© cc-foto: Bombman
‘Weet jij,’ verbrak Ton het zwijgen aan de bar, ‘wat de goedkoopste borrel is?’
‘Een scheet in bad' antwoordde Harko.
‘O, je kende ’m al.’
Vanachter de bar keek Roos schuin omhoog naar het biljartlakengrote televisiescherm waarop binnen enkele minuten de wedstrijd tegen de Verenigde Staten te zien zou zijn. Er werd deskundig voorbeschouwd. Roos vervloekte Emile, de eigenaar van het café, die te krenterig was om extra personeel in te huren, waardoor ze er vandaag helemaal alleen voor stond in een afgeladen zaak. Was ik maar rijk, dacht ze. Of dood.
Ton leunde met zijn ellebogen op de bar en staarde somber naar het kruis van haar gebleekte en gescheurde jeans. ‘Wat denk jij dat het wordt?’ vroeg hij.
‘Een stralende dag met hier en daar een paddenstoelwolk’ zei Roos.
‘Nee, ik bedoel de wedstrijd.’
‘O, bedoelde je dat.’
‘Twee-één’ zei Harko.
‘Voor ons?’ vroeg Ton.
‘Of voor de Amerikanen.’
‘Waarom?’ wilde Ton weten.
‘Eerst knallen wij er een in en daarna maken de Amerikanen de gelijkmaker. Of andersom. En in de tweede helft gaan wij daar overheen en gooien de deur dicht. Of andersom.’
‘Oké’ knikte Ton begrijpend.
‘Het kan trouwens ook drie-twee worden’ zei Harko. ‘Of vier-nul, dat kan ook.’
‘Nou, dan kan-ie nou wel uit' zei Roos. Ze pakte de zapper en liet het scherm uitfloepen. Na een moment van sprakeloze verbijstering ging onder de cafébezoekers een luid protest op. Roos zette de televisie weer aan.
De deur naar de poolcirkel ging open en een jongen en een meisje van in de twintig kwamen rillend het café binnen, waarbij hun brillenglazen prompt besloegen. Zo te zien hadden ze in principe genoeg aan elkaar, maar nu wilden ze toch graag iets warms drinken.
‘Heeft u misschien warme chocola?’ vroeg de jongen.
‘Chocomel’ zei Roos. ‘Kan ik warm maken.’
Het meisje knikte enthousiast.
‘Daar doen we het voor’ zei de jongen vrolijk.
‘De eerste consumptie is wel een euro extra voor de arbeiders van Qatar.’ Roos wees naar een grote glazen bierpul in de drankkast achter de bar. Deze was voor de helft gevuld met euromunten. ‘Wij doneren de opbrengst via Mondiaal FNV.’
De jongen en het meisje keken elkaar even vragend aan. ‘Maar waarom moeten wij daaraan doneren?’ vroeg de jongen.
‘Omdat we hier naar het WK kijken.’
‘Wij willen helemaal geen voetbal kijken’ zei de jongen.
‘Dan moet je buiten zitten. Iedereen die binnen zit, betaalt een euro extra.’
Opnieuw wisselden de jongen en het meisje een blik. ‘Nou, oké dan’ zei de jongen. Hun enthousiasme voor het café was aanzienlijk bekoeld.
Roos goot twee flesjes Chocomel in de metalen melkbeker van de espressomachine en joeg er stoom doorheen. Ze zette twee dampende glazen op de bar.
‘Heeft u er slagroom bij?’ vroeg het meisje.
‘Nee, schat, we zijn hier niet in België.’
Harko wenkte Roos om een nieuw glas bier. ‘Wat vind jij nou van die Marokkanen?’ vroeg hij aan Ton. ‘Ik bedoel, die rellen in Brussel en zo.’
‘Tsja,’ zei Ton schouderophalend, ‘Marokkanen, hè.’
‘Kijk, als ze nou verloren hadden, dan kon ik het nog begrijpen. Maar ze hadden juist gewonnen! Ik moet er niet aan denken wat ze gaan doen als ze wereldkampioen worden. Dan branden ze de hele stad plat.’
‘Ze worden geen wereldkampioen.’
‘Nou, ze zijn anders goed bezig.’
‘Dat zijn geen echte Marokkanen. Ik geloof dat er vier Nederlanders in dat team zitten.’
‘Het zijn wel echte Marokkanen. En ook echte Nederlanders. Dubbele nationaliteit.’
‘Dan zijn ze geen van beide. Wat vind jij, Roos?’
‘Weet ik veel. Als het geen Marokkanen zijn en ook geen Nederlanders, dan zijn het Turken.’
‘Dat is het! Het zijn Turken in het shirt van Marokko.’
Ton keek opzij naar de jongen en het meisje. Ze zaten in een geluiddichte bubbel en hadden, nu de mist op hun brillenglazen was opgetrokken, slechts oog voor elkaars ogen. Hij voelde zich meer dan ooit vet en vijftig.
‘Neem me niet kwalijk,’ begon hij, ‘maar mag ik jullie iets vragen?’
De jongen keek verstoord naar hem om, bereid om te luisteren maar met tegenzin.
‘Waarom kijken jullie niet naar het WK?’
‘Omdat we er niks mee te maken willen hebben.’
‘Vanwege die dooie arbeiders?’
‘Onder andere.’
‘Maar kijken jullie anders wel naar voetbal?’
‘Voor ons,’ zei de jongen, terwijl het meisje ernstig over zijn schouder meekeek, ‘is voetbal net zoiets als seks. Je doet het of je doet het niet, maar je gaat er niet naar kijken.’
En daar kon Ton het mee doen. De jongen draaide zich definitief om en verdiepte zich weer in het meisje. Ton keek in zijn bijna lege bierglas. De hoeveelste was het vandaag? Schijt aan! ‘Roos…’
De bierpomp knikte reeds toegenegen.
‘Nou, ik hoop maar dat we niet teveel griep hebben’ zei Harko.
‘Trucje van Van Gaal’ zei Ton.
‘Nou, ik weet het niet. Ik maak me wel zorgen, hoor.’
Het Wilhelmus schalde door de zaak. ‘Mogen wij even afrekenen?’ vroeg de jongen.
Roos tikte op het scherm van de kassa. ‘Vijf euro vijftig plus twee euro voor de arbeiders van Qatar. Dus zeven euro vijftig.’
De jongen betaalde en verliet, begeleid door het Amerikaanse volkslied, met het meisje de zaak. Roos liet twee euro’s in de bierpul vallen.
‘Gaat Emile dat nou echt doneren?’ vroeg Ton.
‘Wat denk je zelf?’ zei Roos.