'We horen als het om onderzoek en productontwikkeling gaat eerder tot de dragers van de rode lantaarn'
Het hart van mr. Sybrand van Haersma Buma klopt voor de gewone man en vrouw in Nederland zoals dat past bij iemand die stamt uit een patriciërsgeslacht van officieren en een Friese burgemeester. De werkgelegenheid is hem dan ook een zorg en het was roerend om te horen hoe hij de afschaffing van de dividendbelasting verdedigde met een beroep op de bestaanszekerheid van u en mij. Deze week deed hij het weer. De dividendbelasting was hij vergeten zoals je dat met een boze droom doet. Ditmaal was het om de verlaging van de winstbelasting te verdedigen. Dat was allemaal hoogst noodzakelijk voor het vestigingsklimaat van ons kleine land dat alleen kan overleven als het de internationale concurrentie aan kan. Daarmee maakte hij zich tot tolk van een Kamermeerderheid zodat Rutte zijn voorstel om de opbrengst van de dividendbelasting terug te sluizen naar de bedrijven uiteindelijk door de Kamer kreeg. Het argument van de oppositie dat de winsten sinds 2000 verdubbeld waren, maakte geen indruk.
Rode lantaarn Diezelfde dag bleek dat Nederland vier plaatsen gezakt was op de lijst van meest concurrerende economieën, van twee naar zes. Hoe kwam dat? Nederland is vergeleken met bijvoorbeeld Duitsland of Zwitserland niet innovatief genoeg. We horen als het om onderzoek en productontwikkeling gaat eerder tot de dragers van de rode lantaarn. Dat komt omdat onze zakenelite traditioneel meer uit kooplieden bestaat dan uit industriëlen, uit handelaars en niet uit makers. Research and development staat dan ook lager op de agenda dan in een aantal omliggende landen. Daarom leggen wij het af.
Allicht zullen internationale bedrijven graag een graantje meepikken van onze neiging om alles financieel te zien en het gratis geld van een belastingverlaging gaarne accepteren, maar als het om investeren gaat zullen zij zich toch vestigen daar waar de beste kansen liggen. Terwijl Nederland probeert op prijs te concurreren, zoeken andere hoog ontwikkelde landen het meer in kwaliteit. Bij hen vinden investeerders wél voldoende gekwalificeerd personeel. Daar is volop innovatieve onderzoekscapaciteit aanwezig. Daarom zijn zij aantrekkelijker voor het bedrijfsleven dan Nederland, die natie van kruideniers, cententellers en kwartjesvinders.