Aangezien kluswerkers per klus worden betaald en de vraag naar hun werk is afgenomen door de coronacrisis, zitten zij nu met grote financiële problemen.
Bedrijven als Helpling, Home Works en Uber zijn niet meer weg te denken uit de Nederlandse samenleving en trekken steeds meer kluswerkers aan. Aangezien deze kluswerkers veel onzekerheid ten aanzien van hun werk ervaren betekent dit ook dat de hoeveelheid precair werk in Nederland toeneemt. Nu de coronacrisis de vraag naar kluswerk vermindert neemt deze onzekerheid alleen maar toe, en doen de platformbedrijven net alsof hun neus bloedt.
Platformbedrijven kenmerken zich door het omzeilen van een traditionele rol als werkgever met bijbehorende verplichtingen volgens het sociaal verzekerings- en arbeidsrecht. Zij erkennen kluswerkers veelal als zelfstandigen waardoor ze geen premies hoeven te betalen en goedkoper uit zijn dan in een normale arbeidsrelatie. Daarentegen betekent dit voor kluswerkers juist een toename aan precariteit. Zij werken namelijk zonder collectieve arbeidsovereenkomst en hebben vaak geen bescherming tegen ontslag, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Het behandelen van kluswerkers als zelfstandigen roept weerstand op bij FNV. Daarom spande de vakbond rechtszaken aan tegen Deliveroo en Helpling om de arbeidsmarktpositie van hun kluswerkers te verbeteren. In het eerste geval oordeelde de rechter dat Deliveroo-bezorgers een arbeidsovereenkomst kunnen claimen bij hun platform, maar in het tweede geval besloot de rechter dat er tussen Helpling en schoonmakers slechts arbeidsbemiddeling plaatsvindt waardoor de schoonmaak-CAO niet toegepast hoeft te worden. Dit duidt erop dat kluswerkers niet over een kam geschoren kunnen worden.
Maar ook draagt dit gebrek aan rechtlijnigheid bij aan de ambiguïteit waar kluswerkers recht op hebben, juist nu de coronacrisis de precaire positie van sommige kluswerkers versterkt: de helft van de klussen via Helpling en Home Works werd in maart afgezegd, en nu er geen toeristen naar Nederland komen en er geen vraag is vanuit het uitgaanspubliek kunnen Uber-chauffeurs weinig ritten rijden. Aangezien kluswerkers per klus worden betaald en de vraag naar hun werk is afgenomen door de coronacrisis, zitten zij nu met grote financiële problemen. Van deze schijnzelfstandigen wordt verwacht dat zij zelf deze onvoorziene klap opvangen met een monetaire buffer, maar uit een enquête van FNV Zelfstandigen onder 2000 zzp’ers blijkt dat slechts de helft van hen een financiële buffer heeft waarmee zij een maand tot een jaar voort kunnen.
Mede daarom heeft het kabinet de financiële noodmaatregelen voor zelfstandigen in het leven geroepen. Helaas kunnen veel kluswerkers hier geen aanspraak op maken, bijvoorbeeld omdat ze niet voldoen aan het urencriterium als kluswerkers die de gaten in hun budget proberen op te vullen in de kluseconomie. Maar de platformbedrijven kijken ook weg. Zo had Uber een beroep op de NOW kunnen doen om de loonkosten van de chauffeurs te vergoeden en beperkt Helpling zich tot een moreel appel aan hun klanten om schoonmakers door te betalen. In hoeverre dat gebeurt is onduidelijk.
Om de precaire positie van kluswerkers in de coronacrisis te verlichten en deze situatie in de toekomst te voorkomen, moet er ongeacht de arbeidsrelatie voor iedereen basisbescherming geregeld worden. Deze situatie en het verleden hebben al bewezen dat deze inzet niet van de platformbedrijven zal komen. Daarom moeten er politieke keuzes gemaakt worden tegen het afwentelen van de gevolgen van een economische crisis op de financieel zwaksten en voor een rechtvaardige arbeidsmarkt.