De internationale gemeenschap vult de zakken met andermans honger. Co-auteur: SP-Kamerlid Ewout Irrgang
Door de voedselcrisis van 2007 en 2008 stierven honderdduizenden kinderen extra, hielden 40 miljoen mensen permanente lichamelijke schade over aan hun voedselgebrek en braken opstanden uit in onder meer Kameroen. Ook werden miljarden verdiend door speculanten die belang hebben bij stijgende voedselprijzen. De mondiale verdeling van voedsel is al complex genoeg, daar hebben we geen speculerende pensioenfondsen en andere beleggers bij nodig!
Volgens de Wereldbank zijn tussen oktober 2010 en januari 2011 44 miljoen mensen extra in extreme armoede gedrukt door duur voedsel. Prijsstijgingen worden in arme landen direct in de maag gevoeld. VN-rapporteur Jean Ziegler sprak van een stille massamoord. Ook in het Westen zijn gevolgen in beperktere mate voelbaar. Aardappelen en vlees stegen in korte tijd 10% in prijs en varkensboeren kunnen het voer voor de eigen varkens soms niet meer betalen. De Europese Centrale Bank waarschuwt ondertussen voor prijsschokken en inflatie door hoge voedselprijzen. Unilever-topman Polman sprak zich onlangs ook fel uit tegen speculatie en stelde dat de winst op korte termijn van de speculanten, miljoenen mensen de kans op een waardig leven ontneemt.
De stijgende voedselprijzen worden deels verklaard door een stijgende bevolking, klimaatverandering, het gebruik van biobrandstoffen en groeiende vleesconsumptie. Echter, dit verklaart slechts een deel van de prijsstijging en verklaart niet de extreme prijsbewegingen van de afgelopen periode. Speculanten verdienen goud geld aan het beleggen in de misère van anderen: hogere voedselprijzen. De precieze invloed van deze handelaren in honger is moeilijk te meten, maar de manager van één van deze hedge funds – Michael Masters – schat in dat 64% van de tarwevoorraad van de VS in handen is van speculanten.
Pensioenfondsen – mondiaal gezien de grootste institutionele beleggers – hebben vaak nauwe banden met speculanten. Ook drijven zij de prijs van voedsel op via het zogenoemde index beleggen. Daarmee kopen ze massaal ‘mandjes’ met termijncontracten van voedsel en andere grondstoffen en gokken op een algemene prijsstijging daarvan. Resultaat is een prijsopstuwend effect. Tragisch gevolg hiervan voor een moeder in Mali is dat ze plots het eten voor haar kinderen niet meer kan betalen.
Zoals we ook bij de financiële crisis hebben kunnen zien, kent de markt uit zichzelf geen moraal. Dat is op zich geen probleem, wanneer de politiek haar verantwoordelijkheid neemt om met regels een moraal aan de markt op te leggen. De internationale gemeenschap zou zich moeten richten op een rechtvaardiger verdeling van de voedselvoorraad, in plaats van de zakken te vullen met andermans honger. Daarom moet Nederland op de G20 pleiten voor: het weren van speculanten van de voedselmarkt via registratie, het bevorderen van transparantie, het stellen van een maximum aan de hoeveelheid kapitaal die een voedselmarkt mag binnenstromen, een maximum aan posities die handelaren mogen innemen en het stellen van minimum kapitaalseisen aan geregistreerde handelaren.
Tot het zover is, moeten pensioenfondsen hun verantwoordelijkheid nemen. Net als men in het verleden besloten heeft, niet mee te willen werken aan de dodelijke clustermunitie – wat leidde tot het terugtrekken van grote pensioenfondsen uit beleggingen in deze wapens – zouden de fondsen ook geen deel moeten uitmaken van de handel in honger. Het Amerikaanse pensioenfonds California State Teachers’ Retirement Fund (de tweede van Amerika) heeft het goede voorbeeld gegeven door aan te geven terughoudend te zijn met index beleggen in voedsel.
Binnenkort spreekt de Kamer over hoge voedselprijzen. De SP zal daar pleiten voor harde maatregelen om het speculeren op honger aan banden te leggen. Tot het zover is, doen wij een beroep op de vakbonden, haar bestuurders en haar leden, in de hoop dat zij hun pensioenfondsen het voorbeeld van de California State Teachers’ Retirement Fund laten volgen. Honger is geen handelswaar.