Het onbegrip voor de zwarte kant van de geschiedenis maakt ons immuun voor de pijn die het doet.
No justice, no peace. Zo klinkt het tijdens alle demonstraties die we de afgelopen week wereldwijd hebben gezien. De protesten waaiden na de dood van George Floyd de hele wereld over, niet alleen in alle staten van Amerika, ook in ons land vinden er in alle uithoeken solidariteitsdemonstraties plaats. Zeker de helft van de aanwezigen tijdens deze demonstraties is wit, maar wat drijft een wit persoon om zich zo in te zetten voor zwarte levens? En zou niet iedereen dat moeten doen?
Gisteren ging ik voor de tweede dag op rij naar een demonstratie, dit keer in Eindhoven. Onderweg daarheen spraken we over de redenen waarom een wit persoon zich zo inzet, of eigenlijk zou moeten inzetten. In dit artikel probeer ik te beschrijven waar mijn gevoel vandaan komt.
De rijkdom van Nederland In de geschiedenislessen op het Nederlandse onderwijs wordt vaak gesproken over de gouden eeuw. Het tijdperk waar Nederland haar grootste rijkdom vergaarde, tevens wordt er gesproken over wie die rijkdom vergaarde. Zo wordt er gesproken over de VOC, over het kolonialisme. Over hoe zij de specerijen en de suiker naar Nederland brachten. Hoe dat ons onze handelsmentaliteit verschafte waar we nu nog steeds als land om bekend staan. Maar nooit echt over de pijn die daarachter verborgen zat.
Zo hoorde ik voor het eerst echt de donkere kant van de VOC toen ik voor het eerst reisde naar Indonesië. Kijkende naar het voormalig hoofdkwartier van de VOC in Jakarta werd mij verteld dat op hetzelfde plein de politieke tegenstanders werden opgehangen en vermoord. Dat bijvoorbeeld een zeeheld als Jan Pieterszoon Coen (tegenwoordig beter bekend van de naar hem vernoemde tunnel), met zijn machtsvertoon eilanden naar eigen zeggen “ontvolkte”.
Dit alles om de specerijen mee naar Nederland te kunnen nemen en te verhandelen. Hiermee “verdienden” wij de rijkdom waar we vandaag de dag nog steeds op leunen. Want laten we eerlijk wezen, zonder de gouden eeuw, met louter het Nederlandse klimaat, zonder grondstoffen om te gebruiken of verhandelen, had Nederland nu een economie gelijk aan die van Polen of Oekraïne. We waren nou niet bepaald een wereldeconomie geworden van aardbeien en asperges.
Het wrange is dat we deze lieden die we nu zeehelden noemen, in deze tijd, met dezelfde daden, zouden beschrijven als oorlogsmisdadigers. En dat zij eerder op het internationaal gerechtshof zouden verschijnen dan op een straatnaambordje. Wanneer je spreekt over het koloniale verleden van ons land, kijken we daar naar mijn mening nog steeds met teveel trots op terug, louter omdat het ons heeft gebracht waar we nu zijn. Dat dit over de ruggen van anderen ging, daar word om het maar even gemakkelijk te houden niet tot nauwelijks over gesproken. Dit is niet alleen onterecht, maar creëert ook onbegrip voor de zwarte pijn die vandaag de dag nog steeds voortvloeit. Dit creëert tevens de verdeeldheid waar vandaag de dag tegen gestreden wordt.
Onbegrip Dit brengt me bij onbegrip. Ergens begrijp ik het wel, dat mensen op “Black lives matter” reageren met “All lives matter”. Het klopt ook. Alle levens zijn belangrijk. Maar wanneer je denkt dat alle levens op dit moment als even belangrijk worden gezien, dan heb je het mis.
Voor de meeste mensen klinkt het heel normaal: niet racistisch zijn. En ik denk ook zeker dat de intentie om racistisch te zijn ook zeker niet bij de meeste mensen aanwezig zal zijn. En ik denk ook zeker dat bijna iedereen in zekere zin wel dezelfde kant staat. Dat is waarom er wordt gesproken van institutioneel racisme, dit betekent dat het onder de huid zit en zoetjes aan wordt aangeleerd.
Door kleine dingen met grote gevolgen, zoals het vertellen van een onvolledige geschiedenis ontstaat er een kloof. Want voor jou is Zwarte Piet toch helemaal niet bedoeld als racisme? Wél voor iemand met een donkere huidskleur die van huis uit het volledige verhaal heeft meegekregen. Want je denkt toch niet dat de geschiedenis op dezelfde manier wordt verteld bij degenen bij wie we over de rug gingen? Het onbegrip voor de zwarte kant van die geschiedenis maakt ons immuun voor de pijn die het doet.
Wit privilege Nog zo’n term die we veel horen de laatste tijd; wit privilege. En vaak wordt het direct ontkend. Maar vraag je voor de beeldvorming eens af hoe vaak jij als witte persoon al bent geweigerd in een horecagelegenheid omwille van je huidskleur. Hoe vaak hebben mensen al aan je gevraagd of ze even aan je haar mochten voelen? Hoe vaak mochten je vriendjes vroeger niet bij je thuis komen spelen? Hoe vaak ben je voor van alles uitgemaakt alleen voor je huidskleur? Hoeveel scheldwoorden zijn er eigenlijk voor een wit persoon? Dat is wit privilege.
Natuurlijk hoor je hier en daar wel wat, maar ik zag pas echt dat andere mensen dit met zich meedroegen op het moment dat ik er met ze over begon te praten. Dit is niet iets wat je zelf zomaar ziet. Want jij hoort het grapje misschien maar één keer. Die persoon die het grapje moet incasseren misschien wel duizend keer opnieuw. Duizend “onschuldige” grapjes zijn bij elkaar een hele harde klap in het gezicht.
Dit is waarom ik me besef dat we als witte mensen werk te doen hebben, we kunnen onze ogen niet langer sluiten voor de zwarte kant van onze geschiedenis. Het is tijd om ook dit te erkennen. Niet om schuld te bekennen, maar om te begrijpen waar de pijn vandaan komt. Om samen ook een stuk van die pijn voor onze rekening te nemen, dat is de enige weg naar het einde van racisme.