Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Waarom we stiekem genieten van klimaatverandering

  •  
14-04-2023
  •  
leestijd 9 minuten
  •  
2740 keer bekeken
  •  
49008688716_e3b8cbb86e_k

© cc-foto: Bob Dass

In het Westen hebben wij vaak de neiging om onszelf superieur te voelen, zeker als we onszelf vergelijken met dictaturen als Rusland, China, Iran of Noord-Korea. Wij hebben tenminste mensenrechten, zeggen we dan, wij hebben tenminste democratie, wij hebben tenminste vrijheid van meningsuiting. En toch leven ook wij in een dictatuur, namelijk die van het geld, de Mammon waaraan alles dienstbaar wordt gemaakt, de oncontroleerbare krachten en eisen van een kapitalistische wereldmarkt waaraan wij onszelf met de neoliberale globalisering uitgeleverd hebben. Wat dit betreft leggen we een opvallend gespleten bewustzijn aan de dag dat duidelijk onze ideologische bevangenheid laat zien, dwz. onze internalisering van de kapitalistische ideologie, zonder welke dit politiek-economisch systeem niet zou kunnen functioneren. Dit gespleten bewustzijn blijkt hieruit dat we enerzijds heel goed weten dat dit systeem niet deugt:

  • Dat geldzucht “de wortel van alle kwaad” is (zoals de Bijbel al zei).
  • Dat de ongelijkheid tussen rijk en niet-rijk (of zelfs straatarm) alleen maar groter wordt en inmiddels is uitgegroeid tot een absurde kloof, die totaal niets meer te maken heeft met het principe “een eerlijke beloning voor eerlijk werk”.
  • Dat de kapitalistische elite inmiddels zo rijk en machtig is dat de Westerse democratie een lachertje is geworden (want politici doen uiteindelijk toch wat het bedrijfsleven wil).
  • Dat de winsthonger van de fossiele industrie ons opzadelt met catastrofale klimaatverandering die de planeet voor toekomstige generaties onleefbaar dreigt te maken.
  • Dat we vitale publieke diensten als openbaar vervoer, onderwijs en gezondheidszorg kapot hebben bezuinigd en geprivatiseerd om de belastingdruk voor de rijken en de grote bedrijven maar zo laag mogelijk te maken.
  • Dat arbeid steeds verder is “geflexibiliseerd” (een eufemisme voor “van zekerheden beroofd”) om aan de wensen van werkgevers tegemoet te komen.
  • Dat burnout inmiddels volksziekte nummer één is omdat we massaal aanlopen tegen de psychisch-lichamelijke grenzen van de constante versnelling van het economische leven (een versnelling die uiteindelijk voortkomt uit de wens van het kapitaal om steeds sneller te renderen).
  • Dat de armoede in de wereld een rechtstreeks gevolg is van het uitbuitende verdienmodel van multinationals en hun puissant rijke aandeelhouders.
  • Dat dezelfde multinationals ons doelbewust ongezonde, verslavende consumptiepatronen opdringen (want de beste klant is een verslaafde klant, die blijft immers steeds terugkomen voor meer).
  • Dat Big Tech ervandoor gaat met ónze data en ons opsluit in algoritmisch gegenereerde informatie-bubbels (wat onze democratie nog verder ondermijnt), etc. etc. etc.

Dit alles weten we dondersgoed. Toch weigeren we collectief om daaruit de enig juiste conclusie te trekken, namelijk dat het kapitalistisch systeem drastisch op de schop moet, dat we financiële belangen (lees: de belangen van de kapitalistische klasse) niet langer ten koste moeten laten gaan van de belangen van ‘gewone’ mensen, van de rechten van dieren op een dierwaardig leven en van de intrinsieke waarde van het kwetsbare ecosysteem van de aarde. Dát is de gespletenheid van ons bewustzijn: dat we enerzijds weten dat het systeem niet werkt, maar anderzijds niet in staat zijn om de noodzaak van systeemverandering onder ogen te zien. Dat inzicht stoppen we – psychoanalytisch gezegd – collectief weg in ons onbewuste: we weigeren de traumatische waarheid bewust te registreren en rationeel te verwerken. Zo praktiseren wij in het ‘vrije Westen’ een zelfcensuur waar menig dictator jaloers op zal zijn. Het is deze psychische verdringing die de politiek filosoof Mark Fisher “kapitalistisch realisme” noemt.

