Juist in tijden van crisis is het van essentieel belang de middelgrote en
kleine ondernemer in het oog te houden
Co-auteur: Dennis de Jong
Juist in tijden van crisis – wanneer de discussie zich toespitst op astronomische getallen – is het van essentieel belang de middelgrote en kleine ondernemer in het oog te houden. Het MKB speelt immers een cruciale rol op de weg naar economisch herstel.
Waar gesmeten wordt met miljarden, verdwijnen de miljoenen uit beeld. Laat staan nog kleinere bedragen. Terwijl het nu juist de bedragen met iets minder nullen zijn waar het midden- en kleinbedrijf dagelijks mee te maken heeft.
Het mag als bekend worden verondersteld dat ruim 90% van de ondernemers in Nederland valt onder het midden- en kleinbedrijf. In sectoren als de detailhandel is dit zelfs 97%. Maar de zelfstandige met hart voor de zaak wordt te weinig gehoord door beleidsmakers. Dat terwijl juist dit de mensen zijn die keihard werken – dag in dag uit – en die doorzetten ondanks de uitdagingen die de huidige recessie met zich meebrengt.
Dat oog hebben voor de kleine ondernemer niet vanzelfsprekend is, blijkt onder meer uit de grote problemen die MKB’ers hebben met het verkrijgen van krediet. Het irriteert veel kleine zelfstandigen dat banken niet eens de moeite nemen om inhoudelijk op hun investeringsvoorstellen in te gaan. Want het oordeel van de bankiers heeft vaak niets te maken met de kwaliteit van de plannen van de ondernemer – eerder met de grootte van de lening. Klein is minder interessant voor banken; klein betekent relatief veel transactiekosten voor een beperkte lening. Men doet liever grote zaken, dat levert meer op. Hoewel al sinds het begin van de crisis wordt gesproken over dit probleem is er nog steeds geen oplossing gekomen vanuit Den Haag of Brussel. Er is weliswaar met een motie van de SP afgedwongen dat de regeling voor innovatie- en microkrediet voor ondernemers wordt uitgebreid maar een oplossing voor het probleem in de markt is dat niet. De in 2010 beloofde checklist voor ondernemers voor kredietaanvragen waarmee hun plannen enigszins objectief moeten worden beoordeeld door banken blijft tot de dag van vandaag achterwege. Het ministerie van Financiën is te bang in haar houding richting de banken waardoor er niets verandert.
Het is dan ook zaak ruimte te geven aan alternatieven. Bijvoorbeeld aan het initiatief om kredietunies op te zetten: banken van kleine zelfstandigen voor kleine zelfstandigen. Zij spreken de taal van de ondernemer en kunnen ook beter de risico´s beoordelen dan de gevestigde banken. Ministers Verhagen en De Jager zouden ervoor moeten kiezen om deze kredietverstrekkers van dezelfde garantieregelingen gebruik te laten maken als de banken. Alleen zo komt er wat concurrentie bij de geldschieters waar ondernemers wat aan hebben! Maar niet alleen geldproblemen geven ondernemers kopzorgen, ook wetten en regels uit Brussel en Den Haag zien de uitzonderlijke positie van MKB’ers vaak over het hoofd. De op Europese richtlijnen gestoelde Aanbestedingswet die onlangs door de Kamer kwam maar die in de toekomst zal uitwijzen dat ook hier groot en machtig het wint van klein en minder kapitaalkrachtig is daarvan een pijnlijk voorbeeld.
Om dit aan te pakken is het nodig om nieuwe wetten en regels te toetsen op MKB-vriendelijkheid. Het Europees Parlement heeft dit voorstel op initiatief van de SP al overgenomen, nu de Tweede Kamer nog. Niet alleen ministeries en commissarissen moeten bij wetgeving goed voor ogen houden hoe zaken uitpakken voor kleinere bedrijven, ook voor de parlementen is dat een belangrijke taak. Met moties en amendementen kunnen immers de – al dan niet administratieve – lasten voor het MKB slechter uitvallen. En het credo zou in onze ogen moeten zijn: hoe minder ballast voor de kleine ondernemer, hoe beter.
Steun voor het MKB, met concrete voorstellen en door rekening te houden met zijn uitzonderlijke positie is voor ons logisch: wij houden van de menselijke maat en hebben grote waardering voor de inzet van de kleine zelfstandige met hart voor de zaak. Zowel voor de ondernemer als voor de politiek is er nog genoeg werk aan de winkel.