholieken deel uit van een wereldgenootschap. Bijna overal konden wij naar de mis. In haast elk land vonden wij geestverwanten. Moesten wij daarom dat geloof aan de grote klok hangen? Als iemand er naar vroeg, dan gaven wij uiteraard vrijmoedig antwoord. Behalve als het vervolgers van het geloof waren. Met betrekking tot hen – leerde de catechismus van het bisdom Rotterdam ons – mochten en moesten we liegen als de waarheid anderen in gevaar zou brengen.

Als wij buiten de kerk of de huiselijke kring wilden bidden, dan deden we dat onmerkbaar. Een goede katholiek had een rozenkrans in zijn rechterbroekzak (het was een jongenschool, mind you, ik begin me nu voor het eerst af te vragen waar vrouwen hun rozenkransen droegen. Van transgenders hadden we uiteraard nog nooit gehoord). Je stak je hand in je zak, en bad dan per kleine kraal een wees gegroet en per grote en onze vader.

rozenkrans

Een rozenkrans om in je rechterzak mee te nemen.

Katholieken baden uiteraard altijd voor het eten maar in een restaurant ging je dat niet pontificaal doen. Daarmee kon je anderen hinderen en misschien ergeren. Het zei  bovendien niets over de diepgang van je geloof. Ik meen zelfs dat zulk ostentatief gedrag in verband werd gebracht met de farizeeërs. Je had hoogstens een piepklein scapuliertje aan je horloge of je armband. Ik las ergens dat katholieken geen gelukspoppetjes in hun auto hingen maar een medaille van Sint Christoffel.

scapulier

Deze scapulier heeft een doorsnee van 18 mm. Dat is in zijn soort een hele grote.

Je katholiek zijn – kortom – kwam tot uiting in je gedrag en je houding, niet in  allerlei uiterlijke tekenen. Overigens, zei kapelaan van Niekerk, stel je voor dat je een ongeluk krijgt en je ligt stervende op straat. Dan vinden ze die rozenkrans en kan er nog net op tijd een priester bij gehaald worden voor het H. Oliesel en de H. Teerspijze als je die nog naar binnen kunt krijgen. Maar je hangt hem niet om je nek, die rozenkrans.

Broeder Longinus droeg een habijt en géén pij, want hij maakte deel uit van een congregatie en niet van een orde. Kapelaan van Niekerk en deken van der Boog vertoonden zich in clergyman: een zwart herenkostuum met een even zwart overhemd en daar bovenop een wit priesterboordje. Dat kwam omdat zijn geestelijken waren. Het geloof en de verbreiding daarvan vormden  de kern van hun beroep. Daarom maakten zij dat in hun kledij juist wel zichtbaar. Wij leken deden dat dus heel bewust niet.

Deze buitengewoon verstandige redeneringen komen mij altijd weer voor de geest als er gediscussieerd wordt over religieuze elementen in uniformen van de politie en andere gezagsdragers. Je geloof komt tot uiting in je houding en je manier van leven. Waarom zou je dat ook nog eens zichtbaar moeten maken met specifieke kledingstukken? Dat een priester of een imam dat doet, is heel voorstelbaar. Hun ambtsgewaad maakt zichtbaar waar zij op het godsdienstig vlak staan. Dat is essentieel voor hun werk maar  bij boa’s is het een overbodige toevoeging die alleen maar discussie oproept.

Boa’s en agenten van politie dragen niet voor niets een uniform. Dat uniform is net zo goed een vorm van non verbale communicatie. De dragers daarvan maken duidelijk dat veiligheid en wetshandhaving zonder aanzien des persoons de kern zijn van hun functie. Hun toetssteen is de wet. Niets anders.

Een hoofddoek, een keppeltje, een kruis bungelend om je nek voegt daar in de vorm van non verbale communicatie een andere boodschap aan toe. En communicatie is een tweezijdig proces. Als je een boodschap uitzendt, moet je niet verbaasd staan als je antwoord krijgt of inhoudelijke vragen oproept. Sta je er toch op zichtbaar je geloof uit te dragen,  moet je misschien niet kiezen voor de uniformdienst omdat je anders verwarring schept en vragen oproept die om zo te zeggen de handhaving verstoren.

Bij de discussie over religieuze toevoegingen aan het uniform gaat het altijd om de vrijheid van godsdienst. Dit element – wat je daarmee non verbaal communiceert  en wat daarvan het gevolg zou kunnen zijn bij de ambtsvervulling – zou een grotere rol moeten spelen.

Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.

Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: het extraparlementair kabinet.

Meer over:

opinie, boa's, religie
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.