cc-foto: Lolame
Het aantal dagvlinders in Nederland is sinds begin jaren negentig met de helft afgenomen, meldt Omroep Gelderland. Volgens de Vlinderstichting is deze daling voor een belangrijk deel op het conto te schrijven van de uitstoot van stikstofverbindingen door de veeteelt en het wegverkeer.
Veel planten en bloemen die de vlinders nodig hebben om te overleven, verdwijnen. Zo wordt de schapenzuring verdrongen door grassoorten die het juist goed doen dankzij de stikstofneerslag, vertelt Titia Wolterbeek, directeur van de Vlinderstichting, aan Omroep Gelderland.
Meer dan de helft van de Nederlandse vlinders gedijt het beste in schrale gebieden, zoals duinen, heide en hoogveen, stelt de Vlinderstichting. De neerslag van stikstofverbindingen zorgt ervoor dat hun omgeving verzuurt. Kruiden verdwijnen daardoor.
Maar een klein deel van de vlindersoorten heeft niet te lijden onder het stikstofprobleem. Zo leven de koolwitjes en de gehakkelde aurelia van oudsher al in stikstofrijke gebieden. Daarnaast zijn er enkele vlindersoorten die zich goed kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden, zoals de citroenvlinder en het bont zandoogje.
cc-foto: Lolame