Het was angst, pure angst voor Wilders en consorten. Het was paniek.
Nu het stof zo'n beetje is neergedaald, kunnen wij ons afvragen wat minister Karien van Gennip dreef toen zij suggereerde personeel te werven onder Spaanse jeugdwerklozen en jonge bewoners van de Franse banlieues. Het volgende is speculatie maar het is wel plausibele speculatie. De minister sprak in paniek. Zij zag voor zich de tronies van Wilders, van Van Haga, van Eerdmans en van die twee FvD mannetjes nu Baudet zich niet meer in de Kamer laat zien. Aan hun grijnzende koppen dacht ze en hun varianten op "Het moet niet gekker worden". Ook Caroline van der Plas nam een groot deel van haar blikveld in. Dit mocht niet verkeerd gaan. Zo'n Attje Kuiken, zo'n Jesse Klaver, die juffrouw Marijnissen, laat staan de dames van de Dierenpartij, je kon ze rustig links laten liggen (ha ha!) maar de rechterflank met zijn boerenleger en zijn woede, daar moest dit kabinet voor uitkijken.
De journalist had gevraagd naar immigratie. Kon Nederland zonder immigranten blijven functioneren? Waren wij niet gedwongen onze werkkrachten van de boot te halen om het cynisch te formuleren. Van Gennips hersenen draaiden koortsachtig. NIET suggeren dat we immigranten van buiten Europa moesten halen. NIET de indruk wekken dat we voor bijkleuring van Nederland zijn. NIET. Toch een redelijk antwoord geven want anders gaan ze straks door over de tekorten bij de zorg en het gelazer op Schiphol en dan suggereert dat vod dadelijk dat we daar van de regering maar mee moeten leren leven. Kan ook niet. Ach, heremetijd, hoe moest de minister dit oplossen. Paniek is een slechte leidsvrouwe. Je stort je op het verkeerde geitenpaadje. Aan het eind gaapt het ravijn.
Ze bedacht: onze werkkrachten kunnen allemaal uit Europa komen. Als christenpolitica moest je iets moois zeggen: we hadden ook een verantwoordelijkheid ten opzichte van de 3 miljoen jeugdwerklozen in Spanje. De inwoners van de Franse banlieues verdienden dezelfde kansen als onze jongeren. Ze had het eruit geflapt voor ze het merkte.
En zo kreeg de minister wat ze het meeste vreesde. Wilders kraaide triomf, zijn concurrenten probeerden hem te overtroeven. De kamer was, zoals het AD meldde, "woest".
Ze had bereikt wat ze juist wilde voorkomen. Elke burger van een EU-land mag op welke baan dan ook in Nederland solliciteren, was misschien door haar heen geschoten. Dit kon ze rustig zeggen. Het had toch geen effect. Anders waren die banlieue-gasten al lang op de Thalys gesprongen terwijl ze in de praktijk rond het Gare du Nord bleven rondhangen. Spanjaarden waren ook nog niet gekomen om hier te kelneren. Ze kon dit rustig zeggen.
Ze kon dit juist NIET zeggen, zo bleek onmiddellijk. Ze had alle vooroordelen bij xenofoob Nederland met een of twee zinnen wakker gemaakt. Als ze gewoon gezegd had: "We kunnen in dit land niet zonder immigranten uit de rest van de wereld en we hebben een structuur nodig om te selecteren aan de poort" had ze niet zoveel razernij geoogst. Dan was het misschien allemaal vrij ongemerkt voorbijgegaan.
Maar nu was minister Van Gennip de sjaak en niet zo'n klein beetje ook. Vanwege die angst, omdat ze denkt dat zo'n lul die op verjaardagen de hele tijd oreert dat wij in Nederland niet de problemen van de hele wereld kunnen oplossen, dat zo'n lul representatief is voor de opinie van Nederland.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis, de podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis.