© cc-foto: kawaiikiri
Rond mijn achttiende knalde het gezin waar ik in opgroeide op spectaculaire wijze uit elkaar, hulpverleners verschenen ten tonele en zeiden: ‘Raymond, niet verder dan vierentwintig uur vooruitdenken’. Dit doe ik nu al bijna een kwart eeuw, het werkt op zich goed. Het leven is simpel zolang je geen doel hebt, behalve overleven en onderweg zoveel mogelijk mooie dingen meemaken. Dat veel mensen meer willen, is de oorzaak van de meeste problemen waar onze wereld mee kampt.
Neem de huizencrisis: in mijn stad Utrecht worden eenkamerappartementen van nog geen dertig vierkante meter voor ruim tweehonderdduizend euro verkocht. Wonen op een postzegel lijkt het nieuwe normaal, zelfs in de verhuur levert een piepklein studiootje gemakkelijk duizend euro per maand op. Het geld verdwijnt in de zakken van weinig intellectuele types, die er nog meer panden van kopen. Mensen met hersens maken zich ondertussen druk over het milieu en genderidentiteit.
Hoewel ik dus, dankzij de op mijn achttiende doorstane gekte, een eenvoudig en tevreden leven leid, vliegt de huidige waanzin me soms aan. Op zulke momenten wandel ik naar IKEA op de meubelboulevard tegenover mijn flat. Peinzend staar ik uit het raam van het IKEA-restaurant, ondertussen gratis koffie slurpend. Wanneer je een Familycard – een soort bonuskaart – bezit, haal je bij binnenkomst een kopje dat steeds opnieuw mag worden gevuld.
Feitelijk machteloos zijnde overleef ik jaar in jaar uit, altijd met het IKEA-restaurant als geestelijk basiskamp. Vanmorgen dacht ik er na over het verschil tussen scheppen en ordenen. Schrijven wordt bijvoorbeeld als scheppende activiteit gezien, maar zelfs wanneer ik ddcewcuwehcweucbwehxqycxewdcdsdeefvf typ, orden ik slechts wat letters van het alfabet op een bepaalde manier, zij het nogal intuïtief.
Vierentwintig uur vooruitdenken is het ordenen van ervaringen en opties tijdens een staakt-het-vuren met de tijd. Toch hoop ik ooit grote poëzie te scheppen vanuit het IKEA-restaurant.
cc-foto: kawaiikiri