In Nederland is het duidelijk: volgens de Warenwet mag een drankje pas alcoholvrij heten als er niet meer dan 0,1 procent alcohol in zit. Maar drankproducenten zijn voortdurend op zoek naar achterdeurtjes om ons toch drankjes voor te schotelen die meer alcohol bevatten, zo blijkt uit een inventarisatie van Knack. Zo wordt inmiddels de Engelse term ‘non alcoholic’ gebruikt. Die stelt producenten in staat om bier te maken met tussen de 0,1 en 0,4 procent alcohol.
Wie deze zomer in het buitenland op het terras een alcoholvrij biertje bestelt, moet nog beter opletten. In België is het alcoholpercentage in ‘alcoholvrije’ wijn bijvoorbeeld 1,2 procent. “Zogenaamd ‘alcoholvrij’ bier bevat in Spanje 1 procent en in Italië en Frankrijk zelfs 1,2 procent alcohol. Bent u zwanger, migrainepatiënt of ex-verslaafde en wilt u helemaal zeker zijn, dan moet op het etiket ‘0,0’ staan.”
Daarnaast zijn er ook nog zogeheten ‘laag-alcoholische’ en ‘alcoholarme’ dranken. Knack legt uit: “Een laag-alcoholisch bier mag maximaal 1,2 procent alcohol bevatten, maar voor wijnen en sterkedranken ligt er geen maximumpercentage vast. Een wijn met 8 procent alcohol mag dus het label laag-alcoholisch krijgen.”
De ‘alcoholvrije’ producten stellen drankproducenten in staat om nieuwe groepen consumenten aan te spreken, waarschuwen deskundigen. Katleen Peleman van het Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs (VAD) spreekt van ‘alibimarketing’. Bierproducenten prijzen alcoholvrij bier aan in hun reclame, maar dat is een alibi om reclame te maken voor hun échte, alcoholhoudende bier.
“Kijk naar Corona Cero, het eerste biermerk ooit dat een sponsordeal aanging met de Olympische Spelen. Daarmee bereik je ook nieuwe doelgroepen, zoals minderjarigen, tot wie je je niet mag richten met alcoholische producten.”