Als gevolg van een herzien verbeterplan en landelijke regels vanuit het Waarborgfonds Sociale Woningbouw moest Vestia noodgedwongen veel nieuwbouwprojecten stopzetten
Als ergens de woningnood hoog is, dan is dat in de Zuidelijke Randstad. 10 miljard is het acute tekort om te kunnen doen wat minimaal nodig is: voor onderhoud, verduurzaming en vernieuwing van de woningvoorraad. Een belangrijke reden voor de stagnatie is dat woningcorporatie Vestia tegen grote beperkingen aanloopt.
De gevolgen van de derivatenproblematiek van zo’n 10 jaar geleden zijn nog steeds volop merkbaar. Sterker nog, de situatie is in de vier steden waar Vestia haar woningbezit behoudt, nog problematischer geworden. Als gevolg van een herzien verbeterplan en landelijke regels vanuit het Waarborgfonds Sociale Woningbouw moest Vestia noodgedwongen veel nieuwbouwprojecten stopzetten. Dit betekende alleen al in Den Haag een streep door zo’n 2.000 nieuwbouwwoningen, afgezien nog van diverse duurzaamheids-, vernieuwings- en onderhoudsprojecten, die ook sterk beperkt werden. Dit terwijl plannen voor het toevoegen van woningen gemaakt zijn en hard nodig zijn. De vraag naar betaalbare woningen neemt juist in deze stad en regio sterkt toe.
Is de landelijk overheid zich hiervan bewust? De minister, als systeemverantwoordelijke, zegt van wel. Zij erkent het tekort aan woningen en heeft op Prinsjesdag ook enkele maatregelen genomen. Voor corporaties wordt de aftrek van de verhuurdersheffing voor sociale huurwoningen voortgezet. Dat is natuurlijk mooi meegenomen als je als corporatie nieuwbouwprojecten hebt. Echter, Vestia mág geen nieuwbouwprojecten starten en heeft daardoor niets aan deze regeling.
Daar komt bij dat Vestia een extra financiële tegenvaller te verwerken krijgt. De overdrachtsbelasting wordt namelijk verhoogd en die verhoging gaat ook gelden voor woningcorporaties. Voor Vestia is deze maatregel extra zuur vanwege de vele vastgoedtransacties waar zij mee te maken heeft. Dat komt voort uit het feit dat Vestia genoodzaakt is haar woningbezit te verkopen in een groot aantal gemeenten, de zogenaamde maatwerkgemeenten. Dit doen zij bij voorkeur aan corporaties.
Kortom, Vestia wordt nog verder beknot in haar mogelijkheden. Naast dat veel projecten moesten worden stopgezet, raakt dit al jaren de huurders van Vestia persoonlijk. Hun huren worden al een decennium lang maximaal verhoogd, terwijl voor onderhoud slechts beperkt budget beschikbaar is.
Is het tij nog te keren? Wat de overdrachtsbelasting betreft wel. De minister en de Tweede Kamer hebben komende week bij het wetgevingsoverleg daarover de mogelijkheid om in te grijpen. De Kamer heeft op dat moment de kans een reparatie uit te voeren, zodat de lasten voor woningcorporaties en in ieder geval voor Vestia niet nog verder toenemen. Voor de korte termijn is het daarnaast mogelijk om in de rijksbegroting voor 2021 een heffingsvermindering op te nemen voor de nieuwbouwprojecten in herstructureringsgebieden in de Zuidelijke Randstad. Dan kan het realiseren van broodnodige sociale nieuwbouw doorgaan en kan Vestia vast beginnen aan een nieuwe toekomst. Daar nog langer op wachten kunnen we onze huurders niet aan doen.
Is daarmee het Vestia-vraagstuk opgelost? Was het maar waar. Daarvoor is het Vestia-probleem veel te omvangrijk. Eenvoudig zal het niet zijn. Er wordt onder andere nagedacht over het splitsen van Vestia, maar of dat een heilige graal is, is maar de vraag. Linksom of rechtsom moet uiteindelijk de giftige leningenportefeuille van Vestia worden afgekocht. Of de sector moet dat doen – maar de rek is daar behoorlijk uit – of het Rijk moet de portemonnee trekken. Het is hoog tijd.
Ik verwacht dat de minister zich 100% inzet om het Vestia mogelijk te maken zich weer volledig op haar volkshuisvestelijke taken te richten. We kunnen het de huurders van Vestia niet aandoen hier nog langer op te moeten wachten.