Het onrealistische van kapitalistisch realisme

Kapitalistisch realisme is de houding van de zelfverklaarde “realist” die zegt: “Er zitten inderdaad wel wat nadeeltjes en scherpe randjes aan het kapitalisme… Maar die wegen toch niet op tegen de voordelen? Is het kapitalisme er de laatste 100 jaar niet in geslaagd om enorme welvaart voort te brengen, om de Westerse arbeidersklasse uit bittere armoede omhoog te trekken en tot een welvarende, op consumptie gerichte middenklasse om te vormen? Geef het kapitalisme nog even de tijd, dan gebeurt dat in de rest van de wereld ook! De minder fraaie kanten van het kapitalisme zijn nou eenmaal de prijs die we moeten betalen voor economische vooruitgang, waar uiteindelijk iedereen van profiteert. En ja, de kapitalisten graaien heel wat geld binnen. Maar daar staat tegenover dat zij ons van werk voorzien. Zonder de kapitalist zou de arbeider immers werkloos thuis zitten! En denk ook aan alle technologische innovaties die het kapitalisme ons heeft gebracht! Personal computers, staafmixers, afwasmachines, stairmasters, smartphones, de meest fantastische apps – daar kunnen we toch niet meer zonder? Mag de kapitalist daarvoor dan een beetje beloond worden? Bovendien, wat is het alternatief? Wat wil je dan? Communisme? De geschiedenis heeft laten zien dat dát niet werkt. Discussie gesloten. Zelfs de Volksrepubliek China is alleen nog in politiek opzicht communistisch (in die zin dat het een éénpartijstaat is) – in economisch opzicht heeft ook China het kapitalisme omarmd en is het uitgegroeid tot dé winstgevende werkplaats van de wereldmarkt…”

Wat hierbij opvalt is hoe onrealistisch het kapitalistisch realisme eigenlijk is. Zo stelt het, onder andere, dat als we het globaliserende kapitalisme maar een kans geven (alsof het nog geen kansen genoeg heeft gehad) uiteindelijk de gehele mensheid zal kunnen genieten van hetzelfde consumptieparadijs als het rijke Westen (alsof er in het westen geen arme mensen zijn). Maar dat scenario is volstrekt ongeloofwaardig geworden. Het is bekend dat we vijf aardes nodig hebben als ieder mens op aarde dezelfde materiële welvaart krijgt als de gemiddelde Amerikaan. Dat kan dus niet: we hebben maar één aarde, waar we heel zuinig op moeten zijn. Doorgaan op de huidige koers, waarbij steeds meer voormalige ontwikkelingslanden opgestuwd worden in de kapitalistische vaart der volkeren (China, Brazilië, India etc.), zal uiteindelijk leiden tot een totale ecologische uitputting van de aarde (en, niet te vergeten, uitputting van de mensheid zelf) en een klimaatcatastrofe van apocalyptische proporties. Toch is dat doorgaan op de huidige koers de enige optie die het kapitalistisch realisme voor mogelijk houdt.

