De krijgshaftige toespraak van NAVO-chef Mark Rutte past helemaal in de lijn van de oorlogstaal van de afgelopen jaren: wapens, wapens en nog meer wapens. Voortdurend gaat het over gebruik van geweld en meer geweld. De oorlog in Oekraïne leidt tot een hype bij politici, journalisten, opiniemakers dat we ons moeten voorbereiden op oorlog.
Nuancering wordt amper gehoord, een pacifistisch perspectief ontbreekt en over alternatieven gaat het niet. Noch over conflictpreventie, vredesopbouw en het anticiperen op ontwikkelingen. Vrede kan kennelijk alleen worden bereikt door ons er tegen te wapenen.
De vredesbeweging die in het verleden op de trom roffelde en ook nu een rol zou kunnen spelen wordt amper gehoord. Dat heeft te maken met de ‘overzichtelijkheid’ van de oorlog in Oekraïne: er is een duidelijke aanvaller en een duidelijk slachtoffer. Er is weinig om voor of tegen te zijn.
Verder ontbreekt het de vredesbeweging aan een aansprekende woordvoerder, een gezicht. Zoals in het verleden Mient-Jan Faber (Help de kernwapens de wereld uit!) of Sienie Strikwerda (Kruisraketten Nee!). Ook gaat de aandacht van actievoerend Nederland kennelijk eerder uit naar klimaat en milieu dan naar oorlog en vrede. Daar komt de verdeeldheid van de vredesbeweging bij. Zo maakt PAX geen deel uit van de onlangs opgerichte Nieuwe Vredesbeweging vanwege verschil van mening over militaire steun aan Oekraïne.
Vredesorganisaties van hun kant klagen dat ze amper ruimte krijgen in de media omdat, zo reageerde een opinieredacteur, ‘wij vinden dat Oekraïne moet winnen’ (sic!). In plaats van aandacht voor dialoog liever Kamp Van Koningsbrugge, waar in een entertainmentformat de militarisering wordt geromantiseerd. Liever soldaat dan diplomaat!
Verder wreekt zich het gebrek aan buitenlandse gesprekspartners. In het verleden was dialoog met de Vredesraad en de Russische Orthodoxe Kerk, contact met de vakbond Solidariteit (Polen), de mensenrechtenorganisatie Charta 77 (Tsjechoslowakije) of dissidenten uit de Evangelische Kirche (DDR). Zo’n dialoog ontbreekt nu volledig.
Blijft de vraag wat de alternatieven en de nuanceringen zijn en welke rol de vredesbeweging zou kunnen spelen.
Om te beginnen kan – niet alleen met de kennis van nu – amper wordt volgehouden dat de Russische aanval op Oekraïne als een verrassing kwam. Moskou was furieus over de uitbreiding van de NAVO en de Europese Unie tot aan de Russische grens
Rusland voerde oorlog in Tsjetsjenië, viel Georgië aan annexeerde de Krim, bedreigde Baltische staten. Moskou maakte geen geheim van zijn expansionistische en nationalistische ambities, met verwijzing naar het grootste verleden. Het Westen protesteerde niet, steunde openlijk de Maidan-opstand in Oekraïne en deed enthousiast mee aan de Olympische Winterspelen, waar met Poetin een biertje werd gedronken.
Niet dat er niet werd gewaarschuwd voor de Russische ambities – die van de Nederlandse ambassade in Wenen is maar één voorbeeld – maar de waarschuwing werd niet gehoord. Hoopvol als men was na de Val van de Muur en het einde van de Koude Oorlog.
Anticiperen op ontwikkelingen betekent ook nadenken over de toekomst van Oekraïne. Moet ondanks alles worden gestreefd naar een akkoord met Moskou, wat in NRC strategische empathie werd genoemd (*). Wanneer, hoe en op welke voorwaarden kan er met Rusland worden onderhandeld? Is Poetin wel te vertrouwen, gezien zijn notoire onbetrouwbaarheid in het verleden? En welke prijs zullen Oekraïne én Europa moeten betalen? Welke oplossingen zijn aanvaardbaar maar vooral houdbaar?
Eenmaal zal de oorlog afgelopen zijn, maar hoe en wat dan? Het Duitse model ofwel de scheiding van Duitsland in twee delen, waarbij wat nog van Oekraïne resteert lid wordt van de NAVO en de rest van het gebied onder Russische invloed komt? Een bevroren conflict zoals in Korea, met een tot de tanden bewapend Oekraïne en een grote westerse troepenmacht? Een status quo zoals die tussen India en Pakistan, die elk moment uit de hand kan lopen?
Het Westen zou zich meer moeten inleven in Poetin, die zich bedreigd zou voelen door de oprukkende westerse invloedssfeer. Tegenstanders van die oplossing betogen dat Oekraïne daarmee wordt geofferd op ‘het hakblok van het pacifisme’ (**). Met Poetin valt niet te onderhandelen. Onmiddellijk wordt verwezen naar de Tweede Wereldoorlog, die ook alleen met militaire middelen en ten koste van miljoenen slachtoffers kon worden gewonnen. En naar de Britse premier Chamberlain, die in 1938 in München dacht het wel met Hitler op een akkoord te kunnen gooien.
Wat betreft de wapenleveringen: die vergroten die niet juist de kans op vrede omdat de onderhandelende partij met meer wapens sterker staat? ‘Escaleren om te de-escaleren’, peace through strength. Dat zou goed nieuws zijn voor de bedrijven van het militair-industriële complex, een begrip dat ook wel weer eens mag worden afgestoft. Welke rol speelt de wapenindustrie bij de oorlog in Oekraïne? Die onder het vergrootglas houden zou geen kwaad kunnen, net als die van vaccinproducenten tijdens Covid-19 en de energiebedrijven tijdens de energiecrisis.
Nog een vraag tot slot: hoeveel divisies heeft ‘Brussel’? Het antwoord: geen. Zou niet meer dan ooit moeten worden nagedacht over een Europese defensiemacht, zeker nu Trump steeds meer afstand neemt van Europa. Tot nu liepen alle gesprekken over zo’n defensiemacht vast op de commandostructuur – wie uit welk land zit aan de knoppen? –, de verschillen in materieel en landen die hun eigen defensie-industrie willen beschermen . Op zijn minst zouden de militaire taken beter kunnen worden verdeeld. Voor het eerst heeft de Europese Commissie een commissaris voor Defensie, Andrius Kubilius. Hij wil haast maken met aanschaf van tanks en kanonnen. Voor een man uit Litouwen wellicht begrijpelijk maar geen voorbeeld van de broodnodige dialoog. Daarvoor is belangstelling noch budget.
(*) Ewald Engelen en Martijntje Smits, ‘Nederland gaat slaapwandelend een nieuwe wereldoorlog in’, NRC, 6 maart 2024.
(**) Jaus Müller, Militaire Spectator, april 2024