Kinderen van bijstandsgerechtigden hoeven niet langer voor hun 21ste verjaardag uit huis om zo hun ouders niet financieel in de vingers te snijden. Tot nu werd de uitkering verlaagd zodra een kind 21 jaar oud werd, volgens de kostendelersnorm. Die leeftijd wordt verhoogd naar 27. Dat meldt de Volkskrant.
Minister Carola Schouten (CU, Armoedebestrijding, Participatie en Pensioenen) heeft de nieuwe regeling opgenomen in een net gepubliceerd wetsvoorstel. De huidige regeling waarbij de uitkering van de ouders wordt verlaagd omdat de kinderen geacht worden te delen in de uitgaven, bleek in de praktijk te hardvochtig. De krant tekent op:
In de praktijk heeft dit grote gevolgen voor vooral gezinnen in de bijstand. Uit onderzoek is gebleken dat ouders in de bijstand kinderen aanmoedigen uit huis te gaan voordat zij 21 jaar worden, soms zelfs al vanaf 18 jaar, omdat ze denken dat de norm dan al geldt. Ook zijn uitkeringsgerechtigden niet geneigd bekenden of familieleden tijdens crises tijdelijk onderdak te geven omdat dat meteen gevolgen heeft voor hun uitkering. Veel kinderen die noodgedwongen het huis verlaten, komen daarna zelf in de problemen omdat ze geen dak boven hun hoofd kunnen vinden.
De kostendelersnorm is een groot deel van de Tweede Kamer al langer een doorn in het oog. Die norm ligt ook ten grondslag aan de forse stijging van het aantal daklozen sinds de invoer ervan. In 2018 was een kwart van de dakloze personen tussen de 18 en 27 jaar oud. De door de minister voorgestelde wijzing gaat ook gelden voor andere uitkeringen als de Toeslagenwet en nabestaandenuitkering. De wijziging moet op 1 januari 2023 ingaan.