In de zomer van 2010, tijdens het bezoek aan het jaarlijkse, internationale poëzie- en kunstenfestival in het Zuid-Vlaamse Watou, schreef ik onderstaand gedicht. De aanleiding: de totstandkoming van het gedoogkabinet VVD, CDA en PVV, nu bijna 15 jaar geleden. Dit kabinet sneuvelde twee jaar later. Het is nu 2024. Ik schrik van de dichterlijke actualiteit. Vanaf 2 juli een PVV-kabinet met VVD, NSC en BBB. De constante factor: VVD-PVV/Wilders, maar in essentie haatdragend versus de Ander.
Gedogen
Ze verachten je maar schudden vrolijk toch je hand.
Niets, niets in dit verpulverd land
laat ze meer walgen dan van jouw bleke, uitgestoken hand.
Mijn volk, zeg je. Ja je morrend volk
heelt in jou zijn onvermogen.
(Het ontevreden deel dat god verruilde voor het gebleekte schuim.)
Ze verachten je, je weet het, je voelt het.
De prijs is hoog, zeggen ze, maar alles heeft zijn waarde.
De macht is hen te lief en zo eiste jij jouw deel.
En jij? Je bent tevreden, althans voor het moment van het heden.
En jij behoudt het vrije woord, al is het gif.
Nooit heb je je mond daartoe het zwijgen voorgeschreven.
Je richtte je besmette pijlen op het vreemde volk,
trefzeker en met vast hand (weer die hand).
Je woonde in hun buurt, je zette daar je eerste vlag.
Achter de deur, het venster of de poort moet het geboren zijn:
die haat, die gemakkelijke haat die alom alle angst verenigt
en dierbaren van je vervreemdt.
Je kijkt naar je handen, ze zijn zo glad en bleek.
Je beweegt ze langzaam maar het lukt je niet ze te doen verenigen.
Zij die je verachten kunnen bidden en vouwen zo hun handen
tot een eenheid: twee handen ineen.
Je probeert het opnieuw en opnieuw
maar zelfs met gesloten ogen blijft die eenheid uit.
Wat rest is het getrommel van je vingers van je linkerhand
op de vingers van je rechterhand.
Het geeft ritme aan de groei van je eenzame gedachte:
niet ik gedoog maar zij die mij verachten; zij gedogen mij!
En voor het eerst zwijgt de geest waar de mond gewoon is te spreken.
En dan komen op dat zwaar bewaakte, maar o zo eenzame bed de twijfels.
Het morrend volk wil meer dan gedogen en eist nu zijn deel.
De Vreemden, ja de Vreemden zullen het opnieuw moeten ontgelden.
En in de donkerte van de nacht wanneer je beveiligers slapen
pak jij met beide handen de pijlen en slijp ze tot de ochtend komt.