De coalitie speelt met vuur, want een opgebrande zorgsector raakt ons allemaal
Verpleegkundigen zijn cruciaal, maar voor de regering niets waard. Althans, als je afgaat op het regeerakkoord. Eerst rende het vorige kabinet de Kamer uit toen er gestemd moest worden over betere salarissen in de zorg . Nu noemt de nieuwe coalitie de beroepsgroepen waar de samenleving al twee jaar op steunt niet één keer in hun plannen. Het gebrek aan waardering voor het werk dat verpleegkundigen en verzorgenden doen, is echter niet zonder gevolgen. Met deze aanpak jaagt de regering het zorgpersoneel collectief een burn-out in. Een kleine greep uit de problemen: de stijgende zorgvraag met tekorten aan verpleegkundigen en verzorgenden, toenemende regeldruk en invloed van andere partijen op inhoud en uitoefening van het vak, een bovengemiddeld ervaren werkdruk en een gebrek aan ervaren waardering.
De hoge werkdruk, in combinatie met het gebrek aan autonomie en waardering voor verpleegkundigen en verzorgenden, is hét recept voor een burn-out. Paul Verhaeghe, Vlaams psycholoog en hoogleraar, zegt dat een burn-out niets te maken heeft met te hard werken. Wel met het verlies van autonomie en gebrek aan sociale waardering. Als je sociale appreciatie krijgt en je hebt veel autonomie, dan kun je juist heel hard werken. De coalitie speelt met vuur, want een opgebrande zorgsector raakt ons allemaal. Zonder personeel is zorg immers niet beschikbaar, lopen wachtrijen op en gaat de samenleving op slot. Dat hebben we gedurende de pandemie al meermaals gezien.
Verpleegkundigen ervaren dat zij de poppetjes, handjes en frontliniesoldaten zijn die als pionnen over het stratego-bord worden verschoven. Het is tekenend voor wat zij zelf te zeggen hebben over de organisatie en uitoefening van hun eigen werk. Iedere golf opnieuw worden de machtsverhoudingen zichtbaar. Het gebrek aan autonomie breekt de mensen op. De gevolgen zijn groot. Zij verlaten hierdoor het vak of raken uitgeblust. Of zij gaan via detachering hetzelfde werk doen, waardoor ze wél wat over hun eigen rooster te zeggen hebben. Het beleid dat de coalitie inzet om de toenemende regeldruk en de invloed aan te pakken, komt neer op beknopte voornemens. ‘Wij zorgen voor een aanpak van de regeldruk’ en ‘Wij zorgen voor meer zeggenschap’. Het is alsof je tegen je overspannen collega zegt: ‘Nu even niet klagen. Ga maar gewoon aan het werk. Wij zorgen daar wel voor. Het wordt wel beter.’
Als je voor iets of iemand wil zorgen, moet je verantwoordelijkheid nemen. In het akkoord vaststellen dat de salarissen verhoogd zijn, wil nog niet zeggen dat daarmee de loonkloof – van bijna 10% tussen functies in de zorg en de markt – is gedicht. Daarbij klopt het niet, want pijnlijk genoeg hebben de meeste verpleegkundigen en verzorgenden van die verhoging ook in het nieuwe jaar nog helemaal niets gezien. De echte kloof zit tussen de waarde van zorgen en de waardering daarvoor van de regering. Hoe verder van het bed vandaan, hoe minder zorgverleners zich in hun werk begrepen, gezien en gehoord voelen. Door collega’s, familie en vrienden voelen zij zich >80% in hun werk gewaardeerd. Kijkende naar bestuurders, directie en samenleving, is dat nog maar door 50-60%. En vanuit de regering is dat slechts 35%, lieten peilingen vorig jaar zien. Van de nieuwe coalitie hoeven zij het ook niet te verwachten. Naast een loonkloof is er dus ook sprake van een waarderingskloof. Terwijl we toe moeten naar passende waardering: de juiste waardering op de juiste plek. Van salaris dat rechtvaardig is tot omzien naar elkaars behoeften.
Hard werken is niet het probleem. Het is het verlies aan autonomie en het gebrek aan waardering dat de zorg opbreekt. Dat het regeerakkoord nog niet bepaald omziet naar de zorg moge duidelijk zijn. Je kunt in tijden waarin het land op slot zit om de zorg te ontlasten niet verwachten dat zorgprofessionals hun werk neerleggen of met bedden de straat op gaan om hun punt te maken. Dat weet de coalitie natuurlijk ook. Zolang echte investeringen uitblijven, gaat langzaam het licht uit. Allemaal symbolisch een kaarsje op laten branden is als een applaus: (hart)verwarmend, maar je koopt er niets voor en de samenleving blijft op slot.