Van rampenfilm naar climate collapse

De gevleugelde uitspraak van de neo-marxistische filosoof Fredric Jameson, dat het makkelijker is om ons het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme, blijkt nu dan ook veel profetischer te zijn dan hij ooit had kunnen voorzien. Jameson doelde met zijn uitspraak op de niet aflatende populariteit van apocalyptische rampenfilms uit Hollywood, afgezet tegen het totale gebrek aan radicale kritiek op en utopische alternatieven voor het kapitalisme in de populaire massacultuur. Inmiddels kunnen we concluderen dat dit zich voorstellen van het einde van de wereld is overgegaan van het fantasmatische register van de Hollywoodfilm naar het realistische register van de harde wetenschap, die immers waarschuwt voor de ineenstorting van vitale ecosystemen en zelfs van de menselijke beschaving als zodanig als we niets doen aan klimaatverandering en de ecologische uitputting van de aarde. Met andere woorden: we weten dat deze ramp eraan komt, dat dit werkelijkheid is en niet slechts een Hollywood-fantasie. En toch blijven we, in navolging van Thatcher, over het kapitalisme zeggen: “There is no alternative.”

Maar als de dreiging van maatschappij-ontwrichtende climate collapse de overgang markeert van het fantasmatische register van Hollywood naar het realistische register van de harde werkelijkheid, betekent dit dan niet ook dat deze harde werkelijkheid iets van de functie van het fantasmatische register heeft overgenomen? Anders gezegd: ervaren we de escalerende klimaatcrisis niet als de verwerkelijking van de Hollywood-rampenfilm? Alsof we terecht aan het komen zijn in een mix van The Day After Tomorrow, Waterworld, Children of Men, The Road, etc. En zit iets van het paradoxale genot, dat we aan dergelijke films beleven, dan niet ook in onze ervaring van de klimaatcrisis en de bredere dreiging van ecologische ineenstorting? Deze situatie lijkt sterk op de Islamistische terreuraanval van 9/11. Zoals Slavoj Zizek destijds opmerkte, ervoeren veel mensen de spectaculaire beelden van de vliegtuigen die zich in de WTC-torens boorden en de uiteindelijke ineenstorting van die torens als de ultieme Hollywood-rampenfilm.

Aldus Zizek: “Voor de grote meerderheid van het publiek was de ineenstorting van de WTC-torens een gebeurtenis op tv. En toen we keken naar het vaak herhaalde beeld van angstige mensen die voor de enorme stofwolk van de ineenstortende torens in de richting van de camera renden, herinnerde de kadrering zelf toen niet aan spectaculaire beelden uit rampenfilms, een special effect dat alle andere overtrof… Toen onze blik, nog dagen na 11 september 2001, in de ban werd gehouden door beelden van het vliegtuig dat een van de torens treft, waren we allen gedwongen te ondervinden wat herhalingsdwang en jouissance voorbij het lustprincipe zijn: we wilden het telkens weer zien; dezelfde beelden werden ad nauseam herhaald, en de ongemakkelijke bevrediging die het schonk was pure jouissance.”

De jouissance van klimaatverandering

Met het begrip jouissance (Frans voor “genot”) duidt Zizek op de paradoxale combinatie van pijn en plezier die volgens de Lacaniaanse psychoanalyse vrijkomt als ons gevestigde zelfbeeld – ons ego – en het bijbehorende wereldbeeld aan het wankelen worden gebracht of zelfs geheel desintegreren. Waarom zou die desintegratie van het normale genotvol zijn? Omdat volgens de psychoanalyse ons alledaagse zelf- en wereldbeeld altijd gevestigd is op de verdringing van ongetemde verlangens, die in strijd zijn met de heersende normen van de (kapitalistische) cultuur waarin we leven, normen die we in ons “super-ego internaliseren en die ons motiveren om onze meest wilde verlangens in het onbewuste weg te stoppen. Ons gangbare ego-systeem is het “symptoom” van die verdringing: het is het gereinigde beeld van onszelf en onze wereld, waar al onze verboden driften uit weggefilterd zijn. De onderdrukkende normen van het culturele super-ego definiëren zo ons beeld van normaliteit, ze leggen de grenzen vast van ‘de normale werkelijkheid’.

