De opmerkingen van Wierd Duk van afgelopen woensdagavond in het televisieprogramma Vandaag Inside, waarin hij beweerde dat antisemitisme en anti-Westerse haat diepgeworteld zijn onder moslims, inclusief "hoogopgeleide" moslims, zijn niet alleen misplaatst maar ook gevaarlijk. Zijn voorbeeld van Nadia Bouras, een gerespecteerde historicus gespecialiseerd in Marokkaanse geschiedenis, is symptomatisch voor een bredere trend waarin moslims steeds meer gestigmatiseerd worden op basis van stereotype denkbeelden.
Het feit dat Duk journalist is voor De Telegraaf, een krant met een twijfelachtige reputatie als het gaat om objectieve berichtgeving over minderheden, versterkt deze zorg. Duk zelf, historicus met een focus op Rusland en Duitsland, lijkt een angstige fascinatie te hebben voor de veranderingen die Nederland doormaakt, en deze angst voedt een discours dat verder polariseert en verdeelt.
Eenzijdige beeldvorming
De uitspraken van Duk zijn zorgwekkend omdat ze een breed collectief schuldgevoel projecteren op een hele religieuze gemeenschap. Door moslims, ongeacht hun opleidingsniveau of achtergrond, te associëren met haat tegen het Westen of antisemitisme, wordt een giftige basis gelegd voor verdere uitsluiting en discriminatie. Zulke uitspraken zijn niet slechts opinies; ze hebben de potentie om daadwerkelijk bij te dragen aan een vijandig maatschappelijk klimaat waarin mensen van een bepaalde religie of etniciteit steeds meer het gevoel krijgen dat ze zich moeten verdedigen voor wie ze zijn.
Het is bovendien ironisch dat Duk, die als historicus zou moeten begrijpen dat dergelijke veralgemeningen gevaarlijk zijn, zich hier toch aan bezondigt. Hij reduceert de complexe ervaringen van moslims in Nederland tot simplistische narratieven waarin zij altijd de antagonisten zijn. Als we iets zouden moeten leren van de geschiedenis — en dat is tenslotte het vakgebied van zowel Duk als Bouras — dan is het wel dat dergelijke zwart-witbeelden nooit leiden tot oplossingen, maar eerder tot escalatie.
Islamofobie en cultuurpessimisme
De bewering dat antisemitisme en anti-Westerse haat inherent zouden zijn aan de islamitische gemeenschap, is niet nieuw. Het past in een groter patroon van islamofobe uitlatingen die de laatste jaren steeds salonfähiger zijn geworden in het publieke debat. Wat deze uitlatingen echter nog schrijnender maakt, is de impliciete boodschap dat moslims, zelfs als ze “hoogopgeleid” zijn, geen deel kunnen uitmaken van de Nederlandse samenleving zonder een fundamentele vijandigheid tegenover het Westen of het jodendom. Dit is niet alleen feitelijk onjuist, maar ook moreel verwerpelijk.
Wat Duk en zijn medestanders weigeren te erkennen, is dat de Nederlandse moslimgemeenschap diverser is dan ooit tevoren. Er zijn moslims die een cruciale bijdrage leveren aan de Nederlandse wetenschap, kunst, politiek, en ja, ook aan de journalistiek. Deze bijdragen worden echter steevast genegeerd of geminimaliseerd door mensen zoals Duk, die hun wereldbeeld baseren op een diepgewortelde angst voor verandering en een verlangen naar een geïdealiseerd, homogeen Nederland dat nooit heeft bestaan.
Dit cultuurpessimisme, dat een verlangen naar het verleden en een angst voor de toekomst combineert, voedt een discours waarin elke vorm van culturele of religieuze diversiteit wordt gezien als een bedreiging. Maar deze angst is ongegrond. De geschiedenis laat zien dat samenlevingen die openstaan voor culturele uitwisseling en diversiteit, sterker en veerkrachtiger zijn. Nederland is historisch gezien een land van immigranten en van culturele vermenging. Het is deze diversiteit die het land heeft gevormd tot wat het nu is.
De relatie tussen jodendom en islam
Wat wellicht het meest storend is aan Duk’s uitspraken, is de implicatie dat moslims per definitie vijandig zouden staan tegenover joden. Dit idee is niet alleen historisch incorrect, maar ook een gevaarlijke versimpeling van de realiteit. Moslims en joden hebben in verschillende periodes in de geschiedenis vreedzaam samengeleefd en elkaar zelfs gesteund, vooral in de Andalusische periode en het Ottomaanse Rijk, waar joden vaak bescherming vonden na hun verdrijving uit Europa.
Ook vandaag de dag zijn er in landen zoals Marokko voorbeelden te vinden van harmonieuze relaties tussen joodse en islamitische gemeenschappen. In Marokko bestaan er nog steeds actieve synagogen en joodse gemeenschappen die in vrede leven naast hun islamitische buren. Dit is een belangrijk aspect van de geschiedenis en de actualiteit die mensen zoals Wierd Duk liever negeren, omdat het niet in hun zwart-wit wereldbeeld past.
Misschien zou het Duk en zijn tafelgasten bij Vandaag Inside goed doen om een keer een rondreis te maken door Marokko, waar ze met eigen ogen kunnen zien hoe mensen van verschillende religies in vrede samenleven. Ze zouden dan kunnen ervaren hoe joodse, christelijke en islamitische gemeenschappen gezamenlijk bijdragen aan een rijk cultureel erfgoed, in plaats van elkaar te zien als vijanden.
Een constructieve dialoog
In plaats van te blijven hangen in een discours van angst en verdeeldheid, zou de publieke discussie in Nederland gebaat zijn bij een constructieve dialoog. Mensen zoals Wierd Duk zouden hun platform moeten gebruiken om bruggen te bouwen in plaats van muren op te trekken. Dit vereist echter de moed om toe te geven dat hun beeld van de wereld misschien niet volledig is. Het vereist ook de bereidheid om te luisteren naar de verhalen van degenen die zij zo vaak veroordelen.
De uitdagingen waar Nederland voor staat op het gebied van integratie en diversiteit, zijn reëel. Maar deze uitdagingen kunnen alleen worden aangepakt door middel van dialoog en wederzijds begrip, niet door het verspreiden van haat en vooroordelen. Wierd Duk en anderen die zijn ideeën delen, zouden er goed aan doen om hun wereldbeeld te verruimen en te erkennen dat moslims in Nederland — hoogopgeleid of niet — net zo goed onderdeel zijn van de samenleving als ieder ander.
De tijd is gekomen om afstand te nemen van het wij-zij denken en te werken aan een samenleving waarin iedereen, ongeacht religie of afkomst, een gelijke kans krijgt om bij te dragen en te floreren. Dat is de enige manier waarop Nederland werkelijk vooruit kan.