© cc-foto: Roel Wijnants
In het Brabants Dagblad stond afgelopen week een artikel over de begeleiding van mensen met psychische problemen. Er wordt daarbij teveel vanuit het medisch model geredeneerd, en het gesprek wordt niet aangegaan over de bijzondere ervaringen in de geesteswereld van cliënten.
Een viertal jaar geleden was ik voorzitter van de provinciale preventiewerkgroep “personen met verward gedrag”. Een van de items die aan bod kwamen was dat mensen pas in beeld komen als er sprake is van aantoonbare overlast. Maar er zijn meer mensen die in de samenleving buiten de boot vallen en geen overlast veroorzaken. Blijkbaar zijn we als samenleving niet op deze groep gericht, zolang ze het maatschappelijk functioneren niet zichtbaar ondermijnen. De groep mensen met niet direct zichtbare problemen wordt daarom gemarginaliseerd. De opbouwwerker of het nieuwe begrip Wijk-GGD-er zou hier een oplossing kunnen zijn.
Er moet rekening worden gehouden met het feit dat mensen met bijzondere psychische belevingen zich niet snel openstellen voor anderen, zeker niet als die hun wereld willen veranderen. Het winnen van vertrouwen vraagt om echte, niet geveinsde aandacht en is een zaak van lange adem. Tijdens mijn termijn als wethouder in de gemeente Oirschot hadden we mensen in dienst bij gemeentewerken die tevens functioneerden als wijkaandachtspersoon. Als er iets mis dreigde te gaan, dan kon ik hen op pad sturen om poolshoogte te nemen en zo nodig de situatie naar hun hand te zetten in samenspraak met de welzijnswerker en de buurtcontactpersoon. Onconventioneel, maar het werkte wel. We kregen bijvoorbeeld informeel contact met een eenzame man die in een caravan woonde, wat als overlast werd ervaren. Ik denk dat die aanpak in deze tijd van aanbesteding in het welzijnswerk niet meer mogelijk zou zijn, omdat alle interventies geregistreerd en verantwoord moeten worden.
Omdat de medische benadering zo dominant is lijkt het alsof het model van maatschappelijke interventie weinig effect heeft, en dat alle problemen het beste met medische middelen aangepakt kunnen worden. We accepteren echter als samenleving niet dat mensen met problemen tot behandeling worden gedwongen. Als dit gebeurt wordt het van alle kanten becommentarieerd en bekritiseerd. Want de discussie over wat oorbaar is en wat niet mag niet verstommen. De andere kant van de medaille is dat wanneer ingrijpen alleen maar kan na een rechterlijke uitspraak over directe gevaarzetting van het gedrag, er grote terughoudendheid ontstaat om in te grijpen. Bij de politie en het welzijnswerk is het effect van deze terughoudendheid dagelijkse kost.
Er is een gebrek aan professionele handelingsvaardigheid met betrekking tot de aanpak van mensen met moeilijk gedrag of met complexe gedragsproblemen. De wettelijke kaders bieden bovendien weinig ruimte tot dwang en drang tot ingrijpen zonder toestemming van de persoon met problemen. Anderzijds worden mensen met afwijkend of overlastgevend gedrag nauwelijks door de samenleving getolereerd.
Deze factoren tezamen zijn een giftige cocktail en kunnen gemakkelijk leiden tot escalatie van onwenselijk of disfunctioneel gedrag. Dit is niet eenvoudig op te lossen, maar een voorwaarde is dat de samenleving een luisterend oor heeft voor en een zinvolle levensinvulling biedt aan personen die niet zo gemakkelijk toegankelijk lijken, maar die onder goede voorwaarden wel kunnen functioneren. Dus het medisch model is niet zaligmakend en er is grote behoefte aan handelingsbekwaamheid en maatschappelijke investering in een samenleving met aandacht voor elkaar.
cc-foto: Roel Wijnants