Mirjam Vriend en Bram Bakker corresponderen over de geestelijke gezondheid.
Beste Bram,
We kunnen ons steeds slechter concentreren.
In een interessant artikel in de Volkskrant las ik over het boek “De aandacht verloren” van Johann Hari. Terwijl ik de afgelopen dagen enkele van zijn opmerkelijke bevindingen in mijn hoofd herkauwde, ontstond er een link met iets anders dat mij ook steeds meer opvalt; immense onverschilligheid. Het enige dat er nog door die dikke muur van onverschilligheid heen lijkt te kunnen komen is grof geschut; keiharde meningen, eenduidige veroordelingen, publieksvonnissen, en dat alles vooral heel snel, anders dwalen we -inderdaad- af.
Waren we maar alleen snel afgeleid. Dat is al niet heel leuk, maar dan was de ellende nog te overzien. Maar omgekeerd evenredig aan die afname van concentratie neemt onze drang om te oordelen en te executeren, zonder dat we überhaupt een poging hebben gedaan om een grotere context in beeld te krijgen, juist toe. Die grotere context boeit ons niet. Lukt het ons gewoon niet meer om die grotere context te bestuderen, door dat concentratieprobleem, of is het onwil? Kip of ei?
Ik ervaar onwil. Maar dan toch willen gillen, en hard ook. Ik vind het echt heel verwarrend, Bram; enerzijds nemen mensen wildvreemden in huis die op de vlucht zijn voor oorlog, wat natuurlijk heel mooi is, tegelijkertijd zijn andere mensen morele schietschijven voor ons, waar we als nooit tevoren op losgaan. Beroemdheden, met name.
Beroemdheden lusten we rauw. Ze hebben een voorbeeldfunctie, zeggen we dan. Hoezo eigenlijk? De hand van Will Smith had de wang van Chris Rock nog niet geraakt (het Oscar-incident), of mensen wisten al wie er aan de schandpaal moest. Will. En ook alleen Will. We willen per se dat het niet ingewikkelder wordt dan dat. Zie je, Bram, ik zeg nog steeds we, al voel ik me totaal niet verbonden met deze snelkook-strategie. Natuurlijk, ik maak me ook soms schuldig aan zo’n snel oordeel, maar er komt dan steevast een moment dat er een nieuw feit boven water komt dat me beschaamd mijn woorden doet terugnemen. Toch weer te snel geweest, verdorie. Natuurlijk is er een grens aan wat je ergens over te weten kunt komen. Maar het gaat mij om die poging. In de poging om iets zorgvuldig en geduldig te bekijken zit voor mij compassie voor je medemens. Verbinding. Interesse. En zelfreflectie: jij had in diens schoenen kunnen staan, want wij allen doen soms hele domme of zelfs akelige dingen. Hoe wil je dan behandeld worden?
We zouden beter kunnen weten. We zijn immers bijna allemaal een beetje beroemd. Op social media hebben we soms een vrij flinke fan-base, al posten we alleen maar blije tegelteksten of nietszeggende selfies. Op een dag zeg je iets doms, of deel je iets wat helemaal verkeerd valt. Wat je dan over je heen krijgt is niet mis. Dát besef zou je zachter kunnen maken naar anderen, maar het tegendeel is waar. We vallen met zoveel enthousiasme een ander aan dat mij vaak het gevoel bekruipt dat we tegelijkertijd aan het vieren zijn dat wijzelf het ditmaal gelukkig niet zijn.
Ik schreef een stuk over het Oscar-incident op Meta. Ik probeerde meerdere kanten te belichten. De rijke psychologie van het geval interesseerde mij. De reacties bestonden voor 98% uit vonnissen in grote chocoladeletters, gelardeerd met “basta”, “punt uit” en veel uitroeptekens. Slechts één man merkte iets op over de risico’s van de zogeheten roast-cultuur, die de laatste jaren ook in de presentatie van de Oscaruitreiking wordt toegepast. Ik was zo opgelucht, Bram, dat iemand de moeite nam om de situatie wat vollediger te overzien.
Inmiddels interesseert het Oscar-incident vrijwel niemand meer. Afgedwaald, hè. We zijn alweer bezig met andere incidenten. Het verwarrende aan al deze incidenten vind ik dat je inhoudelijk vaak kunt stellen dat het goed is dat een aantal dingen echt niet meer kunnen, zoals seksisme, machtsmisbruik, geweld. Maar als je een patroon ziet ontstaan in wangedrag binnen bepaalde kringen, kun je ook eens een keer proberen verder dan de “slechterikken” te kijken. Hoe zit hun wereld in elkaar? Wie trekt er eigenlijk aan de touwtjes? En ook…. in hoeverre hebben wij zelf invloed uitgeoefend op het ontstaan van die inderdaad merkwaardige wereld waar zij in ronddolen?
“Onverschilligheid is voor mij de belichaming van het kwaad”. Aldus Elie Wiesel, een Joods-Amerikaanse schrijver die ooit de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Onverschilligheid heeft lang niet zo’n slecht imago als bijvoorbeeld woede, maar jaagt mij meer angst aan dan woede, omdat het zo koud en afstandelijk is. Je verbreekt de verbinding. Johann Hari pleit er vurig voor dat we onszelf weer gaan trainen om ergens echte, geduldige aandacht voor op te brengen. Ik vrees dat als we niet eerst proberen om weer “verschilliger” te worden, er helemaal geen bestaansrecht is voor aandacht.
Zie jij wat ik zie, Bram? Zo ja, enig idee wat ons kan helpen?
