Een eisenpakket dat de rekening voor de crisis bij de rijken en multinationals legt, zorgt voor werk en inkomen in de sectoren die we nodig hebben.
Uit een ambtelijk onderzoek naar het belastingstelsel blijkt dat de Nederlandse 1% in totaal maar liefst 400 miljard euro heeft ondergebracht bij bv’s waar zij zelf ‘aanmerkelijke belanghouder’ zijn. Over dit inkomen uit vermogen hoeft veel minder belasting te worden betaald. Velen doen dit niet eens en lenen het geld aan zichzelf uit. Het totale bedrag dat op deze manier is verstopt, is twee keer zo hoog als eerder aangenomen.
Hetzelfde ambtelijke rapport laat zien dat Nederland na de Verenigde Staten de meest ongelijke vermogensverdeling heeft van alle OESO-landen. De rijkste 1 procent bezit in totaal 28 procent van het totale vermogen, de rijkste 10 procent in totaal maar liefst 68 procent. De relatief hoge pensioenvermogens kunnen dit beeld misschien vertekenen, maar het rapport merkt op dat dit evengoed het geval kan zijn bij de cijfers van andere landen. De obscene rijkdom van de 1% en de stagnerende lonen en armoede van de meerderheid zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Bedrijfsleven Deze ongelijkheid wordt door de coronacrisis verder vergroot. Bedrijven hebben de afgelopen maanden van Rutte miljardensubsidies gekregen. Straks kunnen zij – met dank aan de uitsluitend papieren oppositie door de vakbondstop – ook nog makkelijker mensen ontslaan. Dit terwijl Nederlandse bedrijven vorig jaar nog recordwinsten boekten. Niet-financiële bedrijven boekten over 2019 namelijk een brutowinst van 264,2 miljard euro. Het hoogste bedrag sinds het begin van de meting in 1995.
Over deze goedgevulde geldkoffers horen we Rutte nu niet. Hij probeert werkende mensen op de mouw te spelden dat zijn eerdere bezuinigingsbeleid ervoor zorgt dat de staat nu fors kan lenen. Maar het belangrijkste doel van zijn afbraakbeleid was nooit het verminderen van de staatsschuld. De bezuinigingen en BTW-verhoging waren nodig om zaken zoals de verlaging van de winstbelasting mogelijk te maken. Die wordt door Rutte verder verlaagd van 25,5 procent naar 21,7 procent in 2021.
Volgens de neoliberale hardliner Hoekstra mag de rekening van corona niet naar de ‘gewone man’ – een categorie waar de meeste Nederlanders niet eens onder vallen. Maar als het aan dit kabinet ligt, worden nieuwe bezuinigingen simpelweg over de verkiezingen heen getild. Een ambtelijke onderzoeksgroep heeft al uitgezocht waar dit geld gehaald kan worden: met name in de zorg. Het terugdraaien van de steeds verdere verlaging van de winstbelasting wordt in de 16 rapporten niet genoemd. Alleen een strijdbaar links kan dit alsnog op de agenda zetten.
Perspectief FNV-vakbondsleider Busker stelde in EenVandaag afgelopen weekend dat hij verwachtte dat er na de coronacrisis veel nieuwe zorgwerkers aangenomen zouden worden. Dit is niet alleen voorbarig – in de VS worden vanwege de ‘onrendabele’ coronazorg juist zorgwerkers ontslagen – het is ook een gevaarlijke vorm van wensdenken, omdat het de collectieve strijd die hiervoor nodig zal zijn, onbenoemd laat.
De belangen van werkende mensen zijn namelijk tegenovergesteld aan die van het bedrijfsleven. De BV Nederland zal deze crisis aangrijpen om langgekoesterde wensen zoals de afbraak van elke vorm van ontslagbescherming en de versnelde privatisering van onze pensioenen er door te drukken. De Canadese klimaatactivist Naomi Klein omschrijft dit soort agressieve politiek vanuit de heersende klasse in crisissituaties treffend met de term ‘shock doctrine’.
Het is daarom belangrijk dat links in deze crisis een offensief eisenpakket tegenover dat van rechts stelt. Een eisenpakket dat de rekening voor de crisis bij de rijken en multinationals legt, zorgt voor werk en inkomen in de sectoren die we nodig hebben en de tijdelijke reductie van de CO2-uitstoot omzet in collectieve en democratische controle over bedrijven zoals Shell en KLM.
Hoe dan? We kunnen het ons niet veroorloven dat deze eisen beperkt blijven tot verkiezingsretoriek of een aantal moties in de Tweede Kamer. Samenwerking in actie tussen verschillende delen van links is nodig om eisen kracht bij te zetten en de collectieve macht te ontwikkelen om daadwerkelijk verbetering af te kunnen dwingen. Doen we dit niet, dan zal niet alleen de ongelijkheid verder toenemen. Steeds grotere delen van de arbeidersklasse zullen anders ook vatbaar worden voor de complottheorieën en zondebokpolitiek van extreemrechts.
Het is in deze context heel erg welkom dat veel mensen, met name jongeren, zich de afgelopen maanden aansloten bij de vakbond. De vakbeweging is onze eerste verdedigingslinie tegen de belangen van het kapitaal. De strijd voor een veilige werkplek en het behoud van loon en pensioen nu – van de fabrieken, tot de klaslokalen en de operatiekamers – is een stap in het opbouwen van de zelforganisatie die we straks nodig hebben om de rijken de crisis te laten betalen.
Dit vergt wel een zelfbewust links. Een links dat begrijpt dat ‘polarisatie’ geen onvriendelijk woord is, maar het logische gevolg van tegengestelde klassenbelangen. Een links dat durft stelling te nemen tegen vakbondsleiders wanneer ze doen alsof ze in dezelfde boot zitten als de miljonairs en belastingontduikers uit het bedrijfsleven. Een links ook dat niet stopt bij het willen verzachten van de pijn van het kapitalisme, maar strijd voor democratische controle over onze toekomst.