Ooit kende de politiek een rijke muzikale traditie. Niet eens zo lang geleden is daar de klad in gekomen.
De huidige onvrede is niet erg muzikaal. Ja, verleden jaar ging een liedje even viraal dat begon met de regel: "Er wonen twee ratten in Den Haag, de ene heet Rutte en de andere Kaag", maar het verklonk snel. Misschien omdat de tekst niet vilein maar akelig was en kwaadaardig. Sinds het overlijden van Bob Fosko hoor je uit de hoek van de SP ook niets meer en anders klinkt het niet door.
Afgelopen vrijdag moest ik daaraan denken tijdens een concert van het ensemble Camerata Trajectina, dat een programma bracht met politieke liedjes uit het tijdperk van de patriotten en de prinsgezinden. Dus zo ongeveer van 1780 tot 1815. Het gezelschap had net zo goed een uitvoering kunnen geven van geuzenliederen uit de Tachtigjarige Oorlog want ook toen zongen alle strijdende partijen uit volle borst.
Niet eens zo heel lang geleden is daar de klad in gekomen. Links had ooit een grote muzikale traditie met strijdliederen en harmonie-orkesten. In de jaren zestig en zeventig bloeide het protestlied. Tegenwoordig zie je Frits Lambrechts tijdens de STER-reclames in een traplift schaterend naar boven gaan maar veertig jaar geleden oogstte hij roem met vele politieke liedjes zoals het Volkellied. Jaap van de Merwe had een wekelijks radioprogramma met revolutionaire zangkunst waaronder een gemoderniseerde versie van de Internationale; Hee, joh, ze houden je er onder. Zijn mooiste compositie was Drie Eskadrons, waarvan Gerard Cox en Erik van de Wurff een jaar of twintig terug nog een prachtige opname maakten.
Terug naar de laatste decennia van de achttiende eeuw. Er heerste toen onder wat we tegenwoordig de middenklasse zouden noemen een grote ook voor onze tijd herkenbare onvrede. Mensen voelde zich door de autoriteiten – onder wie erfstadhouder Willem V - gemangeld, misbruikt en in de steek gelaten. Zij wensten een daadwerkelijke invloed op het beleid, zodat het niet langer werd vastgesteld door een elite van vooraanstaande families die de lucratieve baantjes onder elkaar verdeelden. Eindelijk moest er worden geluisterd. Zulke ontevredenen noemden zich patriotten.
Raadspensionaris Pieter van Bleiswijk, naar wie terecht weinig en dan nog smalle straten genoemd zijn, hield zich uitsluitend bezig met het vinden van geitenpaadjes. Hij hield het vol van 1772 tot 1787. Daar kan Rutte nog een punt aan zuigen.
Een aantal grote hanzen uit de elite zoals de Leidse regent Cornelis de Gijselaar sloten zich aan bij de patriotten in de hoop hun eigen positie te verbeteren. Zelf van Bleiswijk bewees nu en dan lippendienst aan de hervormingsgezinden op de manier waarop tegenwoordig Rutte voorgeeft radicale ideeën te ontwikkelen.
Tegelijk ondersteunde een substantieel deel van de bevolking de gevestigde orde en erfstadhouder Willem V. Hij genoot grote populariteit onder de gewone mensen omdat die – ten onrechte – dachten dat de Oranjes voor hen op kwamen. De beide partijen communiceerden niet met elkaar maar leefden op voet van oorlog. Soms vrij letterlijk want de patriotten vormden gewapende milities zoals de zwarte knechten – excusez le mot – in Utrecht.
In 1787 kregen de aanhangers van Willem V de overhand dankzij het feit dat hij door een Pruisisch interventieleger werd gesteund. 50.000 patriotten namen de wijk naar Frankrijk waar zij een Bataafs (bevrijdings)Legioen vormden. In 1795 vocht dat mee met een Franse invasiemacht. Willem V vluchtte naar Engeland. De patriotten richtten Nederland opnieuw in volgens het model dat in grote trekken vandaag nóg ibestaat. De nieuwe volksinvloed werd na enkele jaren sterk ingeperkt. Nederland werd feitelijk een dictatuur, eerst onder Rutger Jan Schimmelpenninck, voorzaat van columnist Sander – en daarna onder koning Lodewijk Napoleon. Tenslotte lijfde keizer Napoleon ons land bij zijn rijk in waardoor het regime nog repressiever werd. In 1813 kwam hij ten val en herwon Nederland zijn onafhankelijkheid onder Willem I, de oudste zoon van Willem V. Hij nam het regime van Napoleon grotendeels over, compleet met de functionarissen want die wisten tenminste te gehoorzamen. Dat gold veel minder voor de leiders van de beweging die zijn terugkeer hadden mogelijk gemaakt zoals de bekende Gijsbert Karel van Hogendorp. Voor zover zij van zelfstandig denken blijk gaven, schoof Willem ze behendig naar de achtergrond.
