Grote Amerikaanse fastfoodbedrijven zien hun winsten fors teruglopen als gevolg van hun aanwezigheid in Israël. Onder andere McDonald’s en KFC, maar ook bijvoorbeeld koffieketen Starbucks hebben te lijden onder succesvolle boycots, met name in landen in het Midden-Oosten.
Een van de aanjagers van de boycot is een Israëlische uitbater van een McDonald’s restaurant die eind vorig jaar besloot maaltijden uit te delen aan Israëlische militairen die deelnemen aan de oorlog in Gaza. Beelden daarvan werden grif gedeeld op sociale media. McDonald’s-topman Chris Kempczinski probeerde nog uit te leggen dat het om een franchisenemer ging en dus niet om een actie van het concern zelf. Ook restauranthouders in onder meer Saudi-Arabië, Maleisië en Pakistan verklaarden dat de actie in Israël niet hun standpunt weerspiegelt, maar dat mocht niet baten.
Yum Brands, het moederbedrijf van KFC, meldt ondertussen dat de verkopen in het Midden-Oosten, Turkije en Noord-Afrika afgelopen kwartaal met 5 procent zijn gedaald. Dat meldt ANP. Daarmee ging het in de laatste maanden van het jaar beduidend minder goed in die regio dan daarvoor. Bezien over heel 2023 lagen de verkopen daar juist 21 procent hoger. Het Midden-Oosten is daarmee de grootste krimpregio voor KFC, maar ook in Oost-Azië liepen de verkopen sterk terug.
Waarom Starbucks geboycot wordt is niet geheel duidelijk. Dat heeft er mogelijk mee te maken dat het bedrijf in Turkije beschuldigd wordt van zionisme’ en steun aan Israël. Zo laat BNR weten. De koffieketen heeft zich echter nooit achter Israël geschaard en heeft het geweld in de regio juist veroordeeld. Desondanks is er in Turkije een lastercampagne gestart tegen Starbucks waarbij zelfs medewerkers van zaken worden lastiggevallen.
Activisten roepen al sinds de start van de huidige oorlog van Israël tegen Hamas op om zoveel mogelijk westerse bedrijven in de ban te doen uit solidariteit met de bevolking van Gaza die op grote schaal wordt uitgemoord. In december liet een van de bedrijven op die boycotlijst, sportmerk Puma, weten de sponsoring van de Israëlische nationale ploeg stop te zetten. Hoewel dat door de voorstanders van een boycot jubelend werd ontvangen, haastte Puma zich om te zeggen dat die beslissing niets met de oorlog tegen Gaza te maken had, maar puur om financiële redenen was.