Zijn we immuun geworden voor de beelden van oorlog? Een foto van een verwoeste straat in Syrië maakt wel wat los op Twitter, maar doet het ons ook echt iets? Of hebben alle oorlogsfoto’s van de afgelopen eeuw ons doen afstompen?, vraagt Khalid Idmalek.
Wie speurt naar foto’s uit een oude oorlog komt vermoedelijk niet veel verder dan de Krimoorlog. Tussen 1853 en 1856, was de Krim ( waar ligt dat? ) een belangrijke plek in de vaart der volkeren. Na deze oorlog is de macht van Rusland en het Ottomaanse Rijk geslonken. Voor de Europese mogendheden Groot-Brittannië en Frankrijk is de strijd beduidend beter afgelopen, en zij versterkten dan ook hun grip op het continent. Nog voordat Duitsland überhaupt een natiestaat was.
Waarom is deze oorlog bijzonder en een ommekeer in de wereldgeschiedenis? Tijdens de Krimoorlog werden voor het eerst allerlei nieuwe technieken toegepast. Denk hierbij aan de strategische inzet van spoorwegen en de telegraaf. De oorlog is ook bekend door Florence Nightingale a.k.a. The Lady with the lamp, die tijdens de oorlog haar kunst en vliegwerk op het gebied van verpleegkunde vertoonde op het slagveld. Voor het eerst is er sprake van een ‘moderne’ oorlog en wordt deze ook vastgelegd in geschreven tekst en zelfs, dankzij de uitvinding van de fotografie omstreeks het midden van de 19e eeuw, in beeld door middel van foto’s. Voor het eerst konden lezers en kijkers nauwlettend op de hoogte worden gehouden van de laatste ontwikkelingen in de oorlog.
De oorlog was niet langer ‘iets’ dat direct vernomen werd uit de monden van terugkerende soldaten, of anders via een boodschapper die eerder terugkeerde van het front. Nu kreeg de oorlog dankzij verslaggevers als William Russel plotseling een actuelere status in een krant als The Times.
Homs Deze historische achtergrond dwaalde door mijn hoofd, toen ik op Twitter op een gelijksoortige foto stuitte. Een random foto uit een oorlog … In feite twee foto’s naast elkaar. Waarvan er sinds de negentiende eeuw inmiddels zoveel zijn gemaakt. Niets bijzonders zal men waarschijnlijk denken. Het betreft hier een straat in de Syrische stad Homs, waarop een schril contrast (van voor en tijdens de oorlog) tot uitdrukking komt. Dat hoort nu eenmaal bij een oorlog. Bij het aanschouwen van deze foto werd ik bevangen door een sterk idee dat ik getuige was van een hoogtepunt. Een moment van ommekeer, dat ooit ontkiemde in de Krim toen de oorlogsfotografie geboren werd. Van mij werd het angstige vermoeden meester dat de mens, sinds zij overladen is geraakt met het beeld (in dit geval het beeld van de oorlog) er tegelijkertijd immuun voor is geworden. Lees: immuun voor het aanschouwen van dit type onheil dat wij oorlog noemen. We halen inmiddels de schouders op voor de gruwelijkste beelden. In de tijd van de Krimoorlog was zo’n oorlogsfoto nog iets bijzonders. Toch? Tegenwoordig is het vaste prik. Immers, worden wij niet dood gegooid met de verschrikkingen van de toestand in Syrië die uitgebreid wordt vastgelegd in Het Beeld? Met hoofdletters geschreven krijgt het beeld in deze context warempel een beestachtig uiterlijk. We lijden met z’n allen onder het schrikbewind van Het Beeld.
De oorlog is verworden tot een verschijnsel waar niemand zich nog druk om maakt. Behalve misschien de mensen die beschikken over de middelen om er eentje te starten. Of de familie van de soldaten die er heen gezonden worden. En ja, de ‘echte deelnemers’ uiteraard. De rest wast zijn handen in onschuld en rekent zich tot een verstrooid publiek.
Hoe groot is de informatiestroom waarvan de mensheid vandaag de dag getuige is, al gaat het alleen al om de oorlog in Syrië? Want, je kan ook zeggen. Er gebeurt nog veel meer. Al die journalisten, hulpverleners, en anderen die hun ogen en oren openhouden en middels hun telefoon of laptop, via social media of andere communicatiemiddelen, beelden de wereld in slingeren. De mens is verkwikt, nee, de mens is verslingerd aan het beeld. Maar raakt het ons nog? Geenszins.
Het Beeld heeft in zo’n context een volstrekt nieuwe betekenis gekregen. Het beeld staat niet langer voor het afgebeelde of de werkelijkheid, maar krijgt een aparte status op zich. Het is aan de aanschouwer om te bepalen welke status. Maar de kloof tussen een oorlog en een tweet, als die er ooit al was, lijkt vooralsnog gedicht. De oorlog is ‘iets’ geworden waar wij ons een weg doorheen klikken, of die wij proberen te vangen in 140 karakters. Wij kijken er niet meer van op als beelden van kinderen die door chemische wapens zijn getroffen aan ons netvlies verschijnen. Of als een zogenaamde ‘rode lijn’ wordt overschreden, dan verzinnen wij een list.
De beelden komen bij ons binnen, maar verschillen fundamenteel van het afgebeelde of de werkelijkheid. Alsof we ’s avonds met een natje en een droogje op de bank zitten en The Truman Show nog eens kijken. Ons realiserende dat we net als Truman vast hebben gezeten in de schijnwereld van de televisieshow waar wij zelf al die tijd de hoofdrol in speelde. En waar we liever uit wilden ontsnappen, omdat wij eindelijk zien dat het beeld al die tijd de waarheid heeft verborgen.