1780-1813, meer dan drie decennia rumoer en omwentelingen. Er vond ook een communicatierevolutie plaats. De patriotten en de prinsgezinde vrienden van Willem V bestreden elkaar met kranten en opinieweekbladen waarvan de heftigheid niet voor strijd op twitter onderdeed tot alles gesmoord werd door de censuur van Napoleon en zijn aanhang.
Muziek en liedjes waren voor de meningsvorming even belangrijk als de drukpers. Daarom kwam het politieke lied tot grote bloei. De tekstdichters maakten vaak gebruik van bekende melodieën zodat iedereen ze meteen mee kon zingen. Op de cd van Camerata Trajectina herkennen wij in een loflied op Napoleon ons vertrouwde "O kom er eens kijken". "Twee eendjes zwemmen in het water" blijkt de muzikale basis van een loflied op stadhouder Willem V, dat – zo bleek uit de georganiseerde samenzang met het publiek tijdens het concert dat we bijwoonden – heel heftig kan klinken. Probeer het maar.
Gij deed wat wij wachten konden
van een erfstadhouder
Wie zich aan ons had verbonden met eenen eed
En:
Prulleschrijvers, deugenieten
Schuim van de Natie
waren straks gereed te schieten
met grof geschut
Het kan de keuze van Camerata Trajectina zijn geweest, maar de pro-Oranjeliedjes zijn in het algemeen agressiever, leuker en meer op de man dan de zangen van de patriotten. Daarin gaat het veelal om abstracte waarden zoals vrijheid. En vergeleken met wat in het revolutionaire Frankrijk te berde werd gebracht, bleef het allemaal heel bedaard. Ons volk is niet vrij van lulligheid. Dat was ook toen al zo. Daarom koos men In de Nederlandse versie van ça ira voor de radicale tekst het beroemde Les aristocrats à la laternemaar voor een veel gematigder versie. Niks lantaarn!
Weg met den zoon,
met den neef, met den Knecht
door wie men den ampten zag bekleeden
Nu gaat het alles meer na recht.
Op de cd staat één voorloper van het Nederlandse anti oorlogslied à la Welterusten, mijnheer de president. Het stamt uit 1811 en heet Op 't vertrekken van alle de Weezen. De titel slaat op de tienduizenden jonge Nederlanders die Napoleon bij zijn leger inlijfde voor de tocht naar Rusland. Alleen rijken konden daaraan ontkomen door een vervanger te huren. Volwassen weesjongens werden linea recta per trekschuit naar de kazerne gebracht. Van de 50.000 Nederlandse deelnemers aan de veldtocht naar Rusland kwamen er 5000 terug en dat op een bevolking van een kleine drie miljoen.
Op 't vertrekken van alle de Weezen was een zwaar verboden lied want in die dagen moesten straatzangers hun teksten eerst ter goedkeuring aan de autoriteiten voorleggen. Dan kwam een tekst als deze er niet door:
Vijf schuiten achtereen
voeren weg met groot geween
Tot Utrecht daar wij voortaan
moesten onder de maatstok staan.
O wee, o wee
Ach hadden wij maar vree
De algemene ontevredenheid, het wantrouwen in de politiek, de woede, het wappiedom, dat kent allemaal zijn pendanten uit het Nederland van de patriotten en de prinsgezinden. Toch is het jammer dat het vandaag de dag allemaal zo onmuzikaal is, dat de verschillende bewegingen geen lekkere tune hebben, dat je daarvoor naar Brazilië moet, Colombia of Nigeria.
Camerata Trajectina brengt haar programma Revolutie nog driemaal. Het nachtconcert van 20 mei in 't Woudt, een historisch dorpje bij Schipluiden en Delft belooft zeer sfeervol te zijn.
De cd Revolutie is uitgegeven door Globe Records.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke opinie mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijke podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: terugblik op carnaval.