Om alle bombardementen en mensenrechtenschendingen even te vergeten, bezocht ik dit weekend samen met een recordaantal bezoekers ADE. Als de geopolitieke situatie al geen reden was om thuis te blijven, was de regen het wel. Het enige voordeel was dat je in ieder geval niet naar de dixies hoefde te om je flesje bij te vullen.
Nadat we voor tienduizend euro aan muntjes hadden gehaald, holden we met z’n vieren door de plassen. Voor ons ging er bijna iemand onderuit. Pompend rennen, dacht ik. We kwamen terecht in een boomhut waar een groepje mensen stond te doen alsof ze het allemaal heel erg naar hun zin hadden. Vrijwel meteen vroeg ik me af of het ergens anders misschien leuker was.
In een grotere tent aan de andere kant van ‘t NDSM-terrein leek het wel pauze op de middelbare school. Alle aanwezigen waren minstens tien jaar jonger dan wij. Iedereen had zijn jas nog aan en lurkte verveeld aan z’n vape.
Wij bliezen ook rookwolkjes uit, maar die waren van de kou. In een kringetje wachtten we geduldig tot de kwartjes zouden vallen.
“Ik voel mijn voeten niet meer,” zei Lola.
Als een stel garnalenvissers stonden we buiten rond een gigantische vuurkorf. Ik wendde mijn gezicht af om te kunnen blijven ademen. “Voel je al iets?” vroeg mijn vriendin. Ik voelde van alles. De natte trui om mijn schouders, mijn koude handen die maar niet droog wilden worden en een diep gekoesterd verlangen om onder een lekkere warme douche te gaan staan.
Naast ons was Adine verwikkeld in een innige omhelzing met twee meisjes die niet bij ons groepje hoorden. Samen keken ze gelukzalig in het vuur. Vonkjes waaien hun kant op. “Vuur is nog steeds gevaarlijk,” waarschuwde ik. Glimlachend werd er geknikt. Lola haalde haar lolly uit haar mond om te zeggen dat ze nu heel lekker ging.
Vanuit mijn ooghoek zag ik ineens iemand op de vuurkorf klauteren. Hé, dacht ik, dat is gek. Volgens mij zei ik dat hardop. Er stond niemand bij om de jongen ervan af te trekken dus keken we met z’n allen hoe hij als een rupsje richting het vuur bewoog. Ik moest aan de gymles denken waarbij we in een touw moesten leren klimmen. Een vaardigheid die alleen van pas kwam als je later ging werken op een piratenschip.
Voor de jongen zichzelf in het vuur kon stortten, verscheen er plots toch een beveiliger. Lola wilde haar natte sokken uit dus gingen we ergens schuilen. Op een bankje masseerden Adine en Tessa haar verkleumde voeten. Van een poncho maakten we plastic sokjes. Ik bleek op een zakje drugs te zitten dat iemand daar had achtergelaten. We werden vergezeld door een groepje jonge jongens die we allemaal een hand gaven. Daar had ik helemaal geen zin in, ik had nergens meer zin in maar we ging nog niet naar huis. Voor het kaartje van Adine hadden we op TicketSwap vierentachtig euro betaald.
Op de dansvloer vroeg ik aan een meisje met een septum-piercing of zij misschien een lolly voor me had. Dat had ze. In ruil daarvoor vertelde ik over mijn natte trui. Omdat ik hem niet open kreeg, scheurde ze het plastic voor me open met haar tanden. Ze vertelde te werken als dominatrix. Voor dat beroep vond ik haar best meegaand. Tussen ons in was een slootje ontstaan waar we telkens overheen moesten stappen om elkaar iets in ’t oor te schreeuwen. Toen ik hoorde hoeveel ze verdiende, overwoog ik ook dominatrix te worden.
Bij thuiskomst rook iedereen naar vuur.