Jouissance is dan de genotvolle “terugkeer van het onderdrukte” als die grenzen tijdelijk of permanent opgeheven worden, zoals in de carnavaleske opheffing van de alledaagse verhoudingen of – een stuk minder feestelijk – in de psychotische desintegratie van het ego. Als ons alledaagse ego-systeem desintegreert, wordt het onderdrukte verlangen bevrijdt, wat gepaard gaat met een explosie van genot gekoppeld aan de ontstellende angst van ego-desintegratie. Vandaar dat Zizek zegt dat jouissance “voorbij het lustprincipe” ligt, omdat het lustprincipe van onze psyche eenzijdig op genotsmaximalisatie is gericht, terwijl de jouissance juist bestaat in de paradoxale vereniging van genot en angst. De dodelijke angst van ego-desintegratie valt in de jouissance samen met een orgiastische “terugkeer van het onderdrukte”.

Volgens Fredric Jameson verklaart dit de connectie tussen enerzijds de populariteit van apocalyptische rampenfilms en anderzijds ons collectieve onvermogen om het einde van het kapitalisme voor te stellen. Dat onvermogen is precies de ideologische verdringing die aan ons alledaagse, kapitalistische zelf- en wereldbeeld ten grondslag ligt: hoewel we dondersgoed weten dat het systeem niet deugt, kunnen we de noodzaak van systeemverandering niet onder ogen zien. Het revolutionaire, utopische verlangen naar een systeem zonder exploitatie van mens en dier, zonder extreme ongelijkheid, zonder ecologische uitputting van de aarde – dat antikapitalistische verlangen stoppen we diep weg in het onbewuste, om überhaupt te kunnen functioneren in de alledaagse, kapitalistische werkelijkheid. Vandaar de jouissance van de apocalyptische rampenfilm, waarin we de desintegratie van die werkelijkheid – door een natuurramp, door een komeet, door een virus, door wat dan ook – voor onze ogen zien plaatsvinden. Dan ervaren we de genotvolle maar tegelijk ook beangstigende release van het onderdrukte verlangen naar revolutie. Voor eventjes ontsnappen we aan onze ideologische zelfcensuur.

Hetzelfde gebeurt dan ook als het fantasmatische register van de Hollywood-rampenfilm wordt ingehaald door het realistische register van de harde werkelijkheid, bijvoorbeeld in 9/11, maar nu ook steeds meer in onze ervaring van de aanstormende klimaatcatastrofe en ecologische ineenstorting. Hoewel diep beangstigend is deze ervaring tegelijk ook uiterst genotvol, omdat de dreiging van maatschappij-ontwrichtende climate collapse tegelijk ook een “terugkeer van het onderdrukte” inhoudt, de release van het utopische verlangen. Met hetzelfde genot waarmee we naar films als The Day After Tomorrow of Children of Men kijken, ervaren we nu ook de uiterst reële en in rap tempo escalerende klimaatcrisis. Verklaart dit niet het bijna sardonisch genoegen waarmee klimaatactivisten zich voor hun zaak inzetten? Hun zwelgen in de dreigende, apocalyptische gevolgen van escalerende klimaatverandering en ecologische ineenstorting?

Het beeld van een door klimaatverandering verwoeste, levenloze aarde – waarin de ene helft door de stijgende zeespiegel is verzwolgen en de andere helft door ondraaglijke hittegolven is verschroeid – is natuurlijk een angstbeeld en daarmee ook een fantasiebeeld, een fantasmatische voorstelling van het onvoorstelbare. Maar zit in dat ‘fantaseren’ over een verwoeste aarde niet ook een paradoxaal genot, namelijk de jouissance van de “terugkeer van het onderdrukte”? Nu wil ik de beweging van klimaat- en eco-activisten absoluut niet afdoen als een stelletje fantasten – integendeel juist, de dreiging van climate collapse en ecologische ineenstorting is zeer reëel en een rechtstreeks gevolg van de kapitalistische winsthonger. Maar de menselijke psyche werkt nou eenmaal zoals zij werkt: ook de activisten van bijvoorbeeld Extinction Rebellion ontsnappen daar niet aan.

cc-foto: Bob Dass 

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.