Een montage van het Vlaamse tv-programma Blokken heeft vooral in Nederland veel onbegrip veroorzaakt. Onbegrip dat voor het grootste deel te verklaren is door de uiteenlopende tussenstand van het integratiedebat in beide naties.
Faut le faire: met een Vlaamse show de Nederlandse publieke opinie op zijn kop zetten door grappen waar niet één Nederlander in genoemd wordt. Dat dit Ben Crabbe gelukt is door nota bene grappen te maken over een ‘Turk’, zegt meer over de verschillen in het integratiedebat in beide landen dan over het al dan niet racistische karakter van zijn uitlatingen.
Wat we al langer wisten: een grap in Nederland klinkt anders dan een grap in Vlaanderen. In Nederland is de humor harder, is de aanval frontaler en is de vrijheid van meningsuiting heilig. Toch ontstond er juist hier algehele verontwaardiging over de grappen van Ben Crabbe. Hoe kan dit nu? Ben Crabbe, de presentator die patent heeft op een soort humor die voor iedereen toegankelijk is en al jaren als behang de aanloop naar het avondjournaal begeleidt met een kwinkslag links en een slappe lach rechts. Daar kan toch werkelijk niemand over struikelen? Toch gebeurde het. En als Matthijs van Nieuwkerk struikelt, dan tuimelt de rest van Nederland er graag nog eens over heen.
De verklaring ligt niet zozeer in het gedrag van Crabbe, in de vraag of hij een grens heeft overschreden of niet. De verklaring ligt veel meer in Nederland, dat eindelijk na de nationale debatten over non-issues als kopvoddentaxen, dubbele paspoorten, Wildersprocessen, boerkaverboden, polenmeldpunten en jacht op illegalen weer lijkt te ontwaken uit tien jaar anti-multiculturalistische verdwazing. En zo zie je maar weer: Timing is everything. Dat weet elke grappenmaker en dus ook Ben Crabbe. Toch lijkt hij zich hier lichtjes te hebben verkeken op de tijdsgeest.
Ik denk meer bepaald aan twee historische mijlpalen die op dit moment onder de aandacht zijn van het Nederlandse volk. Laat het bijvoorbeeld exact vierhonderd jaar geleden zijn dat de Nederlandse gezant Cornelis Haga namens de Republiek der Nederlanden zijn geloofsbrieven aan de Osmaanse Sultan Ahmet I aanbood. Reden voor Turkije en Nederland om deze week stil te staan bij de 400-jarige diplomatieke betrekkingen. Een gelegenheid die hier met veel luister en politieke sensitiviteit wordt beleefd en waar veel Nederlanders hun oordeel over klaar hebben. Zo ook de beruchte PVV-fractie die premier Erdogan in een parlementaire vergadering eerder als Islamitische aap uit de mouw liet komen, waarna de verbazing van de Nederlandse Minister President hen de ondertussen in steen gebeitelde reprimande ‘Doe ’s normaal man’ ontlokte.
Laat het ook exact tien jaar geleden dat de Fortuynrevolutie als een politieke wervelwind door het land raasde. Ook de Belgen herinneren zich vast nog hoe in 2002 de Hollandse dijken van fatsoen begaven onder de druk van ‘ik zeg wat jullie denken en iedereen die zich daar gekwetst door voelt, kan oprotten’. Wij keken toe met plaatsvervangende schaamte, want ook al hadden wij het Belang (toen nog het Blok), zo openlijk polariserend hadden wij het nooit meegemaakt en moest het wat de meeste Vlamingen betreft ook nooit worden, blijkens de latere recuperatie van Belang-stemmen door NVA.
En omdat die beide mijlpalen aan Belgie voorbijgaan, gingen ook de grappen van Crabbe voorbij zonder enige roering. Tot de slimme montagejongens van Nederlands meest bekeken programma de blokjes mochten omdraaien en daarmee konden doen waar ze al heel lang op uit waren, maar waar de tijd nog niet rijp voor bleek te zijn: namelijk de dankbare Nederlandse kijker zijn verontwaardiging over racisme terugschenken.
Door voortdurend toespelingen te maken op de Turkse origine van zijn kandidaat heeft Ben Crabbe de Nederlandse kijker opnieuw de mogelijkheid gegeven om zijn zo door populisme en xenofobie aangetaste tolerante zelfbeeld te hervinden en wereldwijsheid te etaleren tegenover wat wordt ervaren als Vlaamse bekrompenheid. Ziedaar de voornaamste verklaring voor de giftige reacties op de Blokken-montage. Dit neemt niet weg dat het nog steeds aan de Vlamingen is om het tegendeel te bewijzen.
Stijn Sieckelinck (Duffel, 1980) schrijft op persoonlijke titel. Volg Stijn ook op Twitter