Warme groet,
Mirjam
Ha die Mirjam,
Je werpt weer een stel prachtige thema’s op, die zeker met elkaar samenhangen, maar die me eerlijk gezegd ook wel een beetje verwarren. Ik ga er gevoelsmatig op in, eens kijken of er dan een samenhang ontstaat waar jij iets mee kunt…
Onverschilligheid is wel een thema dat mij al lang bezighoudt. Ik weet niet meer welke grote geest het bedacht, maar ‘Het tegenovergestelde van liefde is onverschilligheid’ en vanuit dat perspectief bezien is iedere vorm van opwinding meegenomen. Als je een ex-geliefde haat zit daar nog heel veel gevoel…
Jij rept over het Oscar-incident met Will Smith, ik ben zelf vooral nog bezig met de volgende rel: Johan Derksen die op een volstrekt ongepaste manier een seksuele wandaad van vijftig jaar geleden ter sprake brengt. Waar komt alle haat vandaan die deze man ten deel valt? Waar zit de lading die veel groter is dan de man en het programma rechtvaardigen? Op de persoon Johan Derksen kunnen we ons allemaal ineens wel concentreren, en komen er uit alle hoeken en gaten scherpe meningen, niet zelden puntig geformuleerd ook nog. Maar mijn zoon van negentien, die ik vroeg wat hij er nu van vond reageerde schouderophalend: mij interesseert het niet zo. Inderdaad: onverschilligheid. Maar: doet dat hier ter zake?
Dat de oorlog in de Oekraïne ons behoorlijk lijkt te raken vind ik dan wel weer een hoopvol teken. We zijn al te vaak afgestompt en nauwelijks geconcentreerd, die conclusie deel ik wel met Johann Hari. Het lijkt mij echter zinvol eerst eens zonder oordeel te kijken naar wat de mensen onverschillig maakt, wat een mogelijke verklaring is voor veel van de onverschilligheid die we kunnen waarnemen.
Ik ben eerlijk gezegd overtuigd dat het met de hoeveelheid prikkels te maken heeft die we anno nu te verduren krijgen. We worden de hele dag bestookt met informatie, en voor een groot deel zonder dat we erom gevraagd hebben. De aanleiding voor de uitlatingen van Derksen was gedoe rond vermeend wangedrag van presentator Johnny de Mol. Heb jij daar nog iets over gehoord? Nee toch? Het rumoer rond het programma van Derksen c.s. overschaduwde de aanleiding volledig. Dat zal de in opspraak geraakte talkshow-host niet vervelend hebben gevonden. Tot er binnenkort nieuwe feiten opduiken, dan zullen de media kijken of ze ons daarmee kunnen prikkelen. De waan van de dag regeert, de grootste rel krijgt de meeste aandacht, omdat daar de sterkste prikkel vanuit gaat.
Het gebrek aan concentratie, de onverschilligheid en het afgestompte zijn nauw verbonden met een zware overbelasting van onze hersenschors. Er is veel te veel informatie om te verwerken, laat staan dat we onszelf de tijd gunnen eens rustig na te denken over gebeurtenissen in de wereld. En nog softer: te ervaren wat ze met ons doen.
Ik merk het ook aan het tempo waarin mensen verdwijnen: mijn vriend Mino Raiola overleed afgelopen weekeinde, behoorlijk onverwacht. Ik moet daar even van bekomen, het raakt me emotioneel, en dat kost tijd. Op zichzelf kreeg het best veel aandacht in de media, het veel te jonge overlijden van de grootste voetbalmakelaar ter wereld (54 jaar pas), maar in alle informatiestromen raakte het al snel overschaduwd door ander prominent nieuws uit de voetbalwereld: zanger Jan Smit wordt voorzitter van FC Volendam. Zie je de gekte, het niet bij te benen tempo waarin de nieuwsberichten elkaar opvolgen?
Ik merk al bij mezelf dat ik steeds vaker schouderophalend reageer als er ergens weer een nieuw schandaal opduikt. ‘I’m too old for this shit’ is de oneliner uit de legendarische filmreeks ‘Lethal weapon’ die steeds bij me naar boven komt. En als ik al niet meer begrijp waar ik me wel of niet druk over moet maken, hoe is het dan voor mijn kinderen? Die nauwelijks geleerd hebben om hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden, die met een smiley reageren op het nieuws dat ze bereikt via Instagram of TikTok.
Natuurlijk heeft Hari gelijk als hij bepleit dat we zouden moeten proberen meer aandacht op te brengen voor zaken die ertoe doen. Maar zoals hij ook aangeeft vereist dat het uitsluiten van minder relevante prikkels, het loskomen van alle apparaten die ons omgeven en vooral: tijd. Aandacht kost tijd, het vraagt om vertraging, het achterlaten van onze enorme jachtigheid. We zullen onszelf moeten trainen om weer te luisteren naar de verhalen die we elkaar te vertellen hebben, en dat is echt iets heel anders dan het tot je nemen van feiten.
Nog even terug naar de hersenschors: daar zetelen onze intelligentie, onze rationele vermogens en ons vermogen om te redeneren. Aandacht heeft met heel andere hersendelen te maken. Sterker nog: het huist ook in het lichaam, de plek waar je je verbonden voelt met je dierbaren. Aandacht en concentratie verbeteren vereist lichaamswerk, denk ik. Hopelijk kun je daar iets mee?
Een hartelijke, aandachtige groet geef ik je!
Bram
Meer over:
social media, psychologie, johan derksen, concentratie, opinie, leven, geestelijke gezondheid, overprikkeling, media