De emotiepolitiek van de VU moet stoppen. Ik hoef de tranen over je reputatie niet. Ik wil weten waarom deze nazi-vergelijking niet kan.
DHet antwoord op de vraag “Bent u bereid om in gesprek te gaan me de universiteit (VU) over inclusief lhbti-beleid?”, is uitgesteld. Maar het antwoord van minister Van Engelshoven moet zijn dat dit wel het minste is wat we van haar kunnen verwachten, want de sentimentele doofpotpolitiek van het VU-bestuur is schandalig.
Geschokt waren ze, “eigenlijk zijn we dat nog steeds”, want goedkope emotiepolitiek, dat is wat de VU-bestuurders bedrijven wanneer ze geconfronteerd worden met de nazi-vergelijking van VU-docent Piet de Vries over het verzet tegen de Nashville-verklaring. Niet dat met emotie iets mis is, ik deel ook graag met u dat ik kookte van woede toen ik die vergelijking wederom las. Maar laten we het wel onderbouwen, zodat onze emotie de bron wordt van een integer argument.
Zo is het natuurlijk schandalig dat de emancipatie van seksuele minderheden gepresenteerd wordt als het gevolg van een totalitaire ideologie. Ter herinnering, een ideologie van massamoordenaars. Emancipatie is dan ook niet waaraan ik denk wanneer ik de woorden ‘homoseksualiteit’ en ‘nazisme’ tezamen hoor. Integendeel: “Ik gaf daarnaast het bevel om, de zweren die onze innerlijke bronnen vergiftigen, de buitenlandse vergiftiging, af te branden tot het rode vlees,” “Ethisch of moreel geruïneerd,” “Schandelijke en walgelijke seksuele aberraties,” de zuiveringscampagnes in “het belang van de morele gezondheid van het Volk” [ii]; DAT is waaraan ik denk als ik die woordcombinatie hoor. Hoe pervers is het dan, om hiermee vergeleken te worden door mensen die claimen dat mijn seksuele activiteiten “vroeg of laat het menselijk leven ruineren en God onteren.” [iii]
Bizar, dat is een nogal milde uitdrukking voor de ahistorische vergelijking, maar bovenal historische verdraaiing, van docent Piet de Vries. Want als ik ergens een echo van de nazi’s hoor, dan is het niet wanneer de ander klaarkomt, of wanneer ik zoen op straat. Het is wanneer ik mensen stelling hoor nemen tegen “homoseksuele onreinheid of transgenderisme” (Nashville artikel 10), dat mij een onaangenaam gevoel bekruipt.
Het is wanneer de waarde van mijn seksuele relatie ontkend wordt, de liefde die ik aan anderen doorgeef ontheiligd wordt omdat daaruit geen “kinderen kunnen voortkomen” (Nashville artikel 1), dat ik aan nazisme ga denken. Niet andersom. Historische feiten niet alleen ontkennen, maar ook verdraaien is een academicus onwaardig. Spijtig dat het VU-bestuur hierover zwijgt.
Wat ook spijtig is, is dat Piet de Vries deze vergelijking al eerder gemaakt had. Zo had hij afgelopen 6 december samen met zijn haatclubje [iv]stellingen gepubliceerd tegen homoseks, waarbij ze onomwonden stelden dat ze geïnspireerd waren door de situatie van de kerk in de nazitijd. Iets wat voor twee christelijke hoogleraren voldoende aanleiding was om Piet de Vries op 29 december publiekelijk te berispen: “De vergelijking van de vragen rond homoseksualiteit met het belijden van de Duitse kerk in de Barmer Thesen, ten tijde van het nazisme, lijkt ons dan ook te vergaand.” [v]Maar tot inkeer kwam de VU-docent toen niet.
Het VU-bestuur heeft schijt aan deze voorgeschiedenis, herhaaldelijke schoffering ondanks kritiek van collega’s, die niet wordt benoemd. Daarnaast, publiekelijke historische verdraaiingen die gebruikt worden om het bestaansrecht van mensen ter discussie te stellen, worden opgelost met private excuses. Alsof het VU-bestuur het belangrijkste slachtoffer was!
Deze emotiepolitiek moet stoppen. Ik hoef de tranen over je reputatie niet. Ik wil weten waarom deze vergelijking niet kan. Ik wil horen waarom ik bestaansrecht heb, dat ik meer kan dan bijdragen aan overbevolking. Ik wil publieke excuses van de agressor, waarin hij erkent waarom hij fout zat. Niet slechts een ‘spijtige’ buiging voor autoriteit. Gevoelens heeft iedereen, voor argumenten heb je de academie. Zo niet, hef jezelf alsjeblieft op.
[ii]Andrew Wackerfuss 2015; ‘Stormtrooper Families, Homosexuality and Community in the Early Nazi Movement’; Harrington Park Press (New-York); pp. 301-9 [iii]Voorwoord Nashville verklaring [iv]Haatclubje, woord gebruikt i.v.m. feit dat auteurs verenigd zijn in hun ‘haat tegen de zonde’, als ze verenigd waren in verwondering over ‘de liefde van God’, was er heel iets anders uit gekomen. [v]Kater & Huijgen; Na bezinning door kerken pas visie op genderideologie; 28-12-2018;