Laten we gaan meten wat politieke voorstellen betekenen voor het persoonlijk welbevinden van de burgers en stabiliteit in gezinnen.
We hebben de laatste jaren gezien dat de politieke partijen erg gevoelig zijn voor de uitkomsten van de doorrekeningen van het Centraal Planbureau. Geen enkele partij wil een standpunt innemen dat volgens de CPB-modellen zou leiden tot een lagere economische groei.
Die berekeningen zijn gebaseerd op de aanname ‘meer werkenden leidt tot een hogere welvaart’. Deze aanname klopt niet (meer). Voor de korte termijn klopt dit niet in tijden van economische recessie. Voor de langere termijn klopt dit niet door de verdergaande digitalisering en robotisering waarbij technologie de arbeid inhaalt met betrekking tot winstgevendheid en daarmee de economische voorspoed.
Dat het CPB blijft vasthouden aan de aanname dat meer werkenden tot een hogere welvaart leidt, heeft grote gevolgen. Zo blijkt uit de CPB-berekeningen bijvoorbeeld dat het kunstmatig beperken van inkomsten op gezinsniveau leidt tot meer werkenden (en dus tot de onterechte aanname dat dit hogere economische groei zou betekenen). Die aanname is niet alleen onjuist, er wordt zo ook totaal aan voorbijgegaan dat vrijwilligersactiviteiten, mantelzorg en simpelweg de zorg voor kinderen ook bijdragen aan economische voorspoed. Daarmee geven de berekeningen van het CPB ook niet het juiste beeld.
De overdreven, bijna religieuze nadruk op economische voorspoed maakt van een middel (geld) een doel. Dit terwijl het doel juist het persoonlijk geluk en de persoonlijke voorspoed voor alle burgers zou moeten zijn. De berekeningen van het CPB zouden dat als meetlat moeten hebben. Wat je meet, daar stuur je namelijk op. En waar je op stuurt, komt tot uiting in de gevolgen. Zoals we nu meten en dus sturen, leid dat tot armoede. Armoede en zeker armoede die onterecht wordt opgelegd, leidt vervolgens weer tot ontevredenheid. Ontevredenheid leidt dan weer tot opstand, rebellie, demonstraties en populistische politiek.
Nog veel erger is dat armoede in gezinnen ook leidt tot zorgen in gezinnen. Zorgen die weer direct en indirect leiden tot een groeiende vraag op het gebied van (gezondheids)zorg en jeugdhulp. Ironisch dat we juist door het sturen op economische groei een grote groei in maatschappelijke kosten zien. En wat te denken van de woningnood? Hoeveel extra huizen zijn er nodig in Nederland door alle scheidingen waarbij geldzorgen de basis van de problemen waren? En dan heb ik het nog niet eens over de ethische donkere schaduwzijde zoals bijvoorbeeld ouders met een kinderwens die enkel en alleen om economische redenen toch kiezen voor abortus. Wat hebben we aan grote bedrijven in Nederland als de burgers zelf ongelukkig zijn?
Verander de wereld en begin bij jezelf. Laten we daarom gaan meten wat politieke voorstellen betekenen voor het persoonlijk welbevinden van de burgers en stabiliteit in gezinnen. Ter bevordering van rust en vrede. Individueel, in gezinnen, in gemeenschappen, in de politiek, in Nederland, in Europa en uiteindelijk in de wereld. Dit begint o.a. met het aanpassen van de modellen van het CPB.