Stort je op de grote issues die ertoe doen. En analyseer vaker de kwaliteit van de wetgeving.
Nico Haasbroek becommentarieert wekelijks ontwikkelingen in de media.
Het kan weinig kwaad om het bij de start van Rutte 4 ook eens te hebben over hoe de parlementaire pers over de Haagse zaken bericht. Het nieuwe kabinet is in aantocht; de politiek zegt de bestuurscultuur te willen vernieuwen en het Binnenhof wordt grondig gesaneerd. Alle reden voor de media om zich ook aan een kritisch zelfonderzoek te onderwerpen.
Ik heb van die politieke verslaggeving niet zo’n hoge pet op. De mainstream berichtgeving meldt keurig wat er allemaal gebeurt, maar is toch vooral heel braaf, gezagsgetrouw en gericht op de ‘poppetjes’ en relatieve bijzaken. Dat heeft onder andere te maken met de ‘jongens onder mekaar cultuur’ met tal van subtiele regeltjes en afspraken die in de loop der tijd een eigen leven zijn gaan leiden. Je hebt er belang bij de duivel te vriend te houden.
Toen ik voor het eerst als journalist in Den Haag moest werken was ik stom- verbaasd door wat ik daar aantrof. In het perscentrum Nieuwspoort bestond niet of nauwelijks afstand tussen de politici en de dames en heren van de pers.
Men tutoyeerde erop los en noemde elkaar bij de voornaam. De zogenaamde Nieuwspoortcode gaat er van uit dat wat er besproken wordt in de media mag worden gemeld, mits de bron niet genoemd wordt. Daardoor kun je als journalist meer te weten komen en de politici kunnen dingen lekken en proefballonnetjes oplaten. Ik weet nog goed dat ik een keer tegen Pim Fortuyn zei dat de Haagse politieke cultuur wel eens sterker zou kunnen zijn dan zijn vermogen om de boel daar grondig te veranderen.
In het artikel ‘En wat zegt u daarop?’ vroeg de Volkskrant (28/12/91) zich af welke invloed journalisten op de bestuurscultuur hebben? Dat leverde een interessante beschouwing op. Ergens staat dat het opvallend is dat de rol van de pers in de ogen van de politici veel groter lijkt te zijn dan hoe hoofdredacteuren die ervaren. De hoofdredacteuren vinden op hun beurt dat hun werk vaak bemoeilijkt wordt door weinig transparante communicatie. Over de rol die de journalistiek in een nieuwe bestuurscultuur zou kunnen spelen worden een vijftal behartenswaardige aanbevelingen gedaan:
1. Zoek niet alleen een schuldige 2. Wees milder voor politici die zich kwetsbaar opstellen 3. Besef dat haastige verslaggeving een keerzijde heeft 4. Wees selectief in wat je aandacht geeft 5. Ga vaker het land in.
Het theater dat in politiek Den Haag door politici, journalisten, lobbyisten en voorlichters wordt opgevoerd wordt aardig beschreven door Joris Luyendijk in het boekje ‘Je hebt het niet van mij, maar…’ (uitgeverij Podium, 2010) Een maandlang liep hij rond door wat de ‘Haagse kaasstolp’ werd genoemd en hij beschreef die fascinerende wereld als een antropoloog. Door iedereen daar te vragen ‘welk gedrag in hun territorium wordt beloond, respectievelijk afgestraft? Hoe worden ze in het gelid geduwd, wat zijn de geschreven en ongeschreven regels? En vooral hoe kom je in zo’n wereld omhoog?’
Zijn analyse werd hem niet in dank afgenomen, omdat hij het spelletje waarbij je elkaar de hand boven het hoofd houdt als het erop aan komt, niet mee wilde spelen. Ik kan me nog herinneren dat politici en parlementaire journalisten probeerden één front te vormen in hun afkeuring van wat deze buitenstaander had gesignaleerd.
En dat zie je vaker. In het begin werd de onorthodox interviewende Rutger Castricum niet door de kaasstolp geaccepteerd, maar iemand als Jaïr Ferwerda kan ongestoord zijn gang gaan omdat hij bereid is zich aan de Haagse codes te houden. Hij is daardoor totaal ongevaarlijk. Loop je in het gareel, dan ben je welkom op en rond het Binnenhof. En Rutger is inmiddels ook bijgedraaid.
Een nieuwe politieke cultuur zou gebaat zijn bij een andere en betere opstelling en werkwijze van de parlementaire pers.
Speel het spel niet mee. Gooi Nieuwspoort dicht. Vergroot de afstand tussen pers en politiek. Leg het accent op onderzoeksjournalistiek. Stel de WOB (Wet openbaarheid van bestuur) opnieuw ter discussie. Stort je op de grote issues die ertoe doen. En analyseer vaker de kwaliteit van de wetgeving.
In het besef dat internationale, Europese en lokale politiek minstens zo belangrijk zijn. Zo lees ik vandaag in de Volkskrant de column van Peter de Waard, waarin hij zich afvraagt ‘Wat Nederland doet als de VS een dictatuur worden?’ Ik volg met afgrijzen wat er op dit moment in Kazachstan gebeurt.
Terwijl ik op het lokale niveau de burgerpartij Wij Delfshaven in de Gebiedscommissie vertegenwoordig. Wat mij bij een laatste aanbeveling brengt: Zowel politiek als pers zouden de burger, die kiezer is en belastingbetaler, veel serieuzer moeten nemen.