Als het aan het kabinet ligt, blijven we nog jarenlang afhankelijk van aardgas. Geen gas uit Groningen, maar uit het buitenland
Vandaag spreekt de Tweede Kamer over de wet die Groningse gaswinning omlaag moet brengen. Na vele pleidooien van burgers, wetenschap en politieke partijen, deed het kabinet eindelijk wat nodig was: het besluit nemen om de gaswinning in Groningen af te bouwen. Eindelijk veiligheid en leefbaarheid boven financiën. Eindelijk mensen en klimaat boven geld. Tegelijk is het een gemiste kans, want het klimaat wordt er niet mee geholpen. Er is nauwelijks sprake van het terugbrengen van ons gasgebruik; onze afhankelijkheid van aardgas blijft groot.
De manier waarop de Groningse gaswinning wordt teruggebracht is slecht nieuws voor het klimaat. Want als het aan het kabinet ligt, blijven we nog jarenlang afhankelijk van aardgas. Geen gas uit Groningen, maar uit het buitenland. Er wordt ons een stikstoffabriek in de maag gesplitst waarmee we dat buitenlandse gas op grote schaal geschikt maken voor gebruik in Nederland. Kosten: een half miljard euro, een lock-in van de bovenste plank. Door nu zoveel geld te investeren in aardgas als brandstof, weet je zeker dat we daar decennialang gebruik van zullen blijven maken. Tegelijk weten we dat de import van gas en de productie van stikstof ontzettend schadelijk zijn voor het klimaat. De TU Delft heeft berekend dat alle stikstoffabrieken samen net zoveel energie verbruiken als 300.000 tot 570.000 huishoudens. De minister, die de beschermer van het klimaat zou moeten zijn, noemt vervolgens geen enkele klimaatcompensatie voor deze extra uitstoot.
Naast de import van gas, zet de minister in op verdere exploitatie van eigen gasvelden. In april schreef hij nog maar liefst 60 winningsplannen in behandeling te hebben. Gaswinning op zee gaat zelfs fiscaal gestimuleerd worden, omdat de minister zich zorgen maakt over het “economisch perspectief van de offshore gassector”.
Grootverbruikers in de industrie worden vrijgelaten in hun besluit om wel of niet te verduurzamen. De minister verwacht een open en constructieve houding van die industrie. Dat dit een naïeve benadering is, blijkt nu al: de onderhandelingen bij de klimaattafel voor industrie zitten muurvast, omdat de grootverbruikers alleen willen verduurzamen als daar subsidies tegenover staan. Verduurzaming is prima, zolang de rekening maar naar de belastingbetaler mag. Aan de andere klimaattafels hebben ook woningcorporaties, de glastuinbouw en de landbouw al laten weten éérst geld te willen zien, voordat ze stappen richting duurzaamheid willen zetten. Het Financieel Dagblad schrijft op 22 juni over de klimaattafels dat “het geloof in de klimaatdoelen tot nu toe vooral met de mond wordt beleden”.
Zelfregulatie gaat dus niet helpen om de noodzakelijke verduurzamingsslag te maken, daarvoor zijn echt maatregelen van de regering nodig. Dat begint nu met een besluit over de gaswinning en ons gebruik van gas. Nu we de gaswinning uit Groningen gaan beëindigen, moeten we meteen een dubbelslag maken en niet in de valkuil trappen om Gronings aardgas te vervangen door aardgas van elders. Want het geld dat we daarin steken is weggegooid geld. Never waste a good crisis , zeggen de Engelsen dan.
We moeten nu fundamenteel andere keuzes maken. We moeten er voor kiezen om vanaf nu alles op alles te zetten om gasgebruik naar beneden te brengen. Ja, de omslag naar duurzame energie is kostbaar, maar tussenoplossingen financieren, waarvan we weten dat ze eigenlijk al verouderd zijn op het moment dat ze zijn aangelegd, is zonde van het geld.
Er zijn in Nederland nog erg veel onbenutte mogelijkheden om miljarden kubieke meters gas te besparen. Bijvoorbeeld het stoppen van de productie van kunstmest. Die productie kost zeer veel energie, die gemakkelijk kan worden bespaard door biologisch te boeren en gebruik te maken van organische mest. Ook kan er gekozen worden voor het in versneld tempo isoleren van de bestaande woningvoorraad en het afdwingen van energieneutraliteit in de nieuwbouw.
De minister kan er voor kiezen de gasbelasting voor het bedrijfsleven flink te verhogen. Nu is het zo dat de grootverbruikers zo goed als geen belasting betalen voor de gebruikte energie. Als dat verandert, zal dat de overstap naar duurzame energie zeer bespoedigen.