Europa stond vroeger al aan de kant van het feminisme en duwde de Nederlandse wetgevers over de streep
Afgelopen week kreeg ik officieel de steun van ‘Vrouwen in de PvdA’ voor het lijsttrekkerschap voor de Europese verkiezingen van mei 2014. Ik ben hier ontzettend blij mee, want de vrouwenzaak ligt mij zeer na aan het hart. Emancipatie is typisch een voorbeeld van een gebied waarop Europa ontzettend veel bereikt heeft, maar nu ook drastisch moet veranderen om verder te komen.
Nederlandse vrouwen hebben veel aan de EU te danken. Toen de strijd om gelijke rechten op de arbeidsmarkt gestreden werd, stond Europa aan de kant van het feminisme en duwde het de Nederlandse wetgevers over de streep. Zo moderniseerde Nederland in 1980 op het nippertje de wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, waar de EU al in 1976 om gevraagd had. Belangrijke zaken als een verbod op ongelijke behandeling van vrouwen bij sollicitaties en promoties, en gelijke beloning voor gelijk werk, staan in die wet. Daar plukken vrouwen nog altijd de vruchten van.
Ook nu staan er nog flinke uitdagingen op stapel. Vier initiatieven wil ik de komende periode met de vrouwenorganisaties ondersteunen. Ten eerste wil ik vechten voor de invoering van de EU-regeling voor zwangerschaps- en ouderschaps verlof. Al sinds 2010 heeft het Europees Parlement gevraagd om een verlenging van het zwangerschapsverlof van 14 naar 20 weken in de hele EU. Minstens even belangrijk: het voorstel van het Europees Parlement bevat twee weken vaderschapsverlof, in plaats van de schamele twee dagen die Nederlandse mannen nu krijgen. Betere regelingen voor ouders; zowel mama’s als papa’s, een einde aan de loonkloof en volwaardige pensioenen voor vrouwen, zijn de drie prioriteiten voor vrouwen binnen de EU.
Ook moeten we ons bekommeren om het lot van de 100 miljoen huishoudelijke werkers op de wereld. Dit zijn vooral vrouwen en meisjes die voor weinig geld ontzettend veel uren werken in private huishoudens. Zij zitten daarbij ook nog eens in een vreselijk kwetsbare positie, zowel wat betreft hun inkomen, als hun lichaam. Ook in Nederland huren we duizenden werksters in die in de zomermaanden ineens geen inkomen hebben omdat wij met vakantie zijn en al helemaal geen pensioen opbouwen. Vorig jaar nam de ILO een conventie aan om hen voortaan als volwaardige medewerkers te behandelen. Duitsland en Italië ondertekenden de conventie al, de FNV is hard aan het lobbyen om dit in Nederland ook voor elkaar te krijgen. Laten we ervoor zorgen dat huishoudelijke werkers overal in Europa fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden krijgen.
Ten derde moeten we ons inzetten voor andere groepen die een soortgelijke emanciepatiegolf willen doormaken als vrouwen hebben gedaan. Met respect behandeld worden, een verbod op intimidatie op de werkvloer, toegang tot alle beroepen en ook gelijke kansen op promoties, dat is belangrijk. Op de werkvloer genieten homo’s en lesbiennes officieel al dezelfde rechten als iedereen, maar buiten de arbeidsmarkt is er voor hen nog weinig geregeld. Laten we beginnen met het erkennen van homohuwelijken afgesloten in een lidstaat door alle anderen en veel luider protesteren tegen het nog veel te vaak voorkomende geweld tegen de LGBT-beweging.
Ook buiten de EU moeten we ons inzetten voor vrouwenrechten. Overal ter wereld zijn voorbeelden van buitengewoon dappere heldinnen die vechten voor gelijke rechten, voor zichzelf of anderen. Aung San Suu Kyi was jarenlang het gezicht van de onderdrukte Birmese oppositie en is nu het gezicht van verzoening.
Honderden vrouwen stappen in Saudi Arabië sinds het begin van de Arabische lente illegaal in de auto en vrouwen in Afrikaanse oorlogsgebieden waarschuwen elkaar met sociale media tegen de komst van milities die rovend en verkrachtend door het land trekken. Dit zijn de vrouwen die mij persoonlijk het meest ontroeren, die ik bewonder en die ik wil steunen.
Gelukkig hebben we met Lilianne Ploumen in Nederland en Catherine Ashton in Europa ook twee sterke vrouwen aan het roer die zich daar ook aan willen committeren.