De Volt-files: wie schiet er iets op met Volt, behalve Volt zelf?
Onlangs verscheen op YouTube een video met de tien lokale lijsttrekkers van Volt. We horen de ene na de andere vertellen wat Volt in de gemeenteraden wil bereiken. De kernboodschap is eenvoudig: Volt wil samenwerken. Als je samenwerkt kun je namelijk veel bereiken. In het conceptverkiezingsprogramma van Volt Utrecht komen we hetzelfde idee tegen: er is veel mogelijk als mensen de handen ineenslaan. ‘Utrecht maken we samen’, lezen we. Dit is een overtuiging die volgens Volt in het eigen DNA zit.
Een blik op de rest van het Utrechtse conceptprogramma maakt duidelijk welke doelen straks bereikt moeten worden. Volt wil vijf dingen: Utrecht moet duurzaam, bewoonbaar, betrokken, sociaal en innovatief worden. Het is een mooi lijstje wat – als we de video van de tien lijsttrekkers mogen geloven – ook elders zal worden gebruikt. In het huidige versplinterde landschap vraag je je wel af wat dit toevoegt aan alles wat andere centrum-linkse of progressieve partijen momenteel al te bieden hebben.
Veel PR-termen Het Utrechtse programma staat vol PR-termen. Er moet een ‘klimaatrekenkamer’ komen, wijken moeten ‘leefbaar by design’ zijn, er is ‘hoogwaardig openbaar vervoer’ nodig, de invloed van de gemeente op de woningbouw moet vergroot worden door ‘kennis en daadkracht’, het openbaar vervoer moet worden ‘uitgebreid en verfijnd’, de lokale economie moet ‘eerlijk en in balans’ zijn en er moet een ‘nachtburgemeester’ komen. Het klinkt allemaal prima. Hoe dit te realiseren?
Daar is Volt soms zelf opmerkelijk eerlijk over. Volt wil duurzaamheid, maar vindt het lastig te vertellen hoe. Daarom mogen burgers meedenken. Volt wil per wijk een wijkforum dat gaat kijken naar de energietransitie. Volt wil dus meer burgerparticipatie. Vreemd voorstel: er is geen enkele gemeente in Nederland waar die participatie niet in de praktijk wordt gebracht, al zal deze ongetwijfeld vaak net een andere vorm hebben dan de door Volt gewenste wijkfora.
We hoeven de politieke programma’s van de belangrijkste concurrenten – D66, GroenLinks en PvdA – niet te lezen om te weten dat ook zij de energietransitie willen versnellen en dat ook zij voor burgerparticipatie zijn. Ook bij hen zijn goede ideeën over de energietransitie en duurzaamheid altijd welkom. Hun ideeën over burgerparticipatie zijn eveneens hetzelfde. De problemen ermee ook: burgers komen met suggesties waar anderen van in de gordijnen klimmen, die politieke steun ontberen of die simpelweg te duur zijn.
Oude plannen Volt Utrecht belooft nogal wat: burgerbudgetten, werken aan culturele hotspots, laaggeletterdheid bestrijden, jobcoaches voor statushouders, iedere Utrechter binnen vijf dagen hulp van een buurtteam, alle Utrechters passende hulp bij mentale klachten, meer nadruk op preventie in de jeugdzorg en ga zo maar door. Wederom geldt: de concurrenten zijn hier vrijwel nooit tegen. Ze stellen dit slechts niet voor omdat ze niet weten hoe ze het moeten realiseren of betalen.
Verrassing: ook in het Volt-programma staat niets over de uitvoering en al helemaal niets over de kosten.
Zo leren we iets over de Nederlandse politiek. Bestaande partijen zijn voor veel kiezers van kleur verschoten. Dat geldt met name voor GroenLinks en de PvdA en het is wachten op het moment dat dit ook weer geldt voor D66. Een nieuwe partij oogt frisser. Volt heeft nooit beloften gebroken, geen geschiedenis vol impopulaire politici en deed nooit mee aan brakke coalities. Dit frisse beeld leverde Volt drie zetels in de Tweede Kamer op en tientallen lokale kandidaten die nooit eerder politiek actief waren.
Dat is natuurlijk heel knap, maar als je langer naar het Volt-programma kijkt zie je vooral beloften die al heel vaak zijn gedaan en heel moeilijk realiseerbaar zijn. Het zijn er te veel, de uitvoering is niet doordacht en het is allemaal te duur. Misschien is het daarom dat Volt komt met ‘samenwerking’. Maar dat willen D66, GroenLinks en PvdA natuurlijk ook. We kunnen ons beter afvragen waarom een partij die zo graag samenwerkt in de praktijk gelijkgestemden wegconcurreert. Wie schiet daar iets mee op, behalve Volt zelf?