Het mensenrechtenbureau van de Verenigde Naties verklaart dat de dodelijke Israëlische bombardement op het grootste vluchtelingenkamp in Gaza “mogelijk neerkomen op oorlogsmisdaden”. In twee dagen tijd is Jabalia vluchtelingenkamp meermaals gebombardeerd. Bij de aanvallen zijn tientallen doden gevallen, zo niet meer.
Israël daarentegen spreekt van een “succesvolle aanval” op Ibrahim Biar, een van de commandanten van Hamas. Het VN-mensenrechtenbureau constateert dat gezien het hoge aantal burgerslachtoffers en de grootschalige vernietiging de vrees heerst dat de buitensporige aanvallen neerkom op oorlogsmisdaden.
Bij de Israëlische operatie tegen Gaza, die werd ingezet nadat Hamas op 7 oktober bij een onverwachte aanval op Israël 1400 mensen om het leven bracht, veelal burgers, zijn volgens Palestijnse autoriteiten inmiddels meer dan 8700 Gazanen gedood door Israëlisch wapengeweld. De slachtoffers zouden veelal vrouwen en kinderen zijn. De secretaris-generaal van de VN, Antonio Guterres, “ontzet” te zijn over het geweld tegen burgers.
Volgens het internationaal recht moeten burgers en burgerdoelen zoveel mogelijk gespaard worden tijdens oorlogshandelingen. Het maken van burgerslachtoffers betekent niet automatisch een oorlogsmisdaad omdat het een bijkomend gevolg van de strijd kan zijn. Er is sprake van een oorlogsmisdaad als er doelbewust gemikt wordt op burgers, dan wel dat de toegebrachte schade in geen verhouding staat tot het te bereiken militaire doel. Het Nederlandse parlement stemde kort na het uitbreken van het geweld in meerderheid in met een omstreden motie van de christelijke SGP die Israël de facto een vrijbrief gaf het internationaal oorlogsrecht te schenden. Saillant is dat eventuele oorlogsmisdaden onderzocht moeten worden door het Internationaal Strafhof dat ook gevestigd is in Den Haag. Israël erkent dat hof overigens niet.
De disproportionele aanval op het vluchtelingenkamp heeft internationaal geleid tot een storm van protest. Zo heeft de regering van Bolivia als reactie de diplomatieke banden met Israël verbroken, meldt de Ierse The Journal. Jordanië heeft zijn ambassadeur teruggeroepen uit Israël.
Frankrijk heeft verklaard “diep bezorgd” te zijn over het buitensporige Israëlische geweld tegen de Palestijnse bevolking en spreekt medeleven uit met de slachtoffers. Het land herhaalt de eis tot een onmiddellijk staakt-het-vuren zodat hulp geboden kan worden aan hen die het nodig hebben.
De Amerikaanse president Biden eist inmiddels ook het instellen van een gevechtspauze maar dan om onderhandelingen te starten over de vrijlating van de 247 gijzelaars die door Hamas gevangen worden gehouden. De VS stelt in samenspraak met Jordanië ook dat Palestijnen niet gedwongen mogen worden Gaza te verlaten.
Dat laatste is precies wel de bedoeling van de extreemrechtse Israëlische regering, zo blijkt uit een geheim document dat de lokale Israëlische nieuwswebsite Sicha Mekomit in handen kreeg. De regering van Israël heeft bevestigd dat het schokkende document authentiek is maar noemt het ‘hypothetisch’.
Binnen de Israëlische regering circuleert een voorstel voor de massale en gedwongen uitzetting van alle Palestijnse burgers vanuit Gaza naar de Sinaï-woestijn in Egypte. Volgens de tekst, die is opgesteld door een relatief klein ministerie, zou zo’n scenario het best zijn voor de veiligheid van Israël en burgerdoden moeten voorkomen tijdens de grondoorlog met Hamas. Voor de vluchtelingen zouden in de Sinaï tentenkampen moeten verrijzen. Deze moeten op termijn plaatsmaken voor echte steden en er moet een ‘steriele’ bufferzone met Egypte komen, waarmee het uitgesloten wordt dat Gazanen terug kunnen keren.
Het document bevestigd de vrees die in veel landen leeft dat Israël het doel heeft de Palestijnen voorgoed te verdrijven, een ambitie die traditioneel kenmerkend is voor extreemrechtse politiek ten aanzien van tot vijand verklaarde bevolkingsgroepen.
Het plan wordt in Palestijnse kringen gezien als een tweede Nakba, de naam voor de verdrijving in 1947-49 van 700.000 Palestijnen uit hun woongebieden door joodse gewapende groeperingen bij de stichting van de staat Israël.
Die vrees wordt verstrekt door de rabiate taal van Israëlische beleidsmakers. Minister van Defensie Yoav Gallant sprak van ‘menselijke dieren’ waartegen zijn leger vecht, terwijl premier Netanyahu een spreuk uit de Joodse Tenach aanhaalde, waarin God de Israëlieten oproept in een oorlog tussen goed en kwaad niemand te sparen. (…) Voor de inwoners van Gaza zou een campagne moeten komen ‘om hen te motiveren dit plan te aanvaarden’ en ‘duidelijk te maken dat er geen hoop is op terugkeer. [...] De boodschap moet zijn: Allah heeft ervoor gezorgd dat je dit land kwijtraakt vanwege het leiderschap van Hamas – er is geen andere keuze dan naar een andere plaats te verhuizen met de hulp van je moslimbroeders.’
Volgens de Verenigde Naties is een etnische zuivering overigens niet automatisch een oorlogsmisdaad.