Gezeten aan de leestafel van een hoofdstedelijk grand café hoor ik twee millennials in ADHD-vaart het nieuws doornemen. Geen coherente zin klinkt, slechts stopwoorden en afkortingen buitelen over elkaar heen als munten in een op hol geslagen verbale gokkast. De waan van de dag wordt doorsneden met nieuwsfeitjes uit de wereld van het entertainment, daarbij luidruchtig ondersteund door beelden en filmpjes op Instagram en Facebook.
Gevatte tongue-in-cheek opmerkingen van het dynamische duo vliegen over en weer tot het geheel ineens een opmerkelijk filosofische wending neemt. Milennial 1 debiteert; “dat je in feite alleen je eigen geschiedenis als geschiedenis kan beleven en alle rest ‘ancient history’ is”. Millennial 2 knikt daarbij instemmend en neemt nog een slok van haar flatwhite.
Hier wordt dus ijskoud gezegd; “Voor mijn tijd doet niets er toe” of, erger nog “De geschiedenis begint bij mijn geboorte”!?
Hoe begrijp je nú als je tóen niet kent, spookt direct door mij hoofd.
Dieu et mon droit! Ieder voor zich en God voor zichzelf?
Is dit verontrustend dom of slechts een exponent van het hedendaags vluchtig denkpatroon? Ik hoop natuurlijk op het eerste, het tweede lijkt mij nóg verontrustender. In beide gevallen: als je de historie zo bagatelliseert, hoe kijkt deze generatie dan de toekomst tegemoet?
In mijn jeugd (1969) waarschuwden ‘ouderen’ over het feit dat ‘wij jongeren’ niet alleen maar in het heden moesten leven maar gebaat waren bij achtergronden en historische kennis. “Daar had je wat aan voor later’”, wat men daar dan ook mee bedoelde. ‘Later’ is als jeugdige immers een ver en abstract begrip. We stampten rijtjes en feitjes en verdomd, in je latere volwassen bestaan gaven die nog inzicht in allerlei sociaal-maatschappelijke verbanden ook!
Dat vreugdeloze gestamp van feiten die je op dat moment niets interesseerden was én is natuurlijk een waardeloze manier van onderwijzen.
Kennis is macht, maar wel door begrip en inzicht in die kennis en niet door het klakkeloos opslaan van die kennis. Toen was er de encyclopedie en nu natuurlijk het internet. Tot zover 1-1.
Het paradoxale is echter dat onze generatie desondanks van heel veel onderwerpen toch een zekere basiskennis heeft. Hoe wil je anders politiek bedrijven? Zaken doen? Les geven? Kortom, communiceren met de ander? De glijdende schaal bij de millennial nu ligt in het feit dat niet alleen Willem van Oranje een grote onbekende is maar ook de pop-artiest, acteur, schrijver, polticus etc. van gisteren is vergeten.
Muziek en film-industrie spreken van een Back-catalog, misschien is ‘ons collectief geheugen’ een aardig equivalent.
‘Gisteren is dood’ kennen we, maar dit grenst aan narcisme.
Het zal toch niet zo zijn dat het níet hebben van enig historisch besef een ziekelijke vorm van eigen-liefde in de hand werkt
Voer voor psychologen dus, werk aan de winkel voor ons overbelaste, maar blijkbaar zo broodnodige, netwerk van hulpverlening in de geestelijke gezondheidszorg.