Een beschouwing op 7 oktober.
Tijdens een herdenking van 7 oktober in Tel Aviv die was georganiseerd door familieleden en nabestaanden van de gijzelaars zijn twee deelnemers gewond geraakt door de scherven van een door Hamas afgeschoten raket. De Israëlische strijdkrachten maakten bekend in Libanon allerlei doelen te hebben getroffen waar Hezbollah-strijders raketten hadden opgesteld om de herdenkingsdatum mede op te luisteren.
Dit alles maakt deel uit – hoor je volgens velen te zeggen – van een oorlog die niet 1 maar 75 jaar duurt en in feite begon met de Nakba, de ontheemding van 750.000 Palestijnen in het kader van de eerste Israëlisch-Arabische oorlog.
Dit is een geschikte datum om het een en ander te recapituleren.
Sinds het begin van de twintigste eeuw vestigden zich Europese joden in wat nu Palestina heet, meestal geïnspireerd door de ideologie van het zionisme. In die dagen maakte het gebied deel uit van het Ottomaanse Rijk dat een nogal slordige bestuursstijl hanteerde, gebaseerd op het tegen elkaar uitspelen van lokale elites. In de Eerste Wereldoorlog koos dit rijk de kant van Duitsland en ging als gevolg daarvan ten onder. Het Verenigd Koninkrijk kreeg de opdracht voorlopig Palestina te besturen als mandaatgebied van de Volkenbond. In 1917 had de Britse minister Arthur Balfour een briefje geschreven aan Lord Rothschild, een vooraanstaande leider van de Joodse gemeenschap in Londen, dat berucht zou worden als de Balfour Declaration. Daarin stond dat de Britse regering de vestiging van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina zou bevorderen, mits de burgerlijke en religieuze rechten van de niet-Joodse bevolking daardoor niet zouden worden aangetast. Let wel: er wordt niets gezegd over een joodse staat. Er wordt wel een voorwaarde gesteld: de zittende bevolking mag hier geen last van hebben.
In de jaren direct na de Eerste Wereldoorlog groeide de joodse emigratie naar Palestina snel vooral vanwege de aanvankelijke chaos en het heftige antisemitisme in Oost-Europa.
Ik trek uit mijn boekenkast een deel van het oude standaardwerk Countries of the World. Het hoofdstukje over Palestina is geschreven H.C. Luke, assistent-gouverneur van Jeruzalem. Verlost van de dode hand van de Turk, schrijft hij, moet Palestina nog bewijzen dat het een gevestigde en ordelijke gemeenschap kan vormen. De totale bevolking berekent hij op 757.182 personen, van wie 590.890 moslims, 83.694 joden en 23.964 christenen. In 1940 was het aantal joden volgens gegevens van de Britse autoriteiten gestegen tot 456.743, dit op een totale bevolking van 947,846.
Palestina is ongeveer zo groot als Nederland, dat in 1940 tegen de tien miljoen inwoners telde en nu de zeventien miljoen heeft aangetikt. We hebben dus te maken met een onderbevolkt land. Je kunt niet zeggen dat er in het Palestina onder Brits beheer geen ruimte was voor nieuwkomers. Toch ontstond er onder de oorspronkelijke inwoners bijna onmiddellijk snel verzet tegen de Joodse immigratie, dat gewelddadige vormen aannam. De aangevallen joden betaalden met gelijke munt terug. Zij vormden verschillende milities, elk met een eigen ideologisch gezicht.
Dit stond economische groei en een toenemende welvaart overigens niet in de weg. De Britse overheersers merkten dat zij in een wespennest zaten. Vanaf de jaren dertig probeerden zij de Joodse immigratie zoveel mogelijk tegen te gaan en dat beleid hielden ze vol tot het mandaat afliep. Inmiddels waren de verhoudingen tussen de joden en de oorspronkelijke bevolking zo verhard dat een oplossing met één staat er in ieder geval niet meer in zat. Bovendien lachte een dergelijke oplossing de omliggende Arabische heersers niet toe. Ze wilden geen nieuwe macht in hun midden, geen joodse maar ook geen Palestijnse.
In 1947 besloten de Verenigde Naties als opvolger van de Volkenbond Palestina te verdelen in een joods en een Arabisch deel. Het joodse deel was een stuk kleiner dan het Israël binnen de grenzen van 1967. Jeruzalem hoorde er niet bij. Dat zou een internationale stad worden met een eigen bestuur.
Op 15 mei 1948 liep het Britse mandaat officieel af. Een dag eerder riepen de joden de staat Israël uit. Hun leider van het moment, David Ben-Gurion, accepteerde de grenzen die de VN getrokken hadden. Vrijwel alle landen erkenden het nieuwe Israël meteen op de Arabische na. In plaats daarvan vielen Egypte, Jordanië, Libanon, Syrië en Irak het nieuwe Israël binnen. Na aanvankelijk te zijn teruggedrongen wisten de joden zich eerst te handhaven. Daarna gingen zij in het offensief. De oorlog duurde – onderbroken door twee wapenstilstanden – tot in november van dat jaar. Daarna kwam het tot een definitief staakt het vuren. De Arabische machten duldden een stevige gebiedsuitbreiding van Israël, dat nu ook de buitenwijken maar niet de oude stad van Jeruzalem omvatte. Egypte kreeg de Gazastrook. Koning Abdallah van Jordanië annexeerde de West Bank.
Tijdens deze oorlog verloren 750.000 Arabische inwoners huis en haard. Dat is de Nakba. Ze moesten de wijk nemen en kwamen terecht in vluchtelingenkampen waar hun nazaten nog steeds wonen. Een kleine tweehonderdduizend bleef achter. Tegenwoordig hebben Arabische partijen ongeveer twintig procent van de Knesset in handen.
Tot nog toe is de term "Palestijnen" nauwelijks gebruikt. Dat komt omdat niemand en zeker de omliggende Arabische landen niet een Palestijnse nationaliteit erkenden. Abdallah beschouwde de West Bank en de oude stad van Jeruzalem als een integraal onderdeel van zijn koninkrijk Jordanië. Daarom is hij ook in 1953 door een Palestijnse terrorist vermoord.
Pas in de jaren zestig gingen de Arabische heersers er – aanvankelijk schoorvoetend – toe over een Palestijns volk te erkennen en daarmee hun recht op een eigen staat.
Volgens het Palestijnse Centraal Bureau voor de Statistiek waren er – zo zegt het Nederlands Palestina Komitee – in 2016 wereldwijd 12,1 miljoen Palestijnen van wie er 4,8 miljoen in de West Bank woonden en 1,9 miljoen in de Gazastrook. Jordanië telt 3,2 miljoen Palestijnen en de overige Arabische landen 3,8 miljoen. De rest woont elders ter wereld. In Nederland geldt Vlaardingen als de Palestijnse hoofdstad.
Israël telde in 2022 9.558 miljoen inwoners. Als je daar de Westbank en Gaza bij optelt kom je op 17 miljoen mensen, ongeveer evenveel als Nederland aan inwoners telt.
De Palestijnse bevrijdingsorganisaties hebben zich de afgelopen vijfenzeventig jaar nooit bij het verlies van hun land in 1948 neergelegd. Zij eisen hun geboortegrond terug, het laatste decennium met het argument dat de joodse inwoners van Israël kolonisten zijn, een invasieve soort om zo te zeggen. Deze eis ligt ten grondslag aan de uiteenlopende oorlogen die zij en een aantal Arabische landen de afgelopen driekwart eeuw tegen Israël hebben gevoerd. Die hebben ze tot nog toe allemaal verloren en elke nederlaag leidde tot een verslechtering van de Palestijnse positie. Momenteel is de realisering van een eigen staat in welke vorm dan ook verder weg dan ooit.
Het verschil met Duitsland dringt zich op.
In 1871 kwam na een gewonnen oorlog tegen Frankrijk een Duits keizerrijk tot stand. Het bereikte meteen zijn grootste omvang. De Elzas en Lotharingen maakten deel uit van dit rijk evenals enorme gebieden in Oost-Europa, waaronder een groot deel van Polen. In de daarop volgende 75 jaar voerde dit Duitsland twee oorlogen, die het allebei verloor. Na de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland Elzas Lotharingen aan Frankrijk afstaan, Noord Sleeswijk aan Denemarken en grote gebieden in het oosten aan Polen. Een en ander ging hier en daar met etnische zuiveringen gepaard. Het resultaat van de Tweede Wereldoorlog was nog ernstiger: Duitsland verloor ongeveer een derde van zijn overgebleven grondgebied aan Polen en de Sovjet-Unie. De Duitse inwoners werden naar het overgebleven romp Duitsland gedeporteerd. Van zijn kant zette Tsjechoslowakije de dik drie en een half miljoen Duitstalige inwoners over de grens. Alles bij elkaar moesten een kleine vijftien en een half miljoen Heimatvertriebenen worden opgevangen in een voor een groot deel verwoest land. Daarop doelde Angela Merkel toen zij zei: "Wir schaffen das" maar dat is een ander verhaal.
De Palestijnen hebben de afgelopen driekwart eeuw het grootste deel van hun energie, creativiteit en hulpbronnen gestoken in de strijd voor teruggave van de verloren grond der vaderen. Dat leverde alleen maar tranen en verlies op. Ze hebben zich bovendien vaak genoeg laten misbruiken door Arabische leiders die hun eigen doelen nastreefden en de Palestijnen als pion gebruikten. Ook verbonden zij in groten getale hun lot met bewegingen die in grote delen van de Arabische wereld controversieel zijn. Zo baseert Hamas zich op de ideologie van de Moslim Broederschap die in Egypte ondergronds is gedreven. Dictator Sisi is de aartsvijand van deze organisatie evenals alle monarchen op het Arabische schiereiland omdat de Moslim Broederschap hun zondig geacht bewind wil vervangen door een Islamitische Republiek. Hezbollah wil datzelfde maar dan ook nog van sjiitische snit wat voor soennieten helemaal uit den boze is.
Het duurde tot het eind van de jaren zestig voor de (West-)Duitse regering de annexaties van 1945 erkende maar in de praktijk bleef het bij woorden. In plaats daarvan werden de vluchtelingen opgenomen in het overgebleven Duitsland waar alle hulpbronnen gingen naar wederopbouw, industriepolitiek en economische groei. Men noemde dit de Soziale Marktwirtschaft. Ook nu zijn er nauwelijks nog Duitsers die talen naar teruggave van de verloren gebieden.
Met andere woorden: de Duitsers boekten megawinsten omdat ze hun verlies namen.
Met zeventien miljoen energieke mensen zouden Israeli en Palestijnen erin moeten kunnen slagen met het Duitse voorbeeld voor ogen een Soziale Marktwirtschaft op te bouwen. De kansen en de mogelijkheden liggen voor het grijpen. Eerst zij aan zij elk in hun eigen staat en later als groeiende rijkdom aan beide zijden tot meer onderling vertrouwen leidt steeds meer geïntegreerd.
Maar men investeert liever in middelen voor wederzijdse vernietiging. Men zoekt heil in radicale politiek van extreem rechtse snit, zowel in Israël als in de Palestijnse gebieden. Men bijt zich vast in haat en rancune.
Toch is de conclusie onontkoombaar dat vooral de Palestijnse leiders en hun organisaties erin slagen steeds weer de eigen glazen in te gooien, dit ten voordele van met name de extreem rechtse vleugel van het zionisme in Israël. De gewone mensen betalen als altijd de prijs.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu de laatste putten toch open blijven. Tevens beschouw ik de PVV als een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: is de BTW verhoging bedoeld om de media in het nauw te drijven?