Toen eerder deze maand twee homo’s in Arnhem zwaar mishandeld werden door een groep jongens werd Nederland, na een oproep van sportjournaliste Barbara Barend, overspoeld met hartverwarmende solidariteitsacties. Politici en zelfs presentatoren van een voetbalprogramma dat berucht is vanwege homofobe uitspraken – ‘er zijn gewoon geen homo’s in het betaald voetbal’ – protesteerden letterlijk hand-in-hand. Een prachtig gebaar tegen anti-homogeweld maar het enthousiasme wekte ook argwaan. Werd dat massale protest niet een beetje gedreven door de – vermeende – etnische achtergrond van de daders? Of komt het echt gewoon omdat anti-homogeweld nu meer aandacht krijgt dan in alle decennia hiervoor? Dat laatste blijkt niet altijd het geval.
De 56-jarige transgender Jessica, die werd vastgebonden en urenlang mishandeld, doet bij Hart van Nederland haar relaas omdat “we in Nederland nog heel ver verwijderd zijn van de acceptatie van homo’s en transseksuelen.” Het geweld tegen haar, gepleegd door witte verdachten met de Nederlandse nationaliteit, kwam amper in het nieuws en niet als anti-homogeweld.
Ze benadrukt hierbij dat het ook geen probleem is dat, zoals velen beweren, vooral bij allochtone Nederlanders leeft. Degenen die haar zo ernstig hebben toegetakeld waren autochtonen. Iets wat ze in het verleden ook al eens had gemerkt. Toen ze ermee werd gepest.
"Het zijn niet de Marokkanen of Turken, die zijn juist positief. Ik heb vooral problemen met oer-Hollandse mannen.”"
De politie nam de zaak zeer hoog op en de verdachten zijn opgespoord dankzij intensief speurwerk. Maar het idee blijft hangen dat bij andere daders het gruwelijke lot van Jessica meer aandacht van de media had